Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
*trabitour
› 5 PLAUDERECKE
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
*trabitour
, deel B
5 PLAUDERECKE
Jaar 1 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat zijn jouw hobby's? = Was sind deine Hobbys? Mijn hobby's zijn voetballen, knutselen en tv kijken= Meine Hobbys sind Fußball spielen, basteln und fernsehen. Bespeel jij een instrument? = Spielst du ein Musikinstrument? Ja, ik speel piano. = Ja, ich spiele Klavier. Ja, ik speel klarinet. = Ja, ich spiele Klarinette. Ja, ik speel drum. = Ja, ich spiele Schlagzeug. Hoelang speel je al? = Wie lange spielst du schon? Sinds een jaar. = Seit einem Jahr. Sinds vijf jaar. = Seit fünf Jahren. Sinds drie maanden. = Seit drei Monaten. Nog niet zo lang. = Noch nicht so lange. Speel jij graag Trompet? = Spielst du gerne Trompete? Nee, ik speel liever gitaar. = Nein, ich spiele lieber Gitarre. Knutsel/teken/schilder je graag? = Bastelst/zeichnest/malst du gerne? Ja, dat doe ik graag. = Ja, das mache ich gerne. Nee, dat doe ik niet zo graag. = Nein, das mache ich nicht so gerne. Wat voor sport doe jij? = Was für Sport machst du? Ik doe aan judo, paardrijden, ik speel tennis. = Ich mache Judo, ich reite, ich spiele Tennis. Wat het je daarvoor nodig? = Was braucht man dazu? Daarvoor heb je een *slading* nodig, een bal, sprotschoenen. = Dazu braucht man einen Schläger, einen Ball, Sportschuhe. Hoe vaak train je per week? = Wie oft trainierst du in der Woche? Een keer in de week. = Einmal pro Woche. Drie keer in de week. = Dreimal pro Woche. Wanneer train je? = An welche Tagen trainierst du? Ik train op maandag, op vrijdag en ik het weekend. = Ich trainiere am Montag, am Freitag und am Wochenende. Hoe laat train je? = Um wie viel Uhr trainierst du? Ik train van half zeven to kwart over zeven. = Ich trainiere immer von halb sieben bis viertel nach sieben. Waar train je? = Wo trainierst du? Ik train op een voetbalveld. = Ich trainiere auf einem Fußballplatz. Ik train op een tennisbaan. = Ich trainiere auf dem Tennisplatz Ik train in een sporthal. = Ich trainiere in der Sporthalle Ik train op een manege. = Ich trainiere in der Reithalle. Ik train in een zwembad. = Ich trainiere im Hallenbad. Ben je lid van een club? = Bist du Mitglied in einem Verein? Ja ik speel/ ben voor een vereniging. = Ja, ich spiele/bin Mitglied in einem Verein. Nee ik speel niet/ ben niet voor een vereniging. = Nein, ich spiele nicht/ bin kein Mitglied in einem Verein. Waar ga je naar toe? = Wohin gehst du? Ik ga de hockeyclub. = Ich gehe zum Hockeyverein. Wat vind je van voetbal? = Was hältst du von Fußball? Voetbal vind ik leuk/saai. = Fußball finde ich toll/langweilig. Ga je wel eens naar een wedstrijd(met bal+2 partijen/andere)? = Gehst du manchmal zu einem Spiel/Wettkampf? Ja, zeker/af en toe. = Ja, oft/ab und zu. Nee, ik ga nooit. = Nein. Ich gehe niemals.
Ingezonden op 27-01-2010 - 2700x bekeken.
Waardering 5.4 (aantal stemmen: 6)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!