Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

DACCORDDD, deel 4

3 Proefwerk!

Jaar 4

maigrir = vermageren/mager worden
le goût = de smaak
le marché = de markt
la nourriture = de voeding/ het voedsel
contribuer à = bijdragen aan
contenir = bevatten
la viande = het vlees
il s'agit de = het gaat om/het betreft
le choix = de keus
het toetje = le dessert
hoeveel is het = C'est combien?
de rekening = l'addition
proeven = goûter
het glas = le verre

mijn jongste broer draagt een bril = mon frère cadet porte des lunettes
ik zou graag een museum bezoeken= j'aimerais visiter un musée
zij is even oud als ik = elle a le même âge que moi
hij is nogal triest/zielig= il est assez triste
vind je het leuk om te sporten?= t'aimes bien faire du sport?
ik red mij = je se débrouille
jij maakt ruzie = tu te disputes
jullie zien elkaar = vous vous voir
u vergist zich = vous vous tromper
jullie stellen je voor = vous vous présenter
ik wist = je savais
hij is gegaan = il est allé
u bent = vous avez
zij redden zich = ils se debrouillent
wij leven = nous vivons
jij kunt = tu peux
zij zagen = ils voyaient
jullie zullen hebben = vous aurez
ik word = je deviens
jij bent geboren = tu as né
jullie zouden kunnen = vous pourrez
ik zal zijn = je serai
wij gingen = nous allions
zij was = elle était
u leeft = vous viviez
le cyclisme est difficile = / plus difficile / le plus difficile 
les joueurs mangent bien = / mieux / le mieux
feijenoord joue mal = plus mal / le plus mal
quand ... 8 ans = je avais
... à un match de foot = j'ai participais
... un but = j'ai marqué 
tout le monde heureux = était
mon équipe ... champion = est devenue

Ingezonden op 17-02-2011 - 786x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

DACCORDDD, deel 4

3 Proefwerk!