Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
DACCORDDD
› 3 C'est du Sport! Woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
DACCORDDD
, deel 4
3 C'est du Sport! Woordjes
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
remporter l'épreuve = de wedstrijd winnen le champion= de kampioen lever son verre= zijn glas heffen le cyclisme= het wielrennen l'arrivée= de aankomst courir= rennen la frontière= de grens le virage = de bocht ouvert= open le maillot jaune= de gele trui santé= gezondheid un sport de combat= een vechtsport le bonheur= het geluk le goût= de smaak l'espoir= de hoop attiré par= aangetrokken door un coup de foudre= een liefde op het eerste gezicht s'éclater= uit z'n dak gaan privilégié= bevoorrecht la chance= de kans la tête= het hoofd l'épaule= de schouder la jambe= het been les fesses= de billen quelques= enkele tout= heel/elke certains= sommige autre chose= iets anders avant= eerst après= daarna ensuite= vervolgens enfin= ten slotte comme= zoals ainsi que= evenals au contraire= daarentegen bien que= hoewel la simplicité= de eenvoud difficile= moeilijk proche= dichtbij se déplacer= zich verplaatsen le copain= de vriend le foyer d'accueil= het tehuis le luxe= de luxe facile= makkelijk loin= ver s'arrêter= stoppen l'adversaire= de tegenstander la famille= het gezin naître= geboren worden devenir= worden vivre= leven devoir= moeten oef/hè hè= ouf zweten zeg= Quelle sueur eerlijk gezegd= franchement die lerares= cette prof wat vreselijk= quelle horreur dat is niet waar/nee toch= c'est pas vrai stel je voor= figure-toi dat is best wel stoer= c'est assez macho oké, hoor eens= bon, mais écoute dan/vervolgens= puis omdat= parcer que maar= mais dus= alors ten slotte= finalement bovendien= en plus als/indien= si anders= sinon toch/wel= quand même zelfs al= même si eerst= d'abord la victoire= de overwinning exiger= vereisen/eisen la chute= de val casser= breken une roue= een wiel une forêt= een woud s'exercer= trainen/oefenen heten = s'appeler zich redden = se débrouiller zich vergissen = se tromper zich amuseren = s'amuser zich interesseren voor = se intéresser à ruzie maken = se disputer elkaar zien = se voir goed, beter, best = bon, meilleur, le meilleur goed, beter, best = bien, mieux, le mieux slecht, slechter, slechtst = mauvais, plus mauvais, le plus mauvais erg, erger, ergst = mauvais, pire, le pire
Ingezonden op 16-02-2011 - 833x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Frans
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!