Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
NLT module - Forensisch Onderzoek
› 8 (: Forensisch DNA-onderzoek
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
NLT module - Forensisch Onderzoek
8 (: Forensisch DNA-onderzoek
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
een DNA-molecuul bestaat uit = twee strengen die tegen elkaar aanliggen de streng bestaat uit = lange keten van achtereenvolgens een suiker en een fosfaat wat zit er aan de suiker? = een stikstofbevattende base hoe zitten de stikstofbevattende bases van de ene streng vast aan de andere? = met waterstofbruggen hoe zijn de strengen gedraaid? = spiraalsgewijs, dubbele helix welke basen komen voor in DNA? = adenine, thymine, guanine, cytosine welke base zit er altijd aan een A? = T welke base zit er altijd aan een G? = C welke base zit er altijd aan een T? = A welke base zit er altijd aan een C? = G wat krijg je als je een DNA streng van het ene eind doorloopt naar het andere? = een code bestaande uit een opeenvolging van A's, T's, G's, en C's. wat ligt er vast in deze code? = alle erfelijke eigenschappen is DNA uniek? = ja hoeveel procent van het DNA zorgt voor de erfelijke eigenschappen? = 2% hoe heet het gedeelte dat niet verantwoordelijk voor de erfelijke eigenschappen is? = niet-coderende DNA hypervariabele gebieden = herhalende korte DNA-stukjes in het niet-coderende DNA zijn hypervariabele gebieden uniek? = ja voor een DNA-profiel kijk je naar = een aantal herhalingen op verschillende chromosomen chromosomen = kleine bolletjes opgewikkeld DNA hoeveel chromosomen heeft een mens? = 46 chromosomenpaar = een chromosoom van de vader, een chromosoom van de moeder DNA-profiel = geeft aan hoeveel herhalingen zich op een bepaald stuk op het chromosoom bevinden chromosoompaar 1 heeft bijv. code 8/4 = persoon heeft acht herhalingen op chromosoom 1 van zijn moeder, en vier herhalingen op chromosoom 1 van zijn vader chromosoom X en Y = geslachtschromosomen geslachtschromosomen van een vrouw = XX geslachtschromosomen van een man = XY homologe chromosomen = de twee chromosomen van een paar syndroom van Down = 3 chromosomen van chromosomen 21 syndroom van Klinefelter = een X teveel bij een man karyogram = overzicht van alle chromosomen van een mens wel-coderend DNA = bevat erfelijke eigenschappen wel-coderend DNA noemen we = genen wel-coderend DNA, uniek? = nee kan je de herhalingen onder de microscoop zien? = nee kan je zo uit 1x al je chromosomen je DNA-profiel maken? = nee, je moet eerst kopieën maken van het DNA polymerase kettingreactie = kopiëren van DNA, mogelijk om meer dan één miljard kopieën te maken polymerase kettingreactie afgekort = PCR PCR staat voor = polymerase chain reaction
Ingezonden op 03-04-2011 - 1892x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
erhm. ik ben even op bladzijde 107 blijven haken. dit handboek is superlang en ik verveel me. ik ga even wat anders doen. de rest komt later.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!