Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Nue Kontakte
› 6 Alle steh'n auf grün Roncalli-alles
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Nue Kontakte
, deel B
6 Alle steh'n auf grün Roncalli-alles
Jaar 2 (vmbo-kgt)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
A das Dorf = het dorp die Stadt = de stad Deutschland = Duitsland Österreich=Oostenrijk die Schweiz = Zwitserland Ich wohne in Holland. = Ik woon in Nederland. B die Schule = de school Ich gehe in eine Hauptschule. = Ik zit op het VMBO. die Klasse = de klas In welche Klasse gehst du? = In welke klas zit jij? Was willst du werden? = Wat wil je worden? Was ist dein Traumberuf? = Wat is jouw droomberoep? Ich habe darüber nachgedacht. = Ik heb erover nagedacht. Ich weiß es noch nicht. = Ik weet het nog niet. Wo hast du ein Praktikum gemacht? = Waar heb jij stage gelopen? Wie hat es dir gefallen? = Hoe is het jou bevallen? Ich möchte Bauer werden. = Ik wil graag boer worden. Weißt du es schon? = Weet jij het al? später = later C die Kuh = de koe die Kühe = de koeien das Schwein = het varken die Schweine = de varkens das Huhn = de kip die Hühner = de kippen das Ei = het ei die Eier = de eieren der Bauernhof = de boerderij Ich habe eine Woche gearbeitet. = Ik heb een week gewerkt. die Arbeit = het werk zu Hause = thuis D. Mein Name ist Jan. = Mijn naam is Jan. das Hobby = de hobby die Hobbys = de hobby's die E-Mail-Adresse = het e-mailadres die Tierarzthelferin = de dierenarts-assistente das Tier = het dier die Tiere = de dieren Ich kann gut mit Tieren umgehen. = Ik kan goed met dieren omgaan. von acht bis fünf Uhr = van acht tot vijf uur 1000 Euro pro Monat = 1000 Euro per maand E der Kopf = het hoofd die Nase = de neus das Ohr = het oor die Ohren = de oren das Auge = het oog die Augen = de ogen das Fell = de huis das Bein = het been die Beine = de benen der Schwanz = de staart der Rücken = de rug der Bauch = de buik der Hund = de hond die Katze = de kat der Fisch = de vis die Fische = de vissen das Pferd = het paard das Kaninchen = het konijn die Kaninchen=de konijnen schwarz = zwart weiß = wit grau = grijs gelb = geel lila = paars rot = rood orange = oranje rosa = rose braun = bruin dunkelblau = donkerblauw hellgrün = lichtgroen dünn = dun dick = dik kurz = kort groß = groot Ich wohne in den Niederlanden. = Ik woon in Nederland der Wohnort = de woonplaats Weißt du schon, was du werden willst? = Weet je al wat je wilt worden? Wie lange dauert das Praktikum? = Hoe lang duurt de stage? die Ausbildung = de opleiding der Beruf = het beroep zum Beispiel = bijvoorbeeld erzählen = vertellen Wie sieht es aus? = Hoe ziet het eruit? bunte Farben = bonte kleuren z.B. = zum Beispiel der Bauer = de boer die Bäuerin = de boerin männlich = mannelijk weiblich = vrouwelijk dick=dik dünn=dun groß=groot klein=klein lang = lang
Ingezonden op 01-02-2011 - 728x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!