Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Woordjes pta spelling

3 woorden uit examenteksten, spreekwoorden en uitdrukkingen

Jaar 6 (vwo)

criteria = normen
adequaat = passend
destructief = afbrekend
causaal verband = verband tussen oorzaak en gevolg
antropomorf = op de mens gelijkend
component = onderdeel
analoog = hetzelfde
actualiseren = aanpassen aan de eigen tijd
arbeidsethos = de waardering van arbeid als iets positiefs voor de mens
attitude = houding
authentiek = oorspronkelijk
cooperatief {met een trema op de tweede 'o'}= op samenwerking gebaseerd
beogen = tot doel hebben
constitutie = lichamelijke gesteldheid
ambieren {met een trema op de eerste 'e'}= naar iets hogers streven
confidentieel = vertrouwelijk
didactisch = om iemand iets te leren
consensus = algemene gelijkheid van opvatting
corruptie = omkoopbaarheid
despoot = alleenheerser
etnische minderheid = bevolkingsgroep met een andere afkomst of cultuur dan de meerderheid
geflatteerd = te gunstig voorgesteld
faciliteiten = tegemoetkomingen
exponent = vertegenwoordiger van een bepaalde groep die daarvan alle kenmerken vertoont
expliciet = uitdrukkelijk
elite = kleine groep (bevoorrechte) mensen
dogmatisch = star aan de regels willen vasthouden
fenomeen = iemand die opvalt door bijzondere begaafdheid
ecotaks = belasting op milieuonvriendelijke producten
dissident = persoon met een afwijkende mening
geavanceerd = gebaseerd op de nieuwste ontwikkelingen
globaal = ruw geschat
feodale tijd = tijd waarin de adel en rijke mensen de dienst uitmaakten
frictie = onenigheid
hierarchie {met een trema op de eerste 'e'} = stelsel van hoger en lager geplaatsden 
discrepantie = (groot) verschil
fundamenteel = diepgaand
gelimiteerd = beperkt
geciviliceerd = beschaafd
dilemma = lastige keuze tussen twee oplossingen
onder een {accent aigu op de twee e's} deken liggen = gezamenlijk handelen in het voordeel van beiden, ongunstig bedoeld.
Komt men over de hond, dan komt men over de staart. = Als men een groot probleem overwint, komt men ook de kleinere problemen te boven.
Zo gewonnen, zo geronnen. = Als je gemakkelijk aan iets gekomen bent, raak je het ook weer gemakkelijk kwijt.
aan het kortste eind trekken = het verliezen
haar licht onder de korenmaat zetten = haar kennis of informatie voor zichzelf houden
de balans opmaken = de voor- en nadelen afwegen
ergens geen been in zien = er geen moeite mee hebben
iemand in diskrediet brengen = iemand verdacht maken
in het harnas sterven = overlijden terwijl je je werk doet
Beter hard geblazen dan de mond gebrand. = Voorzichtigheid voorkomt narigheid.
ergens een zware hypotheek op leggen = iets ernstig bemoeilijken
Bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen. = Iemands aard leert men pas kennen als het erop aankomt.
plaatsvervangende schaamte = een schaamtegevoel dat iemand krijgt, doordat anderen zich schaamteloos gedragen
Het is vijf voor twaalf. = Het is bijna te laat.
Dat is geen sinecure. = Het is geen gemakkelijke taak.
Omwille van de smeer, likt de kat de kandeleer. = Men doet vriendelijk tegen iemand omdat men voordeel denkt te behalen.
de staf over iets breken = een afkeurend oordeel uitspreken over iets
De teerling is geworpen. = Er is een besluit genomen en de gevolgen zullen moet worden geaccepteerd. 
een vicieuze cirkel = een rampzalige kringloop van oorzaak en gevolg

Ingezonden op 03-01-2011 - 1476x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 12-01-2011.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

co"operatief
ambi"eren

Vakken

Woordjes pta spelling

3 woorden uit examenteksten, spreekwoorden en uitdrukkingen