Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Biologie voor jou / bvj, deel 1

3 organen en cellen (Samenvatting)

Jaar 1 (Gymnasium)

Wat is een orgaan? = Deel van een organisme met een of meerdere functies.
Noem voorbeelden van organen. = maag, lever, long, oog, hart.
Wat is een organenstelsel? = een groep van samenwerkende organen die gezamelijk een bepaalde functie hebben.
Noem voorbeelden van een organenstelsel = verteringsstelsel, beenderstelsel, spierstelsel, bloedvatenstelsel, ademhalingsstelsel, zenuwstelsel.
Voorbeelden van cellen = kraakbeencel, wangslijmcel.
Wat is een weefsel? = een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functies. 
Waar dient een middenrif voor? = Een middenrif scheidt de borstholte en buikholte.
Welke organen liggen er oa in de borstholte? = slokdarm, maag, lever, longen, aorta, holle ader en hart.
Welke organen liggen er oa in de buikholte? = Slokdarm, maag, lever, dunne / dikke darm, nieren, aorta en holle ader. 
Noem de belangrijke organen van de volgende organenstelsels; 
Verteringsstelsel = slokdarm, maag, lever, dunne darm, dikke darm.
Beenderstelsel = schedel, wervelkolom, rib, dijbeen.
Spierstelsel = biceps, buikspier, dijspier.
Bloedvatenstelsel = hart, aorta, holle ader.
Ademhalingstelsel = luchtpijp, bronchie, long.
Zenuwstelsel = hersenen, ruggenmerg, zenuw. 
Je moet van de volgende onderdelen van een microscoop moet je de functie kunnen geven.
Statief = Hieraan pak je de microscoop vast.
Oculair = bovenste lens waardoor je kijkt.
( Een oculair vergroot 5x of 10x )
Tubus= Buis waar het oculair inzit.
Objectieven = de onderste lenzen.
( Objectieven vergroten 4x, 10x, 100x. )
Wat is de totale vergroting? = De totale vergroting is vergroting oculair x vergroting objectief
Revolver = Draaibare schijf waaraan de objectieven zitten.
Grote schroef = Voor grove scherpstelling.
Kleine schroef = Voor fijne scherpstelling.
Preparaatklemmen = Hiermee maak je het preparaat vast.
Lampje (of spiegel = Laat licht door de lenzen vallen.
Diafragma = Regelt de hoeveelheid die door de lenzen vallen.
Preparaatbeveiliging = Voorkomt dat het objectief tegen het preparaat wordt gedraaid.
Je moet van plantaardige cellen de delen kunnen noemen met hun kenmerken en functies. 
Cytoplasma (celplasma) = Stroperige vloeistof bestaat uit water en allerlei stoffen.
Celmembraan = Een dun vliesje dat de buitenste laag van het cytoplasma vormt.
( In het cytoplasma kunnen plastiden voor komen.)
Celkern = Bestaat uit kernplasma.
Functie = Alles regelen wat er in de cel gebeurt.
Kernmembraan = een dun vliesje dat de buitenste laag van het kernplasma vormt.
Vacuole= Blaasje gevuld met lucht.
(De meeste plantaardige cellen bevatten één grote vacuole, midden in de cel.)
Plastiden = Korrels in het cytoplasma.
Bladgroenkorrels (groen) = Hierin vindt fotosynthese plaats.
Kleurstofkorrels (geel, oranje, rood) = Geven bloemen en vruchten hun kleur.
Zetmeelkorrels (kleurloos) = Hierin is zetmeel opgeslagen.
( Plastiden kunnen van de ene soort overgaan in de andere soort.)
Celwand= een stevig laagje om de cel heen.
(Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof, en is van dood materiaal gemaakt. )
Intercellulaire ruimten=Holten tussen de celwanden van naast elkaar gelegen ruimten. 
(Intercellulaire ruimten zijn gevuld met lucht.)
Je moet van de dierlijke cellen de delen kunnen noemen met hun kenmerken en functies. 
Verschillen met plantaardige cellen: 
In dierlijke cellen komen geen plastiden voor.
In dierlijke cellen komt geen grote vacuole midden in de cel voor.
Om dierlijke cellen zitten geen celwanden.

Ingezonden op 21-02-2010 - 5524x bekeken.
Waardering 7.8 (aantal stemmen: 8)

voting system
1
2
3
4
5

Het is gewoon een samenvatting geen lijst om te leren,
xxx
Doelstelling 01 tot 06 geen extra doelstellingen!

tussen () haakjes extra info over de vraag!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Biologie voor jou / bvj, deel 1

3 organen en cellen (Samenvatting)