Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Niek
› 4 Alle stones
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Niek
, deel 1
4 Alle stones
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
I was wondering if you'd like to go out with me tomorrow. = Ik vroeg me af of jij morgen met me uit zou willen gaan. Would you like to go out with me tonight? = Zou je vanavond met me uit willen gaan? Do you want to go swimming with me on Saturday? = Wil je zaterdag met mij gaan zwemmen? Why not come to the concert next week? = Waarom kom je volgende week niet mee naar het concert? Why not come over to my place tonight? = Waarom kom je vanavond niet langs bij mij thuis? Do you feel like going to the cinema? = Heb je zin om naar de bioscoop te gaan? How about coming along to Jason's party? = Hoe denk je erover om mee te gaan naar Jason's feest? Sounds great! = Dat klinkt fantastisch! Sure! = Natuurlijk! I'd love to, but I'm working on Saturday. = Ik zou heel graag willen, maar ik werk op zaterdag. I'd love to, but I'm busy tonight. = Ik zou heel graag willen, maar ik heb het druk vanavond. I'm afraid I can't, because tomorrow is my birthday. = Ik ben bang dat ik niet kan, omdat ik morgen jarig ben. I'm afraid I can't, because I'm going on holiday next week. = ik ben bang dat ik niet kan, omdat ik volgende week op vakantie ga. No thanks. = Nee dank je. Perhaps some other time. = Misschien een andere keer. Forget it! = Vergeet het maar! Hello, My name is Jennifer. = Hallo, Ik heet Jennifer. Hi, I'm Laura. = Hoi, Ik ben Laura. This is my girlfriend Rachel. = Dit is mijn vriendin Rachel. These are my friends Nick and Sarah. = Dit zijn mijn vrienden Nick en Sarah. I'd like you to meet my parents. = Ik wil graag dat je kennismaakt met mijn ouders. Pleased to meet you.;Nice to meet you. = Prettig kennis met je te maken. How are you? = Hoe gaat het met je? Right now I'm playing a computer game.= Ik nu op dit moment een computer spelletje aan het spelen. At the moment she's eating a hamburger. = Op dit moment eet zij een hamburger. At the moment I'm wearing blue trousers. = Ik draag op dit moment een blauwe broek. I like crime novels. = Ik houd van misdaadromans. My best friend likes junk food. = Mijn beste vriend houdt van een vette hap. I go to a large comprehensive school. = Ik ga naar een grote scholengemeenschap. We wear glasses. = Wij dragen een bril. My brothers have freckles. = Mijn broers hebben sproeten. Ian plays football at Caerleon Football club. = Ian speelt voetbal bij de Caerleon Voetbal Club. My sister lives in Caerleon. = Mijn zus woont in Caerleon. Ian wants to be a teacher. = Ian wil leraar worden. I'm looking forward to our date next Saturday. = Ik kijk uit naar onze afspraak aanstaande zaterdag. I'm looking forward to your next letter. = Ik kijk uit naar je volgende brief. I'm looking forward to Valentine's Day. = Ik kijk uit naar Valentijnsdag. I hope to see you again soon. = Ik hoop je snel weer te zien. I want to go fishing tomorrow. = Ik wil morgen gaan vissen. I can't wait to watch Buffy the Vampire Slayer tonight. = Ik kan niet wachten om Buffy de Vampire Slayer te zien vanavond. I hope to get lots of Valentine's cards. = Ik hoop veel Valentijnskaarten te krijgen. What was Susan doing then? = Wat was Susan toen aan het doen? What was your boyfriend doing last night? = Wat was je vriendje gisteravond aan het doen? What was going on last night? = Wat gebeurde er gisteravond? Why were your parents laughing when I called? = Waarom lachten je ouders toen ik opbelde? Why were Jane and her boyfriend kissing when Mary came in? = Waarom waren Jane en haar vriend aan het zoenen toen Mary binnenkwam? Where were you going when I ran into you? = Waar ging je naar toe toen ik je tegenkwam? Where were you going at six o'clock? = Waar ging je naar toe om zes uur Susan was making dinner then. = Susan was toen het avondeten aan het maken. My boyfriend was calling a friend last night. = Mijn vriendje was gisteravond een vriend aan het bellen. My parents were laughing, because they were happy. = Mijn ouders lachten, omdat ze gelukkig zijn. Jane and her boyfriend were kissing, because they are in love. = Jane en haar vriendje waren aan het zoenen, omdat ze verliefd zijn. We were going to the cinema, when we ran into you. = We gingen naar de bioscoop, toen we jou tegenkwamen. They were fighting at six o'clock. = Ze hadden ruzie om zes uur.;Ze waren aan het vechten om zes uur.
Ingezonden op 19-01-2011 - 977x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Goede lijst
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!