Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Camebridge Engels VWO 1 Headway, deel 1

2 Unit 2

Jaar 1 (vwo)

accountant = boekhouder
actor = acteur
address = adres
age = leeftijd
American = Amerikaans
anything else = nog iets anders?; anders nog iets?
apple pie = appeltaart
at home = thuis
at work = op het werk
aunt = tante
bar = bar; café
cake = cake; koek
Can I have ...? = Mag ik ...?
Can I help? = Kan ik je helpen?
centre = centrum
cheap = goedkoop
chicken = kip
chips = friet; patat
chocolate = chocolade
classroom = klaslokaal
coffee = koffie
cold = koud
daughter = dochter
different = verschillend
difficult = moeilijk
drink = drinken
easy = makkelijk; gemakkelijk
egg = ei
email = e-mail
exciticing = boeiend; opwindend
expensive = duur
family = familie; gezin
fast = snel
father = vader
first name = voornaam
fish = vis
funny = grappig
girlfriend = vriendin; vriendinnetje; vriendin(netje)
good = goed
grandfather = grootvader; opa
grandmother = grootmoeder; oma
hamburger = hamburger
happy = gelukkig; blij; vrolijk
here = hier
Here you are. = alsjeblieft; alstublieft
hi = hallo
holiday = vakantie
horrible = vreselijk
hot = heet
how are you? = hoe is het?
how much? = hoeveel?
how old = hoe oud?
husband = echtgenoot
ice-cream = ijs; ijsje
Ireland = Ierland
journalist = journalist
love = liefde
lovely = mooi
menu = menukaart
mineral water = mineraalwater
Monday = maandag
morning = ochtend
mother = moeder
near = vlakbij; dichtbij
new = nieuw
nightclub = nachtclub
now = nu
nurse = verpleegster; verpleger
old = oud
orange juice = sinaasappelsap
photo = foto
pizza = pizza
please = alstublieft
Poland = Polen
pound = pond
practice = training
price = prijs
restaurant = restaurant
salad = slaatje; salade
sea = zee
slow = traag; langzaam
small = klein
software designer = software ontwerper
son = zoon
soon = spoedig
speak = spreken
subway = metro
surname = achternaam
Switzerland = Zwitserland
tea = thee
town= stad
tuna= tonijn
uncle = oom
understand = begrijpen
university = universiteit
who? = wie?
wife = echtgenote; vrouw
write = schrijven
young = jong

Ingezonden op 26-09-2010 - 2140x bekeken.
Waardering 10 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

Gewone zinnen hebben geen hoofdletters, zinnen en namen wel.

Vakken

Camebridge Engels VWO 1 Headway, deel 1

2 Unit 2