Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Salzgitter heute, deel V3C -PW H6

6 (oa voor) V3C! alles wat je moet leren van H6!!!!!

Jaar 3 (vwo)

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~woordjes:
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~leertip 15:
bitten = vragen; verzoeken
versuchen = proberen
bellen = blaffen {duits}
anrufen = opbellen
mögen = graag willen; lusten
dürfen = mogen
sollen = moeten
werden = zullen
wie = hoe {duits}
wer = wie
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~6C:
je haar verven = sich die Haare färben
je vertonen = sich blicken lassen
op z’n minst = wenigstens
overdrijven = übertreiben
het resultaat = das Ergebnis
overtuigd = überzeugt
de bijsluiter = die Packungsbeilage
de drogisterij = die Drogerie
aardig = nett
ondertussen = mittlerweile
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~6D:
reclame maken = werben
het ligt voor de hand = es liegt auf der Hand
de crisis = die Krise
gebruiken = verwenden
iets bedenken = sich etwas einfallen lassen
emotioneel = emotional
misbruiken = ausnutzen
de beschermengel = der Schutzengel
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~6G:
uitdagen = herausfordern
verticaal = senkrecht
je grenzen opzoeken = an seine Grenze gehen
voor schut staan = sich blamieren
het optreden = der Auftritt
spannend = aufregend
het bewijs van moed = die Mutprobe
de vrijetijdsbesteding = die Freizeitbeschäftigung
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~6H:
Fertig? Los! = Klaar? Af!
erlauben = toestaan
der Trick = de truc
eilig = gehaast
beraten = adviseren
kürzlich = onlangs
die Devise = het motto
sich trauen = durven
der Topf = de pan; de kookpan; de (kook)pan
ein Bund Radieschen = een bosje radijs
die Minze = de munt
der Schnittlauch = het bieslook
beziehungsweise = respectievelijk
sprudeln = borrelen
weich = zacht
mischen = mengen
die Kräuter = de kruiden
dazugeben = erbij doen
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~Übung 15:
huilen = weinen
het nationale elftal = die Nationalelf
het gedrag = das Verhalten
begrijpelijk = verständlich
lachwekkend = lächerlich
sympathiek = sympathisch
overkomen = wirken
teleurgesteld = enttäuscht
ontroerend = rührend
de tranen springen me in de ogen = mir treten Tränen in die Augen
de overwinning = der Sieg
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~Übung 20:
der Dschungel = de jungle
abenteuerlustig = avontuurlijk ingesteld
der Eingeborene = de inboorling
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~Übung 29:
das Sieb = de zeef
der Ingwer = de gember
der Teller = het bord
die Schüssel = de schaal
die Kerne = de pitten
die Scheibe = de schijf
streuen = strooien
die Zutaten = de ingrediënten
der Essig = de azijn
der Schuss = het scheutje
die Zubereitung = de bereiding
der Herd = het fornuis
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~Übung 31:
wandern = een trektocht maken
der Urwald = het oerwoud
die Ausrüstung = de uitrusting
das Gepäck = de bagage
der Schatten = de schaduw
der Wirbelsturm = de wervelstorm
zerstören = verwoesten
die Überschwemmung = de overstroming
die Wüste = de woestijn
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~zinnen:
Welke programma's kijk je graag? = Welche Programme siehst du gern?
Soaps, quizzen en talkshows. = Soaps, Quiz und Talkshows.
Van welke programma's houd je helemaal niet? = Welche Programme magst du überhaupt nicht?
Documentaires, sportprogramma's en series. = Dokumentarfilme, Sportsendungen und Serien.
Het nieuws vind ik interessant. = Die Nachrichten finde ich interessant.
Bij speelfilms kan ik heerlijk ontspannen. = Bei Spielfilmen kann ich so richtig abschalten.
Politieseries vind ik spannend. = Krimis finde ich spannend.
Tekenfilms vind ik grappig. = Zeichentrickfilme finde ich witzig.
Hoe heet de presentator / presentatrice? = Wie heißt der Moderator / die Moderatorin?
Mijn lievelingsserie wordt bij RTL uitgezonden. = Meine Lieblingsserie wird bei RTL gesendet.
Op woensdag om zeven uur. = Am Mittwoch um sieben Uhr.
De ARD zond gisteren een liefdesfilm uit. = ARD sendete gestern einen Liebesfilm.
Deze film is nagesynchroniseerd. = Dieser Film wurde nachsynchronisiert.
Geef je mij even de tv-gids / de afstandsbediening? = Gibst du mir mal das Programmheft / die Fernbedienung?
Tijdens de reclame haal ik iets te drinken. = Beim Werbeblock hole ich mir was zu trinken.
Je moet niet steeds zappen. = Du sollst nicht ständig zappen.
Wat is er vanavond op tv? = Was gibt es heute Abend im Fernsehen?
Hoeveel uur per dag kijk je tv? = Wie viele Stunden pro Tag siehst du fern?
Bij Wer wird Millionär kan de winnaar veel geld verdienen. = Bei Wer wird Millionär kann der Sieger viel Geld verdienen.
In Medicopter 117 worden slachtoffers gered. = Bei Medicopter 117 werden Opfer gerettet.
Kommissar Rex lost een moord op. = Kommissar Rex löst einen Mordfall.
Bij Deutschland sucht den Superstar worden nieuwe talenten gezocht. = Bei Deutschland sucht den Superstar werden neue Talente gesucht.
Zullen we een DVD kijken? = Wollen wir uns einen DVD ansehen.
Mij best. = Von mir aus.
Zet je de tv aan / uit? = Schaltest du den Fernseher ein / aus?
Over een uur komt er een Muziekprogramma. = In einer Stunde kommt eine Musiksendung.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~opdrachten: 
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~opdracht 3:
uitzending = Sendung
plezier = Spaß
reclamespot = Werbespot
psychologen = Psychologen
lottoballetjes = Lottokugeln
kijken = schauen
vaak = häufig
tekenfilm = Zeichentrickfilm
bioscoop = Kino
gemiddeld = durchschnittlich
kinderen = Kinder
soap = Soapserie {let op!!! vraag--)antwoord: NL--)DU||antwoord--)vraag: DU--)NL}
actueel = aktuell
griezelfilm = Gruselfilm
prikkel = Reiz
televisie = Fernseher
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~opdracht 13A:
Wat doe je toch? = Was machst du bloß?
Ik kan me niet vertonen. = Ich kann mich nicht blicken lassen.
Overdrijf niet zo! = Übertreib nicht so!
Ik ben overtuigd. = Ich bin überzeugt.
Hoe is dat nu mogelijk? = Wie ist das denn nur möglich?
Hoe ben je eigenlijk op het idee gekomen? = Wie bist du eigentlich auf die Idee gekommen?
Dat is heel simpel = Das ist ganz einfach.
Dat is aardig van je. = Das ist nett von dir.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~opdracht 19:
Hij keerde de auto. = Er wendde das Auto.
Heb jij een brief gestuurd? = Hast du einen Brief gesandt?
Aisha rende naar huis. = Aisha rannte nach Hause.
Het huis is helemaal uitgebrand. = Das Haus ist ganz niedergebrannt.
Dachten jullie dat ook? = Dachtet Ihr das auch?
De leerling kent de woordjes. = Die Schüler kennt die Vokabeln.
Mijn oom stuurde een kaart uit Mallorca. = Mein Onkel sannte eine Kahrte aus Mallorca.
Sat1 zendt een soap uit. = Sat1 sendet eine Soapserie.
Ik heb het shirt teruggebracht. = Ich habe das Shirt zurückgebracht.
Ik heb me tot de klantenservice gewend. = Ich habe mich am den Kundendienst gewendt.

Ingezonden op 18-05-2011 - 2239x bekeken.
Waardering 7.4 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

foutje? subsribe!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Salzgitter heute, deel V3C -PW H6

6 (oa voor) V3C! alles wat je moet leren van H6!!!!!