Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
gewoon DE belangrijke lijsten die je nodig hebt
› 3 latijn LINGUA LATINA alle woordjes les 3 tm 12! foutloos!!!
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
gewoon DE belangrijke lijsten die je nodig hebt
, deel 1
3 latijn LINGUA LATINA alle woordjes les 3 tm 12! foutloos!!!
Jaar 1 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Ut = zoals vita = leven cicus = circus saepe = vaak laudare = prijzen deliberare = nadenken (over) quantus = hoe/wat groot, hoe/wat veel aedificium = gebouw vicus = steeg clamor = geschreeuw dominus = meester domina = meesteres mercator = koopman vinum = wijn donum = geschenk poscere = verlangen tantus = zo groot, zo veel sustinere = uithouden, verdragen iuvat me = ik vind het leuk inter + acc. = tussen hora = uur per + acc. = door(heen) ambulare = wandelen ad + acc. = naar accedere = komen (naar) petere = gaan naar, verlangen, vragen negare = ontkennen sed = maar ridere = lachen habere = hebben unus = een donare = geven studere = studeren in + acc. = in fortuna = geluk currere = hardlopen in +abl = in pro +abl = voor expectare = verwachten subito = plotseling sine +abl = zonder mater stam matr- = moeder cum +abl = met e / ex +abl = uit mulier stam: mulier- = vrouw malus = slecht ego / me = ik / mij magnus = groot cura = zorg observare = letten op cuncti M MV = alle stare = staan locus = plaats properare = zich haasten animus = geest de +abl = van descendere = afdalen manere = blijven spectare = zien sperare = hopen fortasse = mischien frustra BIJW. = tevergeefs a / ab +abl = van (af) maestus = treurig deus = god dea = godin perdere = vernietigen in amino habere = van plan zijn gladiotor = gladiator salutare = groeten alius = ander alius...alius = de een ... de ander alii...alii = sommigen ... anderen petere = gaan naar, vragen, verlangen, aanvallen gladius = zwaard timor = angst vacare = vrij zijn van igitur = dus victoria = overwinning pugnare = vechten laborare = hard werken sustinere = uithouden observare = in het oog houden tandem = eindelijk modo = (zo)juist, alleen, slechts neque...neque = niet ... en ook niet, noch...noch pugna = gevecht alter = de een, de ander alter...alterum = elkaar vulnerare = verwonden tam = zo iniustus = onrechtvaardig pecunia = geld abundare = in overvloed hebben divitae = rijkdom carere = niet hebben amor = liefde ne...quidem = zelfs niet, ook niet ludus = spel iacere = liggen victor = overwinnaar cedere = weggaan (uit) nex = dood dolere = bedroefd zijn littera = letter litterae = brief scribere = schrijven posse = kunnen puella = meisje inquit = zegt (hij) solus = alleen -que = en accidere = gebeuren contentus (+ abl) = tevreden convenire = samenkomen debere = moeten sic = zo orare = bidden dare = geven liberare (+abl) = bevrijden van tamen = toch finire = afmaken vale! = dag! protegere = beschermen si = als quis? = wie? conciliare = tot stand brengen nisi = behalve auxilium = hulp nonne? = (dan) niet? sacrificium = offer delectare = verheugen -ne? = (vraagwoordje) vovere = beloven sero = laat ira = woede filius = zoon filia = dochter magister = leraar suus = zijn, haar, hun liber = boek curare = zich bekommeren om disputare (de) = discussiƫren (over) narrare = vertellen consilium = plan rex, regis = koning pulcher = mooi tuus = jouw miser = ongelukkig meus = mijn plenus = vol (van) invidia = jaloezie puer = jongen vester = jullie noster = onze navigare = varen verbum = woord gloria = roem cupidus = vol verlangen (naar) vir = man, kerel periculum = gevaar admonere = waarschuwen monstrum = monster terra = land situs = gelegen oppidum = stad ager = akker invenire = ontdekken ubique = overal quaerere = zoeken modo ... modo ... = nu eens ... dan weer ... apud + acc = bij faber = handwerker ante + acc = voor pretium = prijs scire = weten vox; vocis = stem gaudium = vreugde tum = dan vadere = gaan cito = snel officium = taak bene = goed explere = vervullen statim = meteen adeo = zo erg deserere = verlaten cum = toen quo? = waarheen? firmus = sterk tenere = vasthouden abducere = ontvoeren evadere = ontsnappen votum = gebed carcer; carceris = kerker claudere = sluiten post + acc = na nonnulli = enige; enkele discedere = weggaan tragoedia = tragedie profecto = werkelijk sumere = nemen materia = materiaal superbia = hoogmoed postquam = nadat copia = voorraad copiae MV = troepen vincere = overwinnen triumphus = triomftocht ubi = waar, zodra plebs, plebis V = volk movere = bewegen patria = vaderland relinquere = verlaten adiuvare = helpen bellum = oorlog parrare = voorbereiden satis = genoeg accusare = aanklagen prodere = verraden circumdare = omsingelen fingere = vormen legio-onis V = legioen pellere = verslaan miles, militis = militair caedere = doden discere = leren comprehendere = begrijpen etiamsi = ook al ad +acc = naar vituperare = afkeuren privatus = persoonlijk comparare = bijeenbrengen aeternus = eeuwig imminere = bedreigen nos = wij paulum = korte tijd caesar = caesar dictator = dictator insidiae = hinderlaag occidere = doden fere = bijna graecia = griekenland se = zich heres = erfgenaam inimicus = vijand seditio = opstand donec = totdat sibi = zich notus = bekend vos = jullie ceteri = overige regina = koningin provincia = provincie imperium = rijk concedere = toestaan ut = zoals vivere = leven pax, pacis = vrede diuturnus = langdurig honor = eer tribuere = verlenen nominare = noemen ara = altaar licet mihi = ik mag inter + acc = tussen perturbare = in verwarring brengen audacia = moed qui; quae = dat favere = gunstig gezind zijn uxor; uxoris = echtgenote ducere = leiden uxorem ducere = trouwen quamquam = hoewel magis = meer optare = wensen nepos; nepotis = kleinzoon amittere = verliezen postea = later; daarna mos; moris = gewoonte mores = leefwijze asper = ruw mox = spoedig parvus = klein insula = eiland transportare = overbrengen educare = opvoeden is; ea; id = hij, zij, het primo = eerst soror; sororis = zus deinde = daarna vita cedere = sterven annus = jaar gignere = baren vitam agere = een leven leiden liber = vrij quoque = ook removere = verwijderen atque = en iterum atque iterum = telkens weer venia = vergeving vocare = roepen
Ingezonden op 11-01-2011 - 966x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
25-02-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
no more greek and latin in this method
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!