Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Na Klar!, deel 2

6 alles + overtreffende trap en redemittels

Jaar 3 (havo/vwo)

§2

abhauen - abgehauen = weglopen
abgemacht = afgesproken
anderthalb Jahre = anderhalf jaar
bestimmt = beslist
der Automechaniker = de automonteur
deswegen = daarom
fast = bijna
geeignet = geschikt
gerade = zojuist
der Grund = de reden
jedenfalls = in ieder geval
nachher = straks
pünktlich = precies op tijd
raten = adviseren
schaffen = halen
die Schule schwänzen = spijbelen
sonst = anders
unbedingt = hoe dan ook
vorläufig = voorlopig
die Werkstatt = de werkplaats
§4
inteligent = klug
het bedrijf = der Betrieb
de opleiding = die Ausbildung
het kantoorwerk = die Büroarbeit
iets snappen = etwas kapieren 
het cijfer = die Note
§4 overtreffende trap
groot = groß
groter = größer
het grootst = am größten
hoog = hoch
hoger = höher
het hoogst = am höchsten
dichtbij = nah
dichtbijer = näher
het dichtstbij = am nächsten
goed = gut
beter = besser
het best = am besten
graag = gern
liever = lieber
het liefst = am liebsten
veel = viel
meer = mehr
het meesten = am meisten
mooi = schön
mooier = schöner
het mooist = am schönsten
snel = schnell
sneller = schneller
het snelst = am schnellsten
nieuw = neu
nieuwer = neuer
het nieuwst = am neuesten
vroeg = früh
vroeger = früher
het vroegst = am frühesten
breed = breit
breeder = breiter
het breedst = am breitesten
knap = hübsch
knapper = hübscher
het knapst = am hübschesten
zoet = süß
zoeter = süßer
het zoetst = am süßesten
oud = alt
ouder = älter
het oudst = am ältesten
arm = arm
armer = ärmer
het armst = am ärmsten
dom = dumm
dommer = dümmer
het domst = am dümmsten
hard = hart
harder = härter
het hardst = am härtesten
jong = jung
jonger = jünger
het jongst = am jüngsten
koud = kalt
kouder = kälter
het koudst = am kältesten
slim = klug
slimmer = klüger
het slimst = am klügsten
kort = kurz
korter = kürzer
het kortst = am kürzesten
lang = lang
langer = länger
het langst = am längsten
scherp = scharf
scherper = schärfer
het scherpst = am schärfsten
zwak = schwach
zwakker = schwächer
het zwakst = am schwächsten
sterk = stark
sterker = stärker
het sterkst = am stärksten
warm = warm
warmer = wärmer
het warmst = am wärmsten
§4 redemittel
Deze wagen is mooier dan de andere = Dieser Wagen ist schöner als der andere
Ik ben niet zo slim als hij = Ich bin nicht so klug wie er
Zij is het slimst = Sie ist am klügsten
Het liefst zou ik automonteur willen worden = Am liebsten möchte ich Mechaniker werden
Hij is groter dan ik = Er ist größer als ich
Zij is net zo oud als ik = Sie ist genauso alt wie ich
Zij leert even veel als vroeger = Sie lernt ebenso viel wie früher
Mijn cijfers zijn beter dan op het gymnasium = Meine Noten sind besser als im Gymnasium
§5 
het vwo-eindexamen = das Abitur
het havo-eindexamen = die Mittlere Reife
het vmbo-eindexamen = der Hauptschulabschluss
volgens mij = meiner Meinung nach
§5 redemittel
Wat een onzin! = So ein Quatsch!
Weet je al wat je zou willen doen? = Weißt du schon, was du machen mochtest?
Ik wil aan de universiteit studeren = Ich möchte an der Universität studieren
Dat kan nog wel veranderen = Das kann sich ja noch ändern
Geen idee! = Keine Ahnung!
Wanneer zou je tijd dan hebben? = Wann hättest du denn Zeit?
Komt het je dinsdag uit, meteen na schooltijd? = Wie wäre es am Dienstag, gleich nach der Schule?
Dat is heel lief van je = Das wäre ganz lieb von dir 
Ik ben vastbesloten = Ich bin fest entschlossen
Daar heb ik een heel andere mening over dan jij = Da bin ich anderer Meinung als du
Dat kun je toch niet maken! = Das kannst du doch nicht machen!
was niet zo bedoeld! = War ja nicht so gemeint
§6
knutselen = basteln
de leerling, iemand die in opleiding is = der Auszubildende/der Azubi
het sollicitatiegesprek = das Vorstellungsgespräch
de sollicitatie = die Bewerbung
de sollicitatiebrief = das Bewerbungsschreiben
de sollicitatiestukken = die Bewerbungsunterlagen
de indruk = der Eindruck
de geboortedatum = das Geburtsdatum
de geboorteplaats = der Geburtsort
de burgelijke staat = der Familienstand
CV = der Lebenslauf
de scholing = die Schulbildung
het verblijf in het buitenland = der Auslandsaufenthalt
de talenkennis = die Sprachkenntnisse
de sterke kanten = die Stärken
persoonlijke gegevens = persönliche Daten
overtuigend = überzeugend 
ongetrouwd = ledig
§6 redemittel
Ik zou graag naar deze baan willen solliciteren = Ich möchte mich um diese Stelle bewerben
Ik ben opgewonden = Ich bin aufgeregt

Ingezonden op 26-01-2011 - 2191x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Alles staat er in foutjes? graag verbetering sturen

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Na Klar!, deel 2

6 alles + overtreffende trap en redemittels