Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Valuas frans
› 1 Startvoca
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'
Valuas frans
1 Startvoca
Jaar 3 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Avoir = hebben Être = zijn Faire = maken ; doen aller = gaan prendre=nemen pouvoir=kunnen;mogen vouloir=willen savoir=weten devoir=moeten répondre= antwoorden attendre = wachten entendre = horen vendre = verkopen perdre= verliezen danser = dansen habiter = wonen parler = praten aimer = houden van détester = een hekel hebben aan adorer= dol zijn op travailler = werken oublier=vergeten trouver = vinden acheter=kopen espérer = hopen sortir = uitgaan partir = vertrekken dormir = slapen (re) venir = (terug) komen devenir = worden sur = op sous = onder derrière = achter devant = voor en face de = tegenover à côté de = naast entre = tussen à = in / naar dans = in pendant; lors de=tijdens partout = overal de = van pour = om te / voor lundi = maandag mardi = dinsdag jeudi = donderdag le matin = de ochtend l'après-midi=de middag le soir = de avond midi = twaalf uur 's middags la nuit = de nacht minuit = twaalf uur 's nachts qu'est-ce que = omdat car = omdat il fait beau = het is mooi weer il fait mauvais = het is slecht weer il fait froid / chaud = het is koud / warm puis / après = vervolgens comme = net als la santé = de gezondheid ne pas = niet / geen ne jamais = nooit ne plus = niet meer nu rien = niets l'amour = de liefde sortir avec = uitgaan met le coup de foudre = liefde op het eerste gezicht le petit ami / la petite amie = het vriendje / vriendinnetje l'histoire = het verhaal presque = bijna la voiture ; l'auto = de auto le vélo ; la bicyclette = de fiets le train = de trein l'avion = het vliegtuig à pied= te voet nécessaire = nodig le hobby = de hobby jouer au foot = voetballen jouer au tennis = tennissen jouer d'un instrument = een instrument bespelen la tête = het hoofd le visage = het gezicht le nez = de neus les oreilles = de oren les yeux = de ogen les cheveux = het haar la bouche = de mond la gorge = de keel les bras / le bras = de armen / de arm les jambes / la jambe
Ingezonden door
Lijntje
(
Valuascollege
) op 05-10-2010 - 589x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Reacties (1)
Lijntje
05-10-2010 18:14
Sorry beschrijving vergeten
Reacties hieerrrrr
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!