Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grandes Lignes + 5.1 t/m 5.5 + Bron E&J
› 5 van somebody...
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grandes Lignes + 5.1 t/m 5.5 + Bron E&J
, deel 5
5 van somebody...
Jaar 1 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
5.1 terminer = beëindigen la boum = het feestje bien sûr = natuurlijk les trucs = de dingen (algemeen) le magasin = de winkel on vend = men verkoopt la chose = het ding les vêtements = de kleding faire du shopping = winkelen seulement = slechts, maar à pied = te voet, lopend le retour = de terugreis le métro = de metro marcher = lopen le palais = het paleis on y va! = we gaan! 5.2 les baskets = de gymschoenen la chaussure = de schoen le gant = de handschoen la chaussette = de sok l'hiver = de winter la raquette = het racket le prix = de prijs les soldes = de opruiming le ballon = de voetbal avoir besoin de = nodig hebben les bijoux = de sieraden la mode = de mode porter = dragen la ceinture = de riem le jean = de spijkerbroek pourquoi = waarom c'est pourquoi = daarom souvent = vaak la collection = de verzameling 5.3 ce n'est pas cher = het is niet duur bon marché = goedkoop cher, chère = duur la robe = de jurk le pull = de trui le pantalon = de broek le magasin préféré = de favoriete winkel l'article = het artikel le cardigan = het (gebreide) vest la botte = de laars le cuir = het leer le bracelet = de armband le cadran = de wijzerplaat le nombre = het getal 5.4 le défilé = de catwalk la saison = het seizoen l'automne = de herfst, het najaar l'argent = het zilver les lunettes de soleil = de zonnebril le collier = de halsketting la cravate = de stropdas le sac = de tas raconter = vertellen d'abord = allereerst le parc d'attractions = het pretpark la Tour Eiffel = de Eiffeltoren le monde = de wereld construire = bouwen une belle vue = een mooi uitzicht la fierté = de trots l'île = het eiland la bibliothèque = de bibliotheek l'ouverture = de opening la fermeture = de sluiting 5.5 beëindigen = terminer het feestje = la boum natuurlijk = bien sûr de winkel = le magasin de dingen = les choses de kleding = les vêtements winkelen = faire du shopping slechts, maar = seulement te voet, lopend = à pied de terugreis = le retour nodig hebben = avoir besoin de dragen = porter de riem = la ceinture daarom = c'est pourquoi vaak = souvent goedkoop = bon marché duur = cher, chère de jurk = la robe de trui = le pull de broek = le pantalon het eiland = l'île de opening = l'ouverture de sluiting = la fermeture vertellen = raconter de schoen = la chaussure de handschoen = le gant de sok = la chaussette het seizoen = la saison de herfst, het najaar = l'automne de winter = l'hiver Bron E Tu veux acheter la robe rouge? = Wil je de rode jurk kopen? Il est cher, le jean noir? = Is de zwarte spijkerbroek duur? Il est en solde? = Is hij in de uitverkoop? Tu veux acheter une ceinture rose? = Wil je een roze riem kopen? Quel est ton magasin préférée? = Wat is je favoriete winkel? Tu viens avec moi? = Ga je met me mee? Non, je veux acheter la robe jaune. = Nee, ik wil de gele jurk kopen. Non, il n'est pas cher. = Nee, hij is niet duur. Oui, is est seulement à 20 Euros. = Ja, hij kost maar 20 euro. Oui, j'aime le rose. = Ja, ik houd van roze. Monoprix! J'aime les articles bon marché. = Monoprix! Ik houd van goedkope artikelen. Oui, je viens avec toi. = Ja, ik ga met je mee. Bron J Tu vas aller à Notre-Dame? = Ga je naar de Notre-Dame? On va faire du shopping? = Zullen we gaan winkelen? Tu vas prendre le métro? = Neem jij de metro? Tu vas porter un jean vert? = Ga je een groene jeans dragen? Comment tu trouves ma ceinture? = Hoe vind je mijn riem? C’est combien? = Hoeveel kost het? Non, je vais visiter le Centre Pompidou. = Nee ik ga het Centre Pompidou bekijken. Oui, nous allons faire du shopping. = Ja, wij gaan winkelen. Non, je vais à pied. = Nee, ik ga lopend. Non, je vais porter un jean noir. = Nee, ik ga een zwarte jeans dragen. Elle est supercool! = Die is super gaaf! 99 Euros, s’il vous plaît. = 99 euro alstublieft.
Ingezonden op 28-05-2011 - 1156x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
05-06-2011
.
Waardering 6 (aantal stemmen: 4)
voting system
1
2
3
4
5
Ik hoop helemaal foutloos!
als dat niet zo is wil je het dan zeggen??
xxx
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!