Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Frans le petit Nicolas

hoofdstuk 3

Jaar 3 (vmbo-t/havo/vwo)

le surveillant = de congiërge
conduire = brengen
la tache de graisse = vetoogje
la moustache = de snor
punir = straffen
promettre = beloven
sage = zoet; braaf
se tourner vers = zich richten naar
d'ailleurs = trouwens
assez = tamelijk
tout à fait = helemaal
aussi souvent que = zo vaak als
réviser = nakijken
taisez-vous = hou je mond
là-bas = daarginds
grossier = ruw tegen
chargé de = belast met
guetter = bespieden
tirer la langue = zijn tong uitsteken
se mettre à = beginnen te
le trou de serrure = sleutelgat
plaire = bevallen
se faire des passes = de bal naar elkaar toeschoppen; de bal passen
venait d'ouvrir = had net geopend
emmener dehors = meenemen naar buiten
ramasser = oprapen
gonflé = opgezet
assez; ça suffit = genoeg
expliquer = uitleggen
s'endormir = inslapen
la foire = (jaar) markt; de (jaar)markt
le panier = mand; de mand
le méchant = gemenerd
renvoyer = wegsturen
le silence = de stilte; stilte
rendre fou = gek maken
être en retenue = schoolblijven
décider = besluiten
bouger = bewegen
renifler = snotteren; snikken
mâcher = kauwen
le bouton = knop; de knop
grincer = knarsen
tout d'un coup = plotselings
sale menteur = vuile leugenaar
ça suffit = genoeg
saigner = bloeden
le sens = de richting

Ingezonden op 05-04-2010 - 839x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

H3 Voca 1, 2, 3

Vakken

Frans le petit Nicolas

hoofdstuk 3