Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

C'est ça!, deel 2

2 Qu'est-ce qui ne va pas?

Jaar 2 (bso)

Qu'est-ce qui ne va pas? = Wat scheelt er?
Où as-tu mal? = Waar heb je pijn?
J'ai mal partout = Ik heb overal pijn
J'ai mal au ventre = Ik heb buikpijn
J'ai mal à l'estomac = Ik heb maagpijn
J'ai mal à la jambe = Ik heb pijn aan mijn been
J'ai mal aux yeux = Ik heb pijn aan mijn ogen
ça va? = gaat het?
Non, ça ne va pas = Nee, het gaat niet
Comment vas-tu? = Hoe gaat het met je?
Comment allez-vous? = Hoe gaat het met u?
Je ne me sens pas bien = Ik voel me niet goed
Je ne peux plus marcher = Ik kan niet meer lopen
Je ne peux plus dormir = Ik kan niet meer slapen
Je pense que vous avez la grippe = Ik denk dat u griep heeft
Je vois que vous avez une bronchite = Ik zie dat u een bronchitis heeft
Il faut prendre des médicaments = Je moet de geneesmiddelen innemen
avant les repas = voor de maaltijden
après les repas = na de maaltijden
ça fait mal? = doet het pijn?
un comprimé contre le mal de tête = een tablet tegen hoofdpijn
Qu'est-ce qu'il vous faut? = Wat hebt u nodig?
Vous voulez encore autre chose? = Wilt u nog iets anders?
Demain, ça ira mieux = Morgen zal het beter gaan

Ingezonden op 14-03-2006 - 5616x bekeken.
Waardering 6 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

Qu'est-ce qui ne va pas - expressions

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

C'est ça!, deel 2

2 Qu'est-ce qui ne va pas?