Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

*trabitour

0 basiswoordenlijst

Jaar 3 (vwo)

aber = maar; echter
trotzdem = desondanks
obwohl = hoewel
während = terwijl
deshalb, deswegen = daarom
also = dus
dennoch = toch
vielleicht = misschien
im Gegensatz zu = in tegenstelling tot
sondern = maar
jedoch = echter
zum Beispiel (beispielsweise) = bijvoorbeeld
falls = als, indien
weil = omdat
je … desto (um so) = hoe … hoe (des te)
dagegen = daarentegen
außerdem (zudem) = bovendien
in Bezug auf = met betrekking tot
zwar = weliswaar
entweder … oder = of(wel) … of(wel)
damit = opdat, zodat
es sei denn = tenzij
einerseits … andererseits = enerzijds … anderzijds
überhaupt = eigenlijk
leider = helaas
daher = vandaar, daarom
allerdings = echter
ja = immers
denn = want
demnach = dus
sogar = zelfs
überdies = bovendien
kurzfristig = op korte termijn
nur = slechts, alleen maar
wenn = als, indien
erst = pas
ehe = voordat
vor kurzem = onlangs
damals = toen
seitdem = sindsdien
indem = doordat
vorausgesetzt, dass = op voorwaarde dat
stattessen = plaatsvinden
somit = dus
etwa = bijvoorbeeld
hinzu kommt, das = hierbij komt dat
aus diesem Grund = om deze redenen
folglich = dus
darüber, hinaus = bovendien
freilich = echter
neulich (kürzlich) = onlangs
demnächst = binnenkort
vor = geleden
hinsichtlich = met betrekking tot
schließlich = tenslotte
die Bedingung = de voorwaarde
der Vorschlag = het voorstel
der Schluss (die Schlussfolgerung) = de conclusie
der Satz = die zin
die Tatsache = het feit
die Einschränkung = de beperking
der Zweck = het doel, de bedoeling
die Ablehnung = de afwijzing
die Wiederspruch = de tegenspraak, tegenstelling
der Vorwurf = het verwijt
die Erläuterung = de toelichting
der Verfasser = de schrijver van deze tekst
das Ergebnis = het resultaat
die Zeile = de regel
die Voraussetzung = de voorwaarde
der Absatz = de alinea
die Rede sein von = sprake zijn van
die Ansicht = de mening
die Einräumung = de toegeving
die Erklärung = de verklaring, de uitleg
die Aussage = de uitspraak
auf der einen Seite… = aan de ene kant …
auf der anderen Seite = aan de andere kant
die Ergänzung = de aanvulling
die Bedeutung = de betekenis
die Bestätigung = de bevestiging
die Absicht = de bedoeling
die Behauptung = de bewering
zutreffen = kloppen, juist zijn
heißen = betekenen
begründen = motiveren, beargumenteren
zeigen = tonen, laten zien
entsprechen = overeenkomen met
hervorgehen aus = blijken uit
berücksichtigen = rekening houden met
fordern = eisen
betonen = benadrukken
sich beziehen auf = betrekking hebben op
ersetzen = vervangen
sich zeigen = blijken
stimmen = kloppen
verwenden = gebruiken
aufmerksam machen auf = wijzen op
erwähnen = vermelden
hervorheben = benadrukken
schließen aus = concluderen uit

Ingezonden op 22-03-2011 - 1667x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 08-06-2011.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

*trabitour

0 basiswoordenlijst