Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Neue Kontakte, deel B

5 Hele Lernliste

Jaar 3 (havo/vwo)

die Schweiz = Zwitserland
in der Schweiz = in Zwitserland
der Berg = de berg
die Reifenpanne = de bandenpech
kaputt = kapot
der Schlüssel = de sleutel
das Öl = de olie
Die Batterie ist leer. = De accu is leeg.
Das Benzin ist alle. = De benzine is op.
die Kreditkarte = de creditcard
wenn = als
Wir sind da! = We zijn er!
in 20 Minuten = over 20 minuten
Gute Fahrt! = Goede reis!
Der Urlaub war toll!; Die Ferien waren toll! = De vakantie was geweldig!
das Schild = het bord
halten = stoppen
gehalten = gestopt
der Parkplatz = de parkeerplaats
Was ist denn passiert? = Wat is er gebeurd?
Wann seid ihr angekommen? = Wanneer zijn jullie aangekomen?
Wann fährst du los? = Wanneer vertrek jij?
Es hat begonnen. = Het is begonnen.
schlimm = erg
letztes Jahr = vorig jaar
Das wusste ich nicht. = Dat wist ik niet.
Sie konnte nicht kommen. = Zij kon niet komen.
Es wurde zu kalt. = Het werd te koud.
zuerst zurück = eerst terug
geradeaus = rechtdoor
bei den Ampeln = bij de stoplichten
an der Ecke = op de hoek
im Kreisverkehr = op de rotonde
da drüben = daar ginds
Wie komme ich zum Rathaus? = Hoe kom ik bij het stadhuis?
Wo ist hier ein Geldautomat? = Waar is hier een geldautomaat?
einfach = eenvoudig
schwierig = moeilijk
die Unterführung = viaduct
an der Kirche vorbei = voorbij de kerk
über eine Brücke = over een brug
überqueren = oversteken
der Fluss = de rivier
eine scharfe Kurve = een scherpe bocht
auf der linken Seite = aan de linker kant
der Preis = de prijs
der Schauspieler = de toneelspeler
Kinder bis 16 = kinderen tot 16 jaar
essen = eten
Ich habe schon gegessen. = Ik heb al gegeten.
Guten Appetit! = Eet smakelijk!
Haben Sie einen Tisch für uns? = Heeft u een tafel voor ons?
am Fenster = bij het raam
Setzen Sie sich. = Gaat u zitten.
die Speisekarte = de menukaart
Was möchten Sie trinken? = Wat wilt u drinken?
Ich habe Apfelsaft getrunken. = Ik heb appelsap gedronken.
der Rotwein = de rode wijn
der Orangensaft = jus d'orange
der Fisch = de vis
das Steak = de biefstuk
Reis oder Nudeln? = Rijst of pasta?
Obst und Gemüse = fruit en groente
Das habe ich nicht bestellt! = Dat heb ik niet besteld!
Was wünschen Sie? = Wat wenst u?
Ich möchte eine Suppe. = Ik wil graag een soep.
Und einen gemischten Salat. = En een gemengde salade.
Zwei Kugeln, bitte. = Twee bolletjes, a.u.b.
Hat es geschmeckt? = Heeft het gesmaakt?
der Teller = het bord
Die Gabel ist nicht sauber. = De vork is niet schoon.
der Löffel = de lepel
das Messer = het mes
eine Tasse Kaffee = een kopje koffie
Milch und Zucker = melk en suiker
Ein Stück Kuchen ohne Sahne. = Een stuk taart zonder slagroom
die Butter = de boter
der Käse = de kaas
Hast du einen Flaschenöffner? = Heb jij een flesopener?
Magst du Fleisch? = Hou je van vlees.
Isst du gern Fleisch? = Eet je graag vlees?
zu dritt; mit drei Personen = met zijn drieën
sofort; direkt = direct
Einen Moment!; Einen Augenblick! = Een moment!
sauber = schoon
schmutzig = vies
kalt = koud
warm = warm
etwas planen = iets plannen
eine Ferienwohnung mieten = een vakantiewoning huren
zu Weihnachten = met kerstmis
Übernachtung mit Frühstück. = Overnachting met ontbijt.
Schicken Sie einen Prospekt, bitte. = Stuurt u a.u.b. een folder.
Mit freundlichen Grüßen. = Met vriendelijke groeten
Ausflugsmöglichkeiten = doelen voor een uitstapje
der Wasserfall = de waterval
das Rad wechseln = het wiel verwisselen
die Werkstatt = de garage
der ADAC = de ANWB
links ist eine Gracht = links is een gracht
10% Rabatt = 10% korting
pünktlich = precies (op tijd)
bevor = voordat
zum ersten Mal = voor de eerste keer
Haben Sie schon gewählt? = Heeft u al gekozen?
eine Art Kuchen = een soort gebak
Das würde ich nicht tun. = Dat zou ik niet doen.
Könnten Sie mir eine Mail schicken? = Zou u mij een mailtje kunnen sturen?
der Anfänger = de beginneling
die Nacht = de nacht
Wenn ich Millionär wäre... = Als ik miljonair zou zijn...
Rabatt ; Ermäßigung = korting
das Einzelzimmer = de einpersoonskamer
das Doppelzimmer = de tweepersoonskamer

Ingezonden op 24-05-2011 - 4199x bekeken.
Waardering 5.6 (aantal stemmen: 6)

voting system
1
2
3
4
5

Ik heb alleen de meervouden niet bijgezet want dat spreekt voor zich, anders is het pech

en laat reactie achter voor eventuele fouten

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Neue Kontakte, deel B

5 Hele Lernliste