Hier nog een keer de hele lijst!:

geriefelijk = met veel gemak
onverrichterzake = zonder het doel bereikt te hebben
behoedzaam = voorzichtig
missie = zending; opdracht
fungeren = dienst doen
ingrediënten = bestanddelen
argument = reden waarom je iets vindt, bewijsgrond
behoorlijk = fatsoenlijk; redelijk
inspecteren = toezicht houden op; nazien
vorming = ontwikkeling
verspillen = verkwisten
architect = iemand die gebouwen e.d. ontwerpt
viaduct = overbrugging van weg of diepte
certificaat = bewijsschrift
publiceren = bekendmaken; uitgeven
functie = taak, beroep
feit = vaststaand gegeven

Hopelijk heb ik het goed gemaakt en hebben jullie er plezier van!:)