Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

New Headway English Course, deel pre-interm

0 alle irregular verbs vanaf to grow, vul past simple, past participle en de nederlandse vertaling in

Jaar 1 (vwo)

to grow = (past simple=grew)(past participle=grown)(vertaling=groeien)
to have = (past simple=had)(past participle=had)(vertaling=hebben)
to hear = (past simple=heard)(past participle=heard)(vertaling=horen)
to hit = (past simple=hit)(past participle=hit)(vertaling=raken)
to keep = (past simple=kept)(past participle=kept)(vertaling=hoiuden)
to know = (past simple=knew)(past participle=known)(vertaling=weten)
to learn = (past simple=learnt; learned)(past participle=learnt; learned)(vertaling=leren)
to leave = (past simple=left)(past participle=left)(vertaling=verlaten)
to lose = (past simple=lost)(past participle=lost)(vertaling=verliezen)
to make = (past simple=made)(past participle=made)(vertaling=maken)
to meet = (past simple=met)(past participle=met)(vertaling=ontmoeten)
to pay = (past simple=paid)(past participle=paid)(vertaling=betalen)
to put = (past simple=put)(past participle=put)(vertaling=instoppen)
to read = (past simple=read)(past participle=read)(vertaling=lezen)
to ride = (past simple=rode)(past participle=ridden)(vertaling=rijden)
to run = (past simple=ran)(past participle=run)(vertaling=rennen)
to say = (past simple=said)(past participle=said)(vertaling=zeggen)
to see = (past simple=saw)(past participle=seen)(vertaling=zien)
to sell = (past simple=sold)(past participle=sold)(vertaling=verkopen)
to send = (past simple=sent)(past participle=sent)(vertaling=zenden)
to shut = (past simple=shut)(past participle=shut)(vertaling=sluiten)
to sing = (past simple=sang)(past participle=sung)(vertaling=zingen)
to sit = (past simple=sat)(past participle=sat)(vertaling=zitten)
to sleep = (past simple=slept)(past participle=slept)(vertaling=slapen)
to speak = (past simple=spoke)(past participle=spoken)(vertaling=praten)
to spend = (past simple=spent)(past participle=spent)(vertaling=uitgeven)
to stand = (past simple=stood)(past participle=stood)(vertaling=staan)
to steal = (past simple=stole)(past participle=stolen)(vertaling=stelen)
to swim = (past simple=swam)(past participle=swum)(vertaling=zwemmen)
to take = (past simple=took)(past participle=taken)(vertaling=pakken)
to tell = (past simple=told)(past participle=told)(vertaling=vertellen)
to think = (past simple=thought)(past participle=thought)(vertaling=denken)
to understand = (past simple=understoot)(past participle=understood)(vertaling=begrijpen)
to wake = (past simple=woke)(past participle=woken)(vertaling=waken)
to wear = (past simple=wore)(past participle=worn)(vertaling=dragen)
to win = (past simple=won)(past participle=won)(vertaling=winnen)
to write = (past simple=wrote)(past participle=written)(vertaling=schrijven)

Ingezonden op 12-01-2011 - 3610x bekeken.
Waardering 4.6 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

vul in elk hokje een antwoord in

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

New Headway English Course, deel pre-interm

0 alle irregular verbs vanaf to grow, vul past simple, past participle en de nederlandse vertaling in