Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Cahier de verbes (werkwoordenschrift) ~ Frans
› 1 Eerste tien werkwoorden in de présent.
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Cahier de verbes (werkwoordenschrift) ~ Frans
1 Eerste tien werkwoorden in de présent.
Jaar 4 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aller = gaan ik ga = je vais jij gaat = tu vas hij gaat = il va wij gaan = nous allons jullie gaan = vous allez zij gaan = ils vont s'asseoir = gaan zitten ik ga zitten = je m'assieds jij gaat zitten = tu t'assieds hij gaat zitten = il s'assiea wij gaan zitten = nous nous asseyons jullie gaan zitten = vous vous asseyez zij gaan zitten = ils s'esseyent avoir = hebben ik heb = j'ai jij hebt = tu as hij heeft = il a wij hebben = nous avons jullie hebben = vous avez zij hebben = ils ont battre = slaan ik sla = je bats jij slaat = tu bats hij slaat = il bat wij slaan = nous battons jullie slaan = vous battez zij slaan = ils battent boire = drinken ik drink = je bois jij drinkt = tu bois hij drinkt = il boit wij drinken = nous buvons jullie drinken = vous buvez zij drinken = ils boivent conclure = concluderen ik concludeer = je conclus jij concludeert = tu conclus hij concludeert = il conlut wij concluderen = nous concluons jullie concluderen = vous concluez zij concluderen = ils concluent conduire = rijden ik rijd = je conduis jij rijdt = tu conduis hij rijdt = il conduit wij rijden = nous conduisons jullie rijden = vous conduisez zij rijden = ils conduisent connaître = kennen ik ken = je connais jij kent = tu connais hij kent = il connait wij kennen = nous connaissons jullie kennen = vous connaissez zij kennen = ils connaissent courir = hardlopen ik loop hard = je cours jij loopt hard = tu cours hij loopt hard = il court wij lopen hard = nous courons jullie lopen hard = vous courez zij lopen hard = ils courent craindre = vrezen ik vrees = je crains jij vreest = tu crains hij vreest = il craint wij vrezen = nous craignons jullie vrezen = vous craignez zij vrezen = ils craignent
Ingezonden op 27-08-2011 - 1009x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Als er foutjes zijn, laat het dan even weten.
Sorry voor alle meisjes, ik heb overal de mannelijke vorm gedaan.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!