Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Lingua Latina, deel 3

40 A + B + C Woordenlijst achterin.

Jaar 3 (Gymnasium)

arsi = pf ardere
auris = oor
accepi = pf accipere
auferre = wegdragen; -brengen
adiutus = ppp adiuvare
auctus = ppp augere
aliquis, -quid = iemand, iets
alio = ergens anders heen
aliquando = eens; op een keer
auxi = pf augere
aperui = pf aperire
accidit = pf accidere
abditus = ppp abdere
accidere = gebeuren
abstuli = pf auferre
aspexi = pf aspicere
atrox = afgrijselijk; gruwelijk; verschrikkelijk
aureus = gouden
accipere = aannemen; ontvangen; begrijpen; krijgen; vernemen
agnitus = ppp agnoscere
adversus + acc = tegen
abicere = wegwerpen; neerwerpen
addere = toevoegen
absumere = verbruiken; vernietigen
a / ab + abl bij pass = door
alter...alterum = elkaar
amplus = ruim; groot
afui = pf abesse
agmen = troep; schare; stoet
amisi = pf amittere
amicus = vriend
annus = jaar
ambulare = wandelen
in animo habere = van plan zijn
at = maar
appropinquere = naderen; eraan komen
augere = vermeerdere; vergroten
ait = zij zegt/ zij beweert
aliqui, -quae ,-quod = een (of ander)
atrium = atrium; hal
auctor = dader; aanstichter; schrijver; stamvader
aequalis = leeftijdgenoot
aurum = goud
apud + acc = bij
atque = en
audire = horen; luisteren
avis = vogel
accurri = pf accurrere
acerbus = zuur; streng; wrang
accessum = ppp accedere
apertus = ppp aperire
arbitrari = menen; denken; geloven (dep)
animus = geest; ziel; gedachten; hart; moed
amor = liefde
anima = adem; ziel leven
amissus = ppp amittere
an = of
agnoscere = leren kennen; onderkennen
alii...alii = sommigen ... anderen
audacia = moed; overmoed; brutaliteit
affirmare = verzekeren; beweren; bevestigen; versterken
affixus = ppp affigere
alius...alius = de een...de ander
adesse = aanwezig zijn; er zijn
afferre = dragen; brengen naar
aestus = hitte; gloed
aedes = huis
adii = pf adire
affigere = bevestigen; aanhechten
adire = gaan naar; bezoeken
aedificare = bouwen; oprichten
adiuvare = helpen
adeo = zo erg; zo zeer
abductus = ppp abducere
abesse = afwezig zijn; weg zijn; ontbreken; ver weg zijn
a / ab + abl = van(af)
acceptus = ppp accipere
actus, -us = handeling; handelwijze
abieci = pf abicere
aeternus = eeuwig
aedificium = gebouw
absumpsi = pf absumere
abii = pf abire
abitum = ppp abire
affeci = pf afficere
abstinere + abl = zich onthouden van
aetas = tijd; leeftijd
adventum = ppp advenire
adveni = pf advenire
addidi = pf addere
adduxi = pf adducere
adducere = wegvoeren; ontvoeren
abdidi = pf abdere
ad + acc = naar; tot; bij; tegen
adfui = pf adesse
admiratio = bewondering
adulescens = jong; jongen; jongeman
adversus = tegenover(staand); tegen-
adhuc = tot nu toe; nog
adiuvi = pf adiuvare
aditus = ppp adire
aequare = gelijkmaken; evenaren
admonere = waarschuwen; raadgeven; aansporen
afficere = voorzien van; vervullen van; uitrusten met
adhibere = aanwenden; gebruiken; erbij betrekken; erbij halen
allatus = ppp afferre
ager = akker; grond; land; veld
attuli = pf afferre
aiunt = zij zeggen/ zij beweren
agri cultura = landbouw; akkerbouw
amare = verliefd zijn op; houden van; beminnen
alter = de een; de ander
amica = vriendin
agitare = drijven; voortdrijven; opdrijven
ante + acc = voor
ars = kunst; vaardigheid
argentum = zilver
aquila = (legioens)adelaar
abundare + abl = in overvloed hebben
arcere = afweren; afhouden
antiquus = oud
bonae artes = schone kunsten
aspicere = kijken naar; zien
appellare = noemen
aspectus = aanblik
auxilium = hulp
audere = durven; wagen
asper = ruw; ruig; grof; hard; scherp; streng
alius = ander
alienus = andermans; vreemd
autem = maar; echter; en; nu; verder
aqua = water
avus = grootvader
ave = gegroet; hallo
amittere = verliezen
ante (bijw) = tevoren; vroeger
amicitia = vriendschap
altus = hoog
affixi = pf affigere
agnovi = pf agnoscere
animal = levend wezen; dier
agere = doen; handelen; onderhandelen
abdere = verbergen; verstoppen
absumptus = ppp absumere
abduxi = ppp abducere
abducere = wegvoeren; ontvoeren
affectus = ppp afficere
aedis = tempel
aperire = openen
arma = wapens
apparere = verschijnen; blijken; duidelijk zijn
ara = altaar
arbor = boom
arx = burcht
abire = (weg)gaan; vertrekken
adversarius = tegenstander
ablatus = ppp auferre
advenire = komen naar; naderen; aankomen bij; bereiken
abiectus = ppp abicere
ardere = branden; gloeien
antea = voorheen; vroeger
additus = ppp addere
adductus = ppp adducere
actus = ppp agere
acer = scherp; streng; hard
accusare = aanklagen; beschuldigen
accurrere = komen aanrennen; rennen naar
accessi = pf accedere
accedere = komen naar
beatus = gelukkig
bonus = goed
bonum = het goede
brevis = kort
beneficium = weldaad; gunst
bellum = oorlog
bos = koe; rund; os
bona = have en goed; goederen
bene = goed
bestia = beest
barbarus = barbaar; vreemdeling
casus = val; toeval; ongeval
cepi = capere
comperire = vernemen
census = ppp censere
conditus = ppp condere
conari = proberen (dep.)
capere = grijpen
captus = ppp capere
cultus = ppp colere
consensum = ppp consentire
communis = gemeenschappelijk
caesus = ppp caedere
censere = schatten; beoordelen; van mening zijn
celer = snel
consentire = overeenstemmen; het eens zijn
cavere = oppassen; uitkijken; op zijn hoede zijn (voor)
cautum = ppp cavere
concedere = toestaan; afstaan; geven
consensi = pf consentire
cognitus = ppp cognoscere
que de causa = waarom; daarom
circumvenire = omringen; omsingelen
circumdatus = ppp circumdare
conquirere = opzoeken; opsporen
cause + gen = wegens; om
conficere = afmaken; vlotooien
captivus = (krijgs)gevangene
caesar = caesar
comes = begeleider; metgezel
captare = (gretig) grijpen; proberen te krijgen
carpere = (af)plukken; (af)vreten
concilium = bijeenkomst; vergadering
colere = bewerken; bebouwen; behandelen; in ere houden; vereren; verzorgen
commovere = bewegen; ertoe brengen
civis = burger
carthago = carthago
capessivi = capessere
conscendere = bestijgen; beklimmen; aan boord gaan
clam = in het geheim
canis = hond
comprehendere = grijpen; begrijpen
coercere = in bedwang houden; bestraffen
caput = hoofd; kop
concludere = insluiten; opsluiten; concluderen
clarus = beroemd; duidelijk; helder; luid
confiteri = bekennen; toegeven (dep.)
confirmare = bevestigen; versterken; bemoedigen
capessere = grijpen; pakken
cognito = het leren kennen; gerechtelijk onderzoek
caelum = hemel
comparare = bijeenbrengen; op de been bregen; maken; verschaffen
castra = legerkamp
censui = pf censere
carcer = kerker; gevangenis
carere = niet hebben; missen; vrij zijn van
carpsi = pf carpere
comoedia = komedie; blijspel
clemens = mild; toegeeflijk; aardig; vriendelijk
cessi = pf cedere
cavi = pf cavere
circumtuli = pf circumferre
circumlatus = pf circumferre
carmen = lied; gedicht
caedere = neerslaan; doden; slaan
ceteri = overige; rest
capessitus = pf capessere
clementia = mildheid; genade
cogere = bijeen brengen; verzamelen; dwingen
cécidi = pf cadere
ceterum = overigens; verder
circumdare = ongeven; omsingelen
causa = oorzaak; reden; proces; rechtszaak
clades = nederlaag
cecídi = pf caedere
caedes = moord; bloedbad
conscius = op de hoogte van; zich bewust van
cohors = cohort; legerafdeling
confeci = pf conficere
coegi = pf cogere
confugi = pf confugere
condidi = pf condere
cognovi = pf cognoscere
commovi = pf commovere
comperi = pf comperire
circumdedi = pf cirumdare
clausi = pf claudere
confessus sum = pf confiteri (dep.)
campus = vlakte; veld
caro = vlees
classis = vloot
confugere = vluchten
confectus = ppp conficere
composui = pf componere
comprehendi = pf comprehendere
concessi = pf concedere
conclusi = pf concludere
collocare = plaatsen; legggen; zetten
conscendi = pf conscendere
compositus = ppp componere
coepi = pf incipere
consedi = pf considere
consilium = plan; raad; advies; beraadslagin; besluit
carptus = ppp carpere
cessum = ppp cedere
circumventus = ppp circumvenire
compertus = ppp comperire
conquisivi = pf conquirere
commissus = ppp committere
colui = pf colere
commisi = pf committere
commotus = ppp commovere
comprehensus = ppp comprehendere
concessus = ppp concedere
clausus = ppp claudere
coactus = ppp cogere
cito = snel
committere = tot stand brengen; toevertrouwen
civitas = staat; burgerrecht
claudere = sluiten; opsluiten
conciliare = tot stand brengen
coeptus = ppp incipere
calamitas = ramp; ongeluk; onheil; schade
condere = stichten; bouwen; begraven; verberten
certare = strijden; twisten over
celeritas = snelheid
circus = circus; renbaan
cogitare = denk; bedenken; overwegen
conclusus = concludere
centurio = centurio; hoofdman
considere = gaan zitten; plaats nemen
consistere = gaan staan; blijven staan; bestaan; plaatsnemen
circumveni = pf circumvenire
clamor = geschreeuw; kreet
coniunx = echtgenoot; echtegenote
cantare = zingen
cedere = weggaan; verlaten
pro certo hebere = voor zeker houden
certus = zeker; betrouwbaar; bepaald; vastgesteld
certe = zeker; ongetwijfeld; beslist
commemorare = vermelden; spreken over
cognoscere = vernemen; merken; heerkennen; lerenkennen; onderzoeken; ontdekken
condemnare = veroordelen
complures = verscheidene; vele; een flink aantal
cibus = voedesel; eten; gerecht
circum = rondom; om
componere = samenstellen; maken
conquisitus = ppp conquirere
conscensus = ppp conscendere
clamare = roepen; schreeuwen
conciliare sibi = voor zich winnen
condicio = voorwaarde; toestand
circumferre = ronddragen
cadere = vallen
contingere = aanraken; (ge)lukken; ten deel vallen
cuncti = alle
corrumpere = bederven; verleiden
cupiditas = begeerte; verlangen
cupido = begeerte; verlangen
cupere = begeren; verlangen; wensen; willen
consulere = beraadslagen; overleggen; overwegen
constare = bestaan; vasttstaan; bekend zijn; kosten
continere = bevatten; omvatten
custodire = bewaken; passen op
custos = bewaker
cultura = bewerking; bebouwing
convocare = bijeenroepen
consul = consul
curia = curia; senaatsgebouw
cottidie = dagelijks; elke dag
credere = geloven; vertrouwen
consuetudo = gewoonte; gebruik
crescere = groeien; toenemen
crinis = haar
currere = hardlopen; rennen
contingit = het gebeurt; het lukt
conspicere = in het oog krijgen; zien; betekenen
crepare = klinken; kraken
crux = kruis
corpus = lichaam; lijk; lijf
cum + abl = met; samen met
consulere + acc = om raad vragen; raadplegen
convertere = omkeren; omdraaien; richten; wenden
consulere in = optreden tegen; behandelen
conspexi = pf conspicere
constiti = pf constare + pf consistere
consitui = pf constituere
consului = pf consulere
contempsi = pf contemnere
contendi = pf contendere
contigi = pf contingere
conveni = pf convenire
converti = pf convertere
correxi = pf corrigere
corrupi = pf corrumpere
credidi = pf credere
crepui = pf crepare
crevi = pf crescere
cupivi = pf cupere
cucurri = pf currere
conspectus = ppp conspicere
constitutus = ppp constituere
consultus = ppp consulere
contemptus = ppp contemnere
contentus = ppp contendere
contactus = ppp contingere
conventum = ppp convenire
conversus = ppp convertere
correctus = ppp corrigere
corruptus = ppp corrumpere
creditus = ppp credere
crepitum = ppp crepare
cretum = ppp crescere
cupitus = ppp cupere
cursum = ppp currere
convenire = samenkomen; tegenkomen; ontmoeten; overeenkomen
culpa = schuld
constans = standvastig; vastberaden
creber = talrijk; veelvuldig
contra = tegen
contentus + abl = tevreden (met)
cum = toen; als; wanneer
cum + coni = toen; omdat; hoewel
copiae = troepen
constantia = vastberadenheid
constituere = vaststellen; afspreken; aanstellen; besluiten
contemnere = verachten; minachter
corrigere = verbeteren; corrigeren
cupidus = vol verlangen
copia = voorraad; overvloed
cur = waarom
currus = wagen
crudelis = wreed
crudeitas = wreedheid
curare = zich bekommeren om; zorgen (voor); verzorgen
contendere = zich inspannen; zich haasten; snellen; strijden; vechten
cura = zorg; aandacht
consulere + dat = zorgen voor

Ingezonden op 29-10-2007 - 2511x bekeken.
Waardering 7.4 (aantal stemmen: 15)

voting system
1
2
3
4
5

Alle woorden A tm C die in de lijst achterin het boek staan van LinguLatina Deel 3. d.w.z. woorden A tm C van hf 1 tm 40.3

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Lingua Latina, deel 3

40 A + B + C Woordenlijst achterin.