Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Feniks, deel 2

4 paragraaf 1 t/m 4 begrippen

Jaar 2 (havo/vwo)

experimenteren = het doen van proefjes om te testen of dat wat je waarneemt ook klopt.; het doen van proefjes om te kijken of wat je waarneemt ook klopt.; het doen van proefjes om te testen of wat je waarneemt ook klopt.
oberveren; observeren = het nauwkeurig bekijken van dingen. (waarnemen); het nauwkeurig bekijken van dingen. (waarnemen0; het nauwkeurig bekijken van dingen.
redeneren = een logisch verband leggen tussen jouw bewezen waarneming en jouw theorie.; een logisch verband trekken tussen jouw bewezen waarneming en jouw theorie.
verlichting = vernieuwende denkstroming in de 18e eeuw, waarin het gebruik van het eigen verstand centraal stond.; vernieuwende denkstroming in de 18e eeuw, waarbij het gebruiken van het eigen verstand centraal stond.
natuurwet = een algemeen geldende regel in de natuur die steeds terugkomt, zoals de zwaartekracht.; een algemeen geldende regel in de natuur die steeds terug komt.
rationalisme = idee dat de mens in staat is de wereld te verbeteren door gebruik te maken van zijn verstand.; idee dat de mens in staat is de wereld te verbeteren door het gebruiken van zijn verstand.; het idee dat de mens de wereld kan verbeteren door het gebruik van het eigen verstand.
natuurlijke rechten = rechten die ieder mens van nature heeft vanaf het moment dat hij/zij geboren wordt.
droit divin = het recht dat de koning van god heeft gekregen om als leider van het volk op te treden.
abolitionisme = streven naar de afschaffing van de slavernij.
verlicht absolutisme = manier van regeren waarbij een koning rekening houdt met de nieuwe ideeën uit de verlichting bij het besturen van het land.
feodalisme = de benaming van de maatschappijstructuur van de middeleeuwse samenleving.
standen = hiërarchische verdeling van de samenleving in sociale lagen.
standenvertegenwoordiging = een vertegenwoordiging van de 3 standen.
bede = plechtig maar dringend verzoek door de koning aan zijn onderdanen voor geld.
centralisme = manier van besturen waarbij koningen hun rijk steeds meer vanuit 1 punt regeren.
absolutisme = manier van regeren waarbij de vorst álle macht in handen heeft omdat god hem die macht zou hebben gegeven.
bourgeoisie = rijke burgers met belangrijke functies in steden, wier levensstijl anders was dan die van de rest van de 3e stand.

Ingezonden op 19-05-2011 - 3110x bekeken.
Waardering 5 (aantal stemmen: 8)

voting system
1
2
3
4
5

er zitten een paar begrippen bij die wij op olv op een blad erbij kregen, jullie kunnen die weghalen en dan kun je de lijst alsnog gebruiken.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Feniks, deel 2

4 paragraaf 1 t/m 4 begrippen