Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Biologie voor jou / bvj

1 tekenen begrippen

Jaar 1 (havo/vwo)

Begrippen Periode 1

Beeldvlak = de ruimte op het tekenblaadje waarop je kunt tekenen.
Kader = De buitenste rand van het beeldvlak.
Bladvullend = Een vorm zo groot mogelijk op het beeldvlak plaatsen binnen het kader.
Omtreklijn = deze lijn geeft de begrenzing van een vorm aan.
Tweedimensionaal = een plat vlak, dat bestaat uit lengte en breedte.
Vlakverdeling = het indelen van de vormen over het beeldvlak.
Vormcontrast = deze tegenstelling krijg je wanneer de vormen van elkaar verschillen. (Bijvoorbeeld; vierkant-rechthoek, dik-dun, groot-klein)
Egaal inkleuren = een vlak gelijkmatig inkleuren. 
(Door meerdere laagjes in verschillende richtingen over elkaar heen te zetten krijgt het vlak overal dezelfde toon)
Licht-donkercontrast = deze tegenstelling ontstaat door lichte en donkere tonen van een kleur of van verschillende grijstinten te zien. 
Compositie = De manier waarop vormen, kleuren, licht en donker op het beeldvlak zijn geordend.
Statische compositie, komt evenwichtig en rustig over. 
Kenmerken: horizontale en verticale lijnen.
Dynamische compositie = komt druk en beweeglijk over. 
Kenmerken: diagonale en golvende lijnen.
Diagonale lijnen = schuine lijnen.
Afsnijding = Een gedeelte van de voorstelling valt buiten het kader van het beeldvlak. 
Primaire kleuren = Rood, Geel en Blauw.
Secundaire kleuren = (rood + geel )) Oranje, (geel+blauw )) Groen én (blauw + rood )) Paars.
Restvorm = De open ruimte die in én om een vorm overblijft, is de restvorm. 
Arceren = Dicht naast of over elkaar getekende lijnen die een oppervlak vullen. (Hoe meer lijnen naast en/of over elkaar getekend zijn, hoe donkerder het oppervlak) 
Parallelarceringen = je maakt ze door uitsluitend evenwijdige lijnen naast elkaar te tekenen. (De lijnen kruisen elkaar niet)
Kruisarceringen = Kruisarceringen maak je met parallelarceringen die je kruislings over elkaar heen tekent. 
Textuur = De buitenkant van tastbare vormen, die je kunt zien en voelen. 
Zo bestaan er o.a. ribbelige, bobbelige, stekelige, harige texturen.
Stofuitdrukking = het namaken van een textuur met ander materiaal. Bijvoorbeeld een vacht tekenen met potlood of een huid schilderen met verf, waardoor het net écht lijkt. 
Mozaïek = tweedimensionaal werk dat is gemaakt van kleine steentjes, stukjes glas of geglazuurd aardewerk. 
Collage = een samengeplakt geheel met lijm.
Warme kleuren, de belangrijkste zijn = Geel, Oranje, Rood.
Koude kleuren, de belangrijkste zijn = Groen, Blauw, Paars.
Warm-koudcontrast = Deze tegenstelling ontstaat door het naast elkaar plaatsen van koude en warme kleuren. 
Warme kleuren lijken zich dichterbij te bevinden. 
Koude kleuren lijken zich verder van je af te bevinden. 
(Hierdoor ontstaat er ruimtelijkheid in een werk)
Begrippen Periode 2
Tertiaire kleuren = Een tertiaire kleur krijg je als je een primaire kleur met een secundaire kleur mengt. 
(Bijvoorbeeld: geel + oranje ) oranjegeel of geeloranje) 
Zuivere of pure kleuren = de primaire en secundaire kleuren.
Verzadiging = In zuivere en verzadigde kleuren zitten geen sporen van andere kleuren of van zwart of wit. 
(Als een zuivere kleur gemengd wordt met een andere kleur dan ontstaat er een onverzadigde kleur. Een tertiaire kleur is dus een onverzadigde kleur)
Overlapping = wanneer een vorm gedeeltelijk bedekt wordt door een andere vorm.
Tint = Een kleur heeft verschillende tinten. Zo heb je bijvoorbeeld licht- en donkerblauw. Verschillende tinten kan je krijgen door één kleur te mengen met wit of zwart.
Verhelderen = de helderheid van de kleur neemt toe als je deze kleur mengt met wit. Je krijgt een lichte kleurtoon.
Verdonkeren = de helderheid van een kleur neemt af als je deze kleur mengt met zwart. Je krijgt een verdonkerde kleurtoon.
Transparant = doorzichtig. (De onderlagen zijn zichtbaar)
Glaceren = Dunne transparante kleurlagen aanbrengen, zodat mengkleuren ontstaan.
Dekkend = De onderschildering, schets of andere onderliggende kleuren zijn niet meer te zien onder een afdekkende laag.
Kwast = Gereedschap om mee te schilderen, heeft stugger haar en een langere steel. De kop is plat én bestaat uit een dun en breed deel.
Penseel = Gereedschap om mee te schilderen, heeft soepeler haar en een kortere steel. De kop is puntig.
Verf = Dik of dun vloeibaar materiaal om mee te schilderen. Voorbeelden zijn: Acrylverf, plakkaatverf, olieverf, waterverf of aquarel. 
illustratie = Een verbeelding van een verhaal. Een tekening, die verband houdt met het verhaal in een leesboek.
Begrippen Periode 3
Basisemotie = Er zijn een aantal basisemoties namelijk, blij/vrolijk, boos, verdrietig, verrast, bang. Welke emotie we laten zien hangt af van hoe we ons voelen. 
Gezichtsuitdrukking = de emotie op een gezicht. (We kunnen onze emoties laten zien via het gezicht. We kunnen met ons gezicht laten zien hoe we ons voelen; we uiten ons via het gezicht) 
Portret = een afbeelding van het gezicht van een bestaand persoon
En profil = een gezicht van opzij afgebeeld
En face = een gezicht recht van voren afgebeeld
Drie-kwart = een gezicht gedeeltelijk van voren én gedeeltelijk van opzij afgebeeld.
Complementair contrast = deze tegenstelling ontstaat door het naast elkaar plaatsen van complementaire kleuren. Dit zijn kleuren die in de kleurencirkel tegenover elkaar staan: groen - rood, blauw - oranje, 
geel - paars. De complementaire kleuren versterken elkaar; de kleuren zien er feller uit.
Kleur tegen kleurcontrast = deze tegenstelling ontstaat door zuivere kleuren, de primaire en secundaire kleuren, naast elkaar te gebruiken. Het gaat hierbij om minimaal twee en maximaal zes kleuren. Een kleur tegen kleur contrast ziet er erg bont en helder uit.
Warm-koudcontrast = deze tegenstelling ontstaat door het naast elkaar plaatsen van koude en warme kleuren.

Ingezonden op 19-06-2011 - 2174x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

dit is geen bio maar ons teken boekje is niet van een uitgever of zoiets.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Biologie voor jou / bvj

1 tekenen begrippen