Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Duits woorden

hoofdstuk 0

Jaar 4 (Gymnasium)

sogar = zelfs 
demnach = dus 
nahezu, fast = bijna Nahezu (fast) 
ähnlich = soortgelijk,
zwar = wel(iswaar) 
etwa bijvoorbeeld 
die Aussage = de uitspraak 
außerdem, zudem = bovendien 
vermitteln = bemiddelen
enthalten = bevatten
die Daten de gegevens
nur maar =slechts
gerade = juist, net
leider = helaas 
ersetzen = vervangen 
fordern = eisen 
stattdessen = in plaats daarvan
dennoch = toch 
aber = maar
trotzdem = desondanks

also = dus
nach wie = vor nog steeds
jedoch = echter
zum Beispiel = bijvoorbeeld
wenn = als 
die Bedingung = de voorwaarde 
die Erkenntnis = het inzicht
fördern = bevorderen,
die Ernährung = de voeding
der Erfolg = het succes
die Schlussfolgerung = de conclusie 
der Absatz = de alinea
zeigen = tonen, laten zien
entsprechen = overeenkomen met
kurzfristig = op korte termijn
versprechen = beloven
bestätigen = bevestigen
bald = spoedig
endgültig = definitief
die Entscheidung= de beslissing
vielleicht = misschien
sondern = maar
der Verfasser de schrijver
damit = zodat, opdat
dagegen = daarentegen
allerdings = echter
ehe = voordat
die Tatsache = het feit
der Satz = de zin
der Zweck = het doel
die Bedeutung = de betekenis
begründen = motiveren,
die Bestätigung = de bevestiging
sich beziehen auf = slaan op
verwenden = gebruiken
schließen aus = concluderen uit 
speichern = opslaan
die Datei = het computerbestand
die Ausnahme = de uitzondering
vor = geleden
obwohl = hoewel
deshalb = daarom
entweder … oder = of … of
überhaupt = eigenlijk
ja = immers
damals = toen, destijds
erst = pas
indem = doordat
freilich = echter
schließlich = tenslotte
die Einschränkung = de beperking
das Ergebnis = het resultaat
die Zeile = de regel
heißen = betekenen
die Rede sein von = sprake zijn van
die Bahn = de spoorwegen
die Bildung = de vorming ; het onderwijs
die Zinsen = de rente
der Sieg = de overwinning
die Genehmigung = de vergunning
in Bezug auf = met betrekking tot
es sei denn = tenzij
der Vorschlag = het voorstel
die Erläuterung = de toelichting
neulich, kürzlich = onlangs
der Vertreter = de vertegenwoordiger;
während = terwijl
falls = als, voor het geval
weil = omdat
daher = vandaar, daarom
die Voraussetzung = de voorwaarde 
die Ansicht = de mening
sich zeigen = blijken 
stimmen= kloppen
zutreffen = kloppen
zuständig = bevoegd
die Werbung = de reclame
die Behörde = de overheid
das Gesetz = de wet Man
zusätzlich = extra
im Gegensatz zu = in tegenstelling tot
je … desto = hoe … hoe
denn = want
vor kurzem = onlangs
seitdem = sindsdien
demnächst = binnenkort
der Vorwurf = het verwijt
die Ablehnung = de afwijzing
die Ergänzung = de aanvulling
die Absicht = de bedoeling
betonen = benadrukken
das Bedürfnis= de behoefte
der Knast = de bajes
der Mangel = het gebrek
der Umweltschutz = de milieubescherming
die Frist = de termijn
die Wahl = de keuze
bewerten = beoordelen
kaum = nauwelijks
die Wirtschaft = de economie
sich erholen = zich herstellen
die Anstrengung = de inspanning
das Verhalten = het gedrag
die Erziehung = de opvoeding
der Nachwuchs = de kinderen
das Ereignis = de gebeurtenis
zerstören = verwoesten, kapot
empfehlen = aanbevelen,
die Art = de soort
die Anzeige = de advertentie
der Bereich = het gebied
der Datenschutz = de bescherming van (persoonlijke) gegevens
erwähnen = vermelden
die Welle = de golf 
somit = dus, zodoende
die Forschung = het wetenschappelijk onderzoek
der Anwalt = de advocaat 
die Ausbildung = de opleiding
das Ziel = het doel
die Menge = de menigte
je, jemals = ooit
die Gesellschaft = de maatschappij
der Hersteller = de fabrikant
die Sucht = de verslaving
die Lage = de ligging
der Grund = de reden
die Leistung = de prestatie
der Verlag = de uitgeverij
die Quelle = de bron
der Kreis = de kring

Ingezonden op 31-08-2011 - 3827x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 09-09-2011.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Duits woorden

hoofdstuk 0