Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Stepping Stones, deel beeld up

2 transport, traveling, accommodation, crime, politics and society

Jaar 3

Transport (1,2)
to arrive = aankomen
arrival =aankomst
to set off out; to leave = vertrekken
departure = vertrek
passenger = passagier
fellow passenger = medepassagier
platform = perron
luggage = bagage
refreshment room = restauratie
to see someone off = iemand wegbrengen
to wave = wuiven
to propose; to suggest = voorstellen
proposal; suggestion =voorstel
to reject = verwerpen
carriage = wagon
non-smoker = niet-roker
seat = (zit)plaats
engine = locomotief
queue = rij
to queue = in de rij staan
slow train = stoptrein
express train = sneltrein
delay = vertraging
to connect = verbinden
connection = verbinding
guard = treinconducteur
to change = overstappen
information = inlichtingen
luggage locker = bagagekluis
tube; underground = metro
to board; to get on = instappen
to get off = uitstappen
compartment = coupé
coach = koets; touringcar
to occupy = bezetten
beside = naast
timetable = dienstregeling
single ticket = enkele reis
return ticket = retourtje
lane = rijbaan
to meet at the station = van de trein afhalen
/
to be due = moeten aankomen
overdue = te laat
fare = kaartje
porter = kruier
trunk = hutkoffer
terminus = eindstation
terrific = enorm
convenient = handig
rate = snelheid
to enquire = informeren
enquiries = inlichting
Traveling (1,2,3)
destination = bestemming
equipment = uitrusting
to equip = uitrusten
tired; weary = vermoeid
to intend = van plan zijn
intention = bedoeling; plan
fashionable = chic
superficial = oppervlakkig
to attract = (aan)trekken
to hitch-hike = liften
lift = lift
to continue = voortzetten
scale = schaal
to hire = huren{geen huis}
security = veiligheid
measure = maatregel
view (of) = uitzicht (op)
raft = vlot
enterprise = onderneming
risky = riskant
Tourist Information Centre = VVV
sight = bezienswaardigheid
guide = gids
guide(book) = reisgids
leaflet = folder
free = gratis
visa = visum
to apply for = aanvragen
border; frontier = grens
abroad = in het buitenland
to enjoy = genieten van
to enjoy yourself = genieten
to rely on = vertrouwen op
reliable = betrouwbaar
camping site; campsite = kampeerterrein
seaside resort = badplaats
journey = reis(over land)
voyage = (zee)reis
Channel Tunnel = Kanaaltunnel
travel agent; travel agency = reisbureau
to arrange = regelen
arrangement = regeling
to recommend = aanbevelen
impression = indruk
to look forward to = uitkijken naar
map = (land)kaart
to discover = ontdekken
town plan = stadsplattegrond
to check = controleren
suitcase = koffer
to cover = afleggen
to leave for = vertrekken naar
on holiday = op vakantie
to expire = verlopen
to fill in = invullen
form = formulier
valid = geldig
cycling trip = fietstocht
-
impressive = indrukwekkend
to attach = vastmaken
to assure = verzekeren
nevertheless = toch
a nuisance = vervelend
altogether = alles bij elkaar
otherwise; else = anders
to explore = verkennen
explorer = ontdekkingsreiziger
incident = voorval
to depend on = vertrouwen op
track = pad; spoor
to afford = zich veroorloven
anyhow; anyway = hoe dan ook
either; or = of
motion = beweging
to locate = opsporen
eager = verlangend
dock = haven
among = tussen
at your disposal = tot je beschikking
strap = riem; band
Accomodation
accommodation = onderdak; accommodatie 
to stay = overnachten; verblijven 
guest home = pension 
holiday cottage = vakantie huisje 
bed and breakfast = kamer met ontbijt 
half board = half pensioen 
full board = vol pensioen 
to camp = kamperen 
receptionist = receptionist 
single room = eenpersoonskamer 
double room = tweepersoonskamer 
youth hostel = jeugdherberg 
vacancy = kamer vrij 
to let = verhuren 
to rent = huren 
rent = huur 
lounge = lounge 
.
resident = hotelgast 
landlady = hospita 
landlord = huisbaas 
vacant = vrij 
to face = uitzien op 
to lodge = logeren 
inn = herberg 
luxurious = luxueus 
proprietor = eigenaar 
to confirm with = in overeenstemming zijn met
Crime (1,2,3)
police station = politiebureau
policewoman = politieagente
to investigate = onderzoeken
abbreviation = afkorting
investigation = onderzoek
to describe = beschrijven
description = beschrijving
vivid = levendig
chief = hoofd
to search = doorzoeken
to aim = richten; mikken
bullet = kogel
innocent = onschuldig
innocence = onschuld
to convince = overtuigen
squatter = kraker
to squat = kraken
to suspect = verdenken
suspects = verdachte
suspicious = verdacht
to commit = plegen
suicide = zelfmoord
pickpocket = zakkenroller
emergency number = alarmnummer
crime = misdaad
criminal; crook = crimineel
burglar = inbreker
burglary = inbraak
to threaten = dreigen
threat = bedreiging
to rob = beroven
robber = rover
robbery = roof
theft = diefstal
to report = aangeven
violence = geweld
to hide = verbergen
bar = staaf
hostage = gijzelaar
to divide = verdelen
to kidnap = ontvoeren
gang = bende
rape = verkrachting
to rape = verkrachten
victim = slachtoffer
gaol; prison; jail = gevangenis
inmate; prisoner = gevangene
to stab = steken
notorious = berucht
to torture = martelen
trace = spoor
clue = aanwijzing
to bribe = omkopen
weapon = wapen
club = knots; knuppel
to deny = ontkennen
to escape = ontsnappen
to guard = bewaken
guard = bewaker
to blackmail = chanteren
,
to trace; to track down = opsporen
scent = {reuk}spoor
to pursue = achtervolgen
pursuit = achtervolging
to snatch = wegpakken
various = verschillend
to despise = verachten
to dispose of = zich ontdoen van
to disguise oneself = zich vermommen
to conceal = verbergen
violent = hevig
instance = voorbeeld
offence = overtreding
precaution = voorzorgsmaatregel
to burgle = inbreken
force = geweld
whereabouts = verblijfplaats
on duty = in dienst
conviction = overtuiging
constable = agent
beware of = pas op voor
suspicion = verdenking
Politics and society
politics = politiek
politician = politicus
society = maatschappij
party = partij
to elect = kiezen
election = verkiezing
to vote = stemmen
vote = stem
county = graafschap
nation = natie; volk
EC; EEC = EG; EEG
community = gemeenschap
majority = meerderheid
minority = minderheid
policy = beleid
to recognise = erkennen
priority = prioriteit; voorgang
noble = adellijk
nobleman = edelman
nobility = adel
\
constituency = kiesdistrict
to adopt = invoeren; aannemen
issue = vraagstuk; kwestie
scheme = plan; project
to banish = verbannen
exile = balling
mankind = de mensheid
to unite = verenigen
to be in charge = de leiding hebben

Ingezonden op 23-02-2011 - 1190x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 26-02-2011.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

er staan / , . bij om aan te geven waarneer ik de woorden alleen in het engels-nederlands hoef te weten, dat vind ik handig voor mezelf, dus zeur daar niet over aub.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Stepping Stones, deel beeld up

2 transport, traveling, accommodation, crime, politics and society