Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Challenges, deel 1

0 get ready

Jaar 1 (Gymnasium)

about=	 over
Africa = Afrika
Alsatian	= Duitse herder
American=	 Amerikaanse
answer= antwoord
April= april
area= buurt
Argentina= Argentinië
Argentinian=	 Argentijnse
arm=	 arm 
armchair=	leunstoel
art=	tekenen
at home=	thuis
August=	augustus
aunt=	tante
Australia=	Australië 
Australian=	Australiër
back=	rug
bag=	tas
basketball player=	basketbalspeler
bath=	badkuip
bathroom=	badkamer/toilet
bed=	bed 
bedroom=	slaapkamer
behind=	achter
between=	tussen
big=	groot
bin=	afvalemmer
black=	zwart
blackboard=	(school)bord
blue=	blauw
book=	boek
bookshelf=	boekenplank
box=	hoesje
boy=	jongen
boyfriend=	vriend(je)
British=	Brit
brother=	broer
brown=	bruin
Canada=	Canada
Canadian=	Canadese
captain=	aanvoerder
carpet=	tapijt
CD (compact disc)=	cd 
CD player=	cd-speler
chair=	stoel
child, pl children=	kind 
chimney=	schoorsteen
class=	klas, groep
close=	dichtdoen
computer=	computer
concert=	concert
cooker=	gasstel
correct=	juist
course book=	cursusboek 
cousin=	nicht
cupboard=	kast
curtains	=gordijnen
dad=	vader, papa
dark=	donker
daughter=	dochter
December=	december
desk=	(school)bank
dictionary=	woordenboek
doctor=	dokter
dog=	hond
door=	deur
double=	dubbel
downstairs=	beneden
DVD player=	dvd-speler
ear=	oor
eight=	acht 
eighteen=	achttien
eighteenth=	achttiende
eighth=	achtste
eighty=	tachtig
elbow=	elleboog
eleven=	elf
eleventh=	elfde
English=	Engels
fantastic=	fantastisch
fat=	dik
father=	vader
February=	februari 
fifteen=	vijftien
fifth=	vijfde
fifty=	vijftig 
finger=	vinger
fireplace=	open haard
first=	eerste
five=	vijf
five past=	vijf over
floor=	vloer
foot, pl feet=	voet
football team=	voetbalteam
forty=	veertig
four=	vier
fourteen=	veertien
fourth=	vierde
France=	Frankrijk 
French=	Franse
Friday=	vrijdag
fridge=	koelkast
friend=	vriendin
geography=	aardrijkskunde
girl=	meisje
granddaughter=	kleindochter
grandfather=	grootvader, opa
grandmother=	grootmoeder, oma
grandson=	kleinzoon
great=	fantastisch
Greece=	Griekenland
Greek=	Griekse
green=	groen
grey=	grijs
group=	(pop)groep
hand=	hand
he=	hij
heavy metal=	heavy metal
hello=	hallo
her=	haar
here=	hier
hi=	hoi
him=	hem
his=	zijn
history=	geschiedenis
hospital	= ziekenhuis
husband=	man (echtgenoot)
I=	ik
I'm from=	ik kom uit
in=	in
in front of=	voor
international=	internationaal
Ireland=	Ierland
Irish=	Iers
it=	het
Italian=	Italiaans
Italy=	Italië
January=	januari
Japan=	Japan
Japanese=	Japans
July=	juli
June=	juni
kitchen=	keuken
knee=	knie
lamp=	lamp
left/right hand=	linker- / rechterhand
leg=	been
lesson=	les
listen to=	luisteren naar
living room=	woonkamer
look at=	kijken naar
magazine=	tijdschrift
man, pl men=	man 
March=	maart
match=	de juiste combinatie zoeken
maths=	wiskunde
May=	mei 
me=	mij
microwave=	magnetron
mirror=	spiegel
Monday=	maandag
mother=	moeder
mouth=	mond
mum=	moeder, mama
music=	muziek
my= mijn
name=	naam
neck=	hals
nephew=	neef (oom/tantezegger)
new=	nieuw
next to=	naast
Nice to meet you.=	aangenaam
niece=	nicht (oom/tantezegster)
nine=	negen
nineteen=	negentien
ninety=	negentig
ninth=	negende
nose=	neus
notebook=	(aanteken)schrift
November=	november
now=	nu
o'clock=	uur
October=	oktober
old=	oud
on=	op 
one=	één
one hundred=	honderd
open=	opendoen
orange=	oranje
our=	onze
over there=	daar(ginds)
Paris=	Parijs
park=	park
partner=	partner
pen=	pen
pencil=	potlood
person, pl people=	persoon 
physical education (P.E.)=	lichamelijke opvoeding
pink=	roze
plant=	plant
Poland=	Polen
police officer=	politieagente
Polish=	Pools
Portugal=	Portugal
Portuguese=	Portugees
poster=	poster
purple=	paars
quarter past (two)=	kwart over (twee)
quarter to (twelve)=	kwart voor (twaalf)
really=	echt 
red=	rode
roof=	dak
ruler=	liniaal 
Russia=	Rusland
Russian=	Russisch
Saturday=	zaterdag
school=	school
science	= natuurwetenschappen
Scotland=	Schotland
second=	tweede
sentence=	zin
September=	september
seven=	zeven
seventeen=	zeventien
seventh	= zevende
seventy=	zeventig
she=	zij, ze
short=	klein
shower=	douche
singer=	zanger
sink=	gootsteen
sister=	zus
sit down=	gaan zitten
six=	zes
sixteen=	zestien
sixteenth=	zestiende
sixth=	zesde
sixty=	zestig
small=	klein
sofa=	bank
son=	zoon
Spain=	Spanje
Spanish=	Spaans
spell=	spellen
stand up=	opstaan
stereo=	stereo(-installatie)
student=	student
Sunday= zondag
table=	tafel
tall=	lang
team=	club
television=	televisie
tell (someone)=	vertellen (aan iemand)
ten=	tien
tenth=	tiende
that=	dat
the United Kingdom=	het Verenigd Koninkrijk
the United States of America=	de Verenigde Staten
their=	hun
them=	ze
then=	dan, vervolgens
these=	deze
they=	zij (meervoud)
thin=	dun 
third=	derde
thirteen=	dertien
thirteenth=	dertiende
thirtieth=	dertigste
thirty= dertig 
thirty-first=	eenendertig 
this=	dit
those=	die
three=	drie
Thursday=	donderdag
toe=	teen 
toilet=	toilet
Tuesday=	dinsdag
Turkey=	Turkije
Turkish=	Turkse
twelfth=	twaalfde
twelve=	twaalf 
twenty=	twintig
two=	twee 
uncle=	oom
under=	onder
upstairs= 	boven
us=	ons 
video player=	videospeler
wall=	muur
wardrobe=	kledingkast
watch=	horloge
watch a video=	naar een video kijken
we=	wij, we 
Wednesday=	woensdag
Where= 	waar
white=	wit
who=	wie
window=	raam
woman pl women=	vrouw
Wow!=	wow!
yellow=	geel
you=	jij, je
young=	jong

Ingezonden op 12-01-2011 - 4557x bekeken.
Waardering 5.6 (aantal stemmen: 5)

voting system
1
2
3
4
5

ik heb dit ehaald van de site gymnasiumhiversum.nl dit hort niet bij challenges maar op het gmeentelijk gymnasium hiversum wordt dit gevraagd

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Challenges, deel 1

0 get ready