Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Cahier de verbes (werkwoordenschrift) ~ Frans
› 3 Alle vormen van Avoir
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Cahier de verbes (werkwoordenschrift) ~ Frans
3 Alle vormen van Avoir
Jaar 4 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
hebben = avoir {infinitief} ik zal hebben = j'aurai {futur} jij zal hebben = tu auras {futur} hij zal hebben = il aura {futur} wij zullen hebben = nous aurons {futur} jullie zullen hebben = vous aurez {futur} zij zullen hebben = ils aurent {futur} ik zou hebben = j'aurais {conditionnel} jij zou hebben = tu aurais {conditionnel} hij zou hebben = il aurait {conditionnel} wij zouden hebben = nous aurions {conditionnel} jullie zouden hebben = vous auriez {conditionnel} zij zouden hebben = ils auraient {conditionnel} hebbend = ayant {participe présent, tegenwoordig deelwoord. Bijv. lopende ging hij...} ik heb = j'ai {présent/singulier} jij hebt = tu as {présent/singulier} hij heeft = il a {présent/singulier} wij hebben = nous avons {présent/pluriel} jullie hebben = vous avez {présent/pluriel} zij hebben = ils ont {présent/pluriel} ik had = j'avais {imparfait} jij had = tu avais {imparfait} hij had = il avait {imparfait} wij hadden = nous avions {imparfait} jullie hadden = vous aviez {imparfait} zij hadden = ils avaient {imparfait} wanneer ik heb = que j'aie {subjonctif, wordt gebruikt na gevoel, wens, wil, eis} wanneer jij hebt = que tu aies {subjonctif, wordt gebruikt na gevoel, wens, wil, eis} wanneer hij heeft = qu'il ait {subjonctif, wordt gebruikt na gevoel, wens, wil, eis} wanneer wij hebben = que nous ayont {subjonctif, wordt gebruikt na gevoel, wens, wil, eis} wanneer jullie hebben = que vous ayont {subjonctif, wordt gebruikt na gevoel, wens, wil, eis} wanneer zij hebben = qu'ils ayent {subjonctif, wordt gebruikt na gevoel, wens, wil, eis} gehad = eu {participe passé} ik heb gehad = j'ai eu {participe passé} jij hebt gehad = tu as eu {participe passé} hij heeft gehad = il a eu {participe passé} wij hebben gehad = nous avons eu {participe passé} jullie hebben gehad = vous avez eu {participe passé} zij hebben gehad = ils ont eu {participe passé} ik had gehad = j'avais eu {plus-que-parfait} jij had gehad = tu avais eu {plus-que-parfait} hij had gehad = il avait eu {plus-que-parfait} wij hadden gehad = nous avons eu {plus-que-parfait} jullie hadden gehad = vous avez eu {plus-que-parfait} zij hadden gehad = ils avaient eu {plus-que-parfait} ik had = j'eus {passé simple, alleen in teksten, nooit mondeling} jij had = tu eus {passé simple, alleen in teksten, nooit mondeling} hij had = il eut {passé simple, alleen in teksten, nooit mondeling} wij hadden = nous eûmes {passé simple, alleen in teksten, nooit mondeling} jullie hadden = vous eûtes {passé simple, alleen in teksten, nooit mondeling} zij hadden = ils eurent {passé simple, alleen in teksten, nooit mondeling}
Ingezonden op 04-09-2011 - 3452x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
alle vormen van het werkwoord avoir (hebben)
Succes met leren, het is vreselijk moeilijk...
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!