Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
5MMtWe
› 2 Focus Vocabulary
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
5MMtWe
, deel ENGELS
2 Focus Vocabulary
Jaar 5 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
an injury = een kwetsuur, een blessure a sprained ankle = een verzwikte enkel a pulled muscle = een verrekte spier a tendon; a string = een pees the spinal column = de ruggengraat a bruise = een blauwe plek torn ligaments = afgescheurde kruisbanden a ricked neck = een verwrongen nek a dislocated shoulder = een ontwrichte schouder a hip out of joint = een heup uit de kom a vertebra = een wervel the vertebral column = de wervelkolom a fracture = een breuk the wrist = de pols parachuting = parachutespringen mountain climbing = bergbeklimmen sky surfing = skysurfen technical diving = duiken met gereedschap voor diepzeeduiken extreme skiing = extreem skiën free fall parachuting = parachutespringen met vrije val an inert gas = een inert gas; een edel gas to inhale = inademen to ascend = opstijgen mountaineering = bergwandelen; bergbeklimmen a fatality = een ongeluk met dodelijke afloop to tow = vooruittrekken skydiving = springen van op grote hoogte terminal velocity = topsnelheid scuba diving = diepzeeduiken surfing = surfen bungee jumping = bungeespringen rafting = rafting free solo climbing = vrij klimmen BASE jumping = base springen downhill mountain biking = afdalen met de mountainbike big wave surfing = surfen op hoge golven toxicity = giftigheid decompression = decompressie to drown = verdrinken to delay = uitstellen {NIET to postpone} a time trial race = een tijdrit to slam = slaan; dichtslaan a loop = een duikeling to tip over = voor- of achterover kantelen to admit = toegeven to avoid = vermijden to consider = overwegen to deny = ontkennen to dislike = niet houden van to detest = verafschuwen to enjoy = houden van to fancy = aangetrokken zijn door to excuse yourself = zich verontschuldigen to finish = beëindigen to imagine = zich inbeelden to risk = wagen to involve = insluiten; meebrengen to suggest = suggereren to resist = weerstaan aan to keep = doorgaan to pardon = verontschuldigen to miss = missen Would you mind ...? = Heb je er iets op tegen ...? to stand = uitstaan; verdragen to postpone = uitstellen {NIET to delay} to practise = oefenen; in praktijk brengen attractive = aantrekkelijk competent = competent conventional = conventioneel critical = kritisch doubtful = twijfelachtig effective = doelmatig essential = essentieel existent = bestaand fair = eerlijk; fair formal = formeel important = belangrijk limited = begrensd literate = geletterd logical = logisch mature = rijp; matuur patient = geduldig popular = populair powerful = machtig rational = rationeel reliable = betrouwbaar responsible = verantwoordelijk sensitive = gevoelig sociable = sociaal tactful = tactvol useful = nuttig violent = gewelddadig legal = legaal; wettig regular = regelmatig aggressive = agressief unattractive = onaantrekkelijk incompetent = incompetent unconventional = onconventioneel uncritical = onkritisch doubtless = zonder twijfel ineffective = ondoelmatig nonessential = niet essentieel non-existent = onbestaand unfair = oneerlijk; onfair informal = informeel unimportant = onbelangrijk unlimited = onbegrensd illogical = onlogisch illiterate = ongeletterd immature = onrijp impatient = ongeduldig unpopular = onpopulair powerless = machteloos irrational = irrationeel unreliable = onbetrouwbaar irresponsible = onverantwoordelijk insensitive = ongevoelig unsociable = onsociaal tactless = tactloos useless = nutteloos non-violent = niet gewelddadig illegal = illegaal; onwettig irregular = onregelmatig non-agressive = niet agressief daring = gedurfd the attraction = de aantrekkelijkheid the risk = het risico risky = riskant to be properly prepared = voorbereid zijn zoals het moet to attempt = wagen; proberen the experience = de ervaring; de ondervinding the equipment = de uitrusting a glacier = een gletsjer a challenge = een uitdaging to attract = lokken; aantrekken
Ingezonden op 17-11-2010 - 1276x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
ALLEEN focus vocabulary, niets van uit het handboek!!!
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!