Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Spreekhulp FRANS

5 ALLE NIVEAU'S!!! Voorstellen / afspraak maken.

Jaar 3 (havo/vwo)

1. Jezelf voorstellen
Ik stel me voor: Jan de Vries. = Je me présente: Jan de Vries.
Ik heet Pierre Boulanger. = Je m'appelle Pierre Boulanger.
Dag. = Bonjour.
Aangenaam, mevrouw. = Enchantée, Madame. Heureuse de faire votre connaissance.
Aangenaam, meneer. = Enchanté, Monsieur. Heureux de faire votre connaissance.
2. Iemand voorstellen
Dit is Marie, een vriendin. = Marie, une amie.
Dit is Gilles, een kameraad. = Gilles, un copain.
Dit is Pierre Boulanger. = Voici Pierre Boulanger.
Dit is mijn broer. = Voici mon frère.
Dit is mijn zus. = Voici ma sœur.{œ even deze kopieëren voor de goede schrijfwijze.}
Dit is mijn vriend. = Voici mon ami.
Dit is mijn vriendin. = Voici ma amie.
Ik stel u Jan de Vries voor. = Je vous présente Jan de Vries.
Ik stel u mijn ouders voor. = Je vous présente mes parents.
Goedendag. = Bonjour.
Dag, mevrouw. = Bonjour, Madame.
Dag, meneer. = Bonjour, Monsieur.
3. Groeten
Goedenavond. = Bonsoir.
Hallo, hoe gaat het? = Salut, ça va?; Salut, comment vas-tu?; Comment ça va?
Het gaat goed.; Goed. = Ça va merci, et toi?
Het gaat. = Ça peut aller.
Goedendag, mevrouw. = Bonjour, Madame.
Goedenavond, meneer. = Bonsoir, Monsieur.
Hoe gaat het met u? = Comment allez-vous?
Goed, bedankt. En met u? = Ça va, merci. Et vous-même?
4. Afscheid nemen
Tot ziens. = Au revoir.
Dag! = Salut.
Tot ziens, mevrouw. = Au revoir, Madame.
Tot ziens, meneer. = Au revoir, Monsieur.
Tot gauw. = A bientôt.
Tot straks. = A plus tard.; A tout à l'heure.
Tot morgen. = A demain.
Tot maandag. = A lundi.
Tot dinsdag. = A mardi.
Tot de volgende week. = A la semaine prochaine.
Prettige dag. = Bonne journée.
Prettige middag. = Bon après-midi.
Goedennacht.; Welterusten. = Bonne nuit.
Prettig weekend. = Bon week-end.
5. Iemand uitnodigen
Ben je vanmiddag vrij? = Tu es libre cet après-midi?
Ben je vanavond vrij? = Tu es libre ce soir?
Bent u vanmiddag vrij? = Vous êtes libre cet après-midi?
Zijn jullie vanavond vrij? = Vous êtes libres ce soir?
Wat doe je vanmiddag? = Qu'est-ce que tu fais cet après-midi?
Wat doe je vanavond? = Qu'est-ce que tu fais ce soir?
Wat doet u vanmiddag? = Qu'est-ce que vous faites cet après-midi?
Wat doen jullie vanavond? = Qu'est-ce que vous faites ce soir?
Doe je vanavond iets bijzonders? = Tu fais quelque chose de spécial ce soir?
Doet u vanavond iets bijzonders? = Vous faites quelque chose de spécial ce soir?
Ja, waarom? = Oui, pourquoi?
Nee, waarom? = Non, pourquoi?
Ik doe niets bijzonders, hoe zo? = Je ne fais rien de spécial, pourquoi?
Ik weet het nog niet. = Je ne sais pas encore.
Ik weet het niet. = Je ne sais pas.
Zullen we naar het strand gaan? = Si on allait à la plage?
Heb je zin om naar de bioscoop te gaan? = Tu aimerais aller au cinéma?
Hebt u zin om naar het strand te gaan?; Hebben jullie zin om naar het strand te gaan? = Vous aimerais aller au cinéma?
Ik ga naar het strand, ga je met me mee? = Je vais à la plage, tu viens?
Ik ga naar de film, gaat u / gaan jullie mee? = Je vais au cinéma, vous venez?
Ja, ik wil best. = Oui, je veux bien.
Ja, met plezier. = Oui, avec plaisir.
Dat is een goed idee. = C'est une bonne idée.
Oké. = D'accord.
Erg graag. = Bien volontiers.
Graag. = Volontiers.
Nee, bedankt, maar ik kan niet. = Non, merci, mais je ne peux pas.
Dat is erg aardig, maar ik kan niet. = C'est très gentil, mais je ne peux pas.
Het spijt me, maar dat is niet mogelijk. = Désolé, mais ce n'est pas possible.
Het spijt me, maar ik ben vanavond niet vrij. = Je regrette, mais ce soir, je ne suis pas libre.
6. Een afspraak maken
Hoe laat zien we elkaar? = On se voit à quelle heure?
Wanneer zien we elkaar? = On se voit quand?
Waar zien we elkaar? = On se voit où?
We zien elkaar om drie uur. = On se voit à trois heures.
Om twee uur. = A deux heures.
Oké, we spreken maandag om twaalf uur af. = Allez, rendez-vous lundi à midi.
Voor de bioscoop. = Devant le cinéma.
Achter het postkantoor. = Derrière la poste.
Tegenover het postkantoor. = En face de la poste.
Tegenover de bioscoop. = En face du cinéma.
Naast het postkantoor. = A côté de la poste.
In de discotheek. = A la discothèque.
In het zwembad. = A la piscine.
In de bar. = Au bar.
In het café. = Au café.
Bij mij thuis. = Chez moi.
Bij jou thuis. = Chez toi.
Bij u thuis. = Chez vous.
7. Vragen en zeggen hoe laat het is.
Hoe laat is het, alstublieft? = Quelle heure est-il, s'il vous plaît?; Vous avez l'heure, s'il vous plaît.
Het is 12 uur. = Il est midi. {12 uur overdag, middag}
Het is half twee. = Il est une heure et demie.
Het is 8 uur. = Il est huit heures.
Het spijt me, ik weet het niet. = Je regrette, je ne sais pas.
Het spijt me, ik heb geen horloge. = Désolé, je n'ai pas de montre.

Ingezonden op 23-04-2011 - 35236x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 25-04-2011.
Waardering 7 (aantal stemmen: 12)

voting system
1
2
3
4
5

Succes met leren!

Als er foutjes zijn, laat het dan even weten

Moeilijke tekens, het zijn er best wel veel! :

œ = GEWOON KOPIEREN VAN DE EXTRA UITLEG, IK WEET DE SNELTOETS NIET!!! Als iemand die wel weet, wil diegene die dan even laten weten? Alvast bedankt!

è = ` + e
ç = ' + c
Ç = ' + Shift + c
ê = Shift + 6 + e
ô = Shift + 6 + o
î = Shift + 6 + i
à = ` + a
ù = ` + u

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Spreekhulp FRANS

5 ALLE NIVEAU'S!!! Voorstellen / afspraak maken.