Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Noorderpoort Medische Terminologie
› 11 schakel 1171 - 1270
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Noorderpoort Medische Terminologie
, deel 1
11 schakel 1171 - 1270
Jaar 4 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
adenolipoma; adenolipomata = gezwel van klier- en vetweefsel adenomateus = rijk aan kliergezwel analgeticum; analgetica = pijnstillende geneesmiddelen aneurysma; aneurysmata = zak- of spoelvormige verwijding van een slagader of het hart anomalieën = afwijkingen antacida; antacidum = middelen tegen (maag)zuur ante/; pre/ = voor; aan de voorkant antecolisch = voor het colon gelegen anteflexie = vooroverbuiging antenataal = voor de geboorte plaatsvinden antepositie = verplaatsing naar voren anteversie = draaiing naar voren antipyreticum; antipyretica = koortsbestrijdend middel antireumatica = middelen tegen reuma antisyfilitica; antiluetica = middelen tegen syfilis aorta = grote lichaamsslagader aorta-insufficiëntie = de aortakleppen sluiten onvoldoende apex = top apicaal = de top betreffende aponeurosis; aponeuroses = peesvlies appendix; appendices; appendico/ = wormvormig aanhangsel van de blinde darm arteria lingualis; arteriae lingualis = tongslagader arteria pulmonalis = longslagader arteria; arteriae = slagaders artrose; arthrosis = gewrichtsaandoening door slijtage van beenderen en/of het kraakbeen asthma cardiale = ademnood doordat het hart de bloedstroom niet aankan astma; asthma = chronische ziekte van de luchtwegen die benauwdheid veroorzaakt bacterium; bacteria = eencellige, kernloze mircro-organismen bi/; di/ = twee/; dubbel/ bicornis = tweehoornig bifurcatie = een splitsing in twee takken bilateraal = tweezijdig; aan twee kanten bursa; bursae = slijmbeurs capitaal = het hoofd betreffende caput; capita = hoofd carcinoma; carcinomata = kankergezwel cervicitis = ontsteking van de baarmoederhals cervicodorsaal = hals en rug betreffende cervicovesicaal = baarmoederhals en urineblaas betreffende cervicobrachiaal = hals en arm betreffende cervix; cervico/ = hals colon ascendens = opstijgend gedeelte van de dikke darm colon sigmoideum = s-vormige darm; het laatste deel van de dikke darm con/ = met; samen; in elkaar confabuleren = fantasieverhalen houden confluerende vlekken = vlekken die samenvloeien congenitaal = aangeboren; geboren met congenitale anomalieën = aangeboren afwijkingen consanguien huwelijk = een huwelijk tussen bloedverwanten consanguiniteit = bloedverwantschap consolideren = stevig aan elkaar groeien contractie = samentrekking contractiliteit = het vermogen zich te kunnen samentrekken contractuur = blijvende samentrekking corn/ = hoorn corpus alienum; corpora aliena = vreemd lichaam corpus; corpora = lichaam cortex; cortices; cortico/ = schors corticaal = de schors betreffende crisis; crises = periode waarin iets heel erg slecht is cuspid/ = slip datum; data = tijdsaanduiding decompressie = het opheffen van samendrukking dehydratie = ontwatering denervatie = het opheffen van zenuwvoorziening depersonalisatie = vervreemding van zichzelf dermatogene contractuur = blijvende samentrekking door schrompeling van huid des/; de/ = ont/; ontdoen van desillusioneren = ontdoen van illusies desinfectie = ontsmetting desobstructie = wegneming van een belemmering desoriëntatie = verlies van oriëntatie diagnosis; diagnoses = doorzicht; herkenning diastole = uitzetting van het hart diastolische souffle = een geruis tijdens de uitzetting van het hart difterie = besmettelijke, ernstige ontsteking van de keel en de luchtwegen diplegie = beiderzijdse verlamming diplo/; ambi/ = dubbel/; tweevoudig ductus; ductus = buis; kanaal encephalon; encephala = hersenen epileptie = afwijking in de hersenen waardoor je soms even je bewustzijn verliest erytrodermie; erythrodermia = roodverkleuring van de huid zonder ontsteking fabula = fabel faryngitis = keelontsteking faux; fauces = keel femoraal = het bovenbeen betreffende femoropatellair = m.b.t. dijbeen en knieschijf femur; femora; femoro/ = dijbeen fluens = vloeiend focus; foci = (ontstekings)haard fornicatus = gewelfd fornix = gewelf furc/ = (tweetandige) vork ganglion; ganglia = (zenuw)knopen geïnjiceerd = ingespoten gumma; gummata = rubberachtig ontstekingsgezwel hemicolectomie = halfzijdige verwijdering van de dikke darm hemieanesthesie = halfzijdige gevoelloosheid hemiehepatectomie = verwijdering van de halve lever hemieplegie = halfzijdige verlamming heminefrectomie = verwijdering van de helft van een nier hemispasme = halfzijdige (spier)kramp incisie = insnijding incompleet = onvolledig index; indices = wijsvinger infaust = ongunstig infiltratie = doordringing injectie; injectio; iniectio = inwerping; inspuiting injiceerbaar = inspuitbaar injicere = inwerpen injiceren = inspuiten inspiratie = inademing insufficiënt = onvoldoende insufficientia cordis = onvoldoende hartwerking insufficientia renis = onvoldoende nierwerking insufficiëntie; insufficientia = onvoldoende werking van een orgaan insult = plotselinge aanval inter/ = tussen; tussenin intercellulair = tussen de cellen intercostaal = tussen de ribben interdentaal = tussen de tanden of kiezen interdigitaal = tussen de vingers of tenen intermusculair = tussen de spieren interspinaal = tussen de doornuitsteeksels intra/ = in; binnenin intra-articulair = in een gewricht intracardiaal = in het hart intracostaal = in een rib intracutaan = in de huid intradentaal = in een tand of kies intramusculair = in een spier intraoculair = in het oog intrathoracaal = binnen de borstkas inversus = omgedraaid laryngofaryngisch = het strottenhoofd en de keel betreffende larynx; laryngo/ = strottenhoofd leucoderma = witheid van de huid door ontbreken van de natuurlijke huidkleurstof leukocytosis = tijdelijke verhoging van het aantal witte bloedcellen tijdens infecties lien = milt lienalis; liënaal = de milt betreffende liënectomie = verwijdering van de milt lipoma; lipomata = vetgezwel lipomateus = m.b.t. vetgezwel locus; loci = plaats lumbaal; lumbalis = de lendenen betreffende mamma; mammae = de vrouwelijke borstklier maxillair; maxilla = bovenkaak medicatie = het geven van geneesmiddelen megacolon congenitum = aangeboren grote dikke darm melanodermie; melanoderma = zwartheid van de huid melanoom; melanoma = kwaadaardig gezwel met donkere pigmentering mitralisinsufficiëntie = onvoldoende sluiting van de mitralis-hartklep molaren = echte kiezen mono/; uni/ = 1/; enkel monotoon = eentonig mukeus; mucosus = slijm multinucleair = veelkernig multi/; poly/ = veel/; meerdere multilateraal = veelzijdig; aan veel kanten multipara = een vrouw die veel kinderen baarde multipel; multipele = veelvoudig mus = muis musculus = spier myogene contractuur = een blijvende samentrekking door schrompeling van spierweefsel naris; nares = neusgat nasalis; nasales = neusspier nefritis = nierontsteking nomen; nomina = naam nominaal = de naam betreffende nucleus; nuclei/; nucleo/ = celkern nulli/ = geen oesofagoscopie = het inwendig bekijken van de slokdarm oesophagus = slokdarm oftalmisch; opthalmicus = het oog betreffende oophoron; oophora; ovarium; ovaria = eierstok patella = knieschijf phanrynx = keelholte post/ = na; achter "post of propter"; "post aut propter" = na of wegens postencefalitisch = na een hersenontsteking postepileptisch = na het epileptisch insult postmortaal = na de dood postnataal = na de geboorte postoesofagaal = achter de slokdarm postsystolisch = na de samentrekking van het hart posttraumatisch = na het ongeluk preanaal = voor de anus precoma = de toestand voor het intreden van diepe bewusteloosheid preëxistent = reeds tevoren bestaand prematuur = voortijdig premedicatie = het toedienen van geneesmiddelen voor een narcose premolaar = valse kies pretibiaal = voor het scheenbeen primi/ = eerste primipara = een vrouw die haar eerste kind baart processus; processus = uitsteeksel propter = wegens rachitis; rhachitis = engelse ziekte; ziekte waarbij er te weinig kalkzouten in de beenderen worden afgezet radiofarmacon; radiofarmaca = radioactief middel, onderdeel van een scheikundige stof reuma; rheuma = acute en chronische ontstekingsziekten van de spieren, beenderen, gewrichten en het omliggende weefsel rhachitis tarda = beenverweking salpingo-oöforectomie = verwijdering van eileider en eierstok salpinx = eileider sanguinolent = bloederig sanguis; sanguino/ = bloed semicircularis = halfcirkelvormig semie/; hemi/ = half/ semilunaris = halvemaanvormig situs = ligging solidus = vast; stevig solitair = alleenstaand; enkelvoudig souffle = geruis spermatozoon; spermatozoa = rijpe zaadcel; zaaddiertje spiercontractie = samentrekking van een spier status; status = toestand; patiëntendossier stèthos = borst stethoscoop = hoorbuis ter beluistering van geluiden in de borstholte stoma; stomata; stomato/ = uitmonding syfilis; syphilis = seksueel overdraagbare aandoening met zweertjes aan slijmvliezen en verlammingen en aantastingen van hersenen in een vergevorderd stadium symfyse; symphysis = samengroeisel syphilis congenita = aangeboren syfilis systole = samentrekking van het hart systolische souffle = een geruis tijdens de samentrekking van het hart testis; testes = mannelijke geslachtsklieren thoracaal = de borstkas betreffende tractus; tractus = langwerpig kanaal of orgaan trans/ = over, naar de andere kant; doorheen transfrontaal = door het voorhoofd heen transplantatie = overplanten van levende organen of weefsel transpositie; transpositio = overplaatsing transpositio viscerum; situs inversus = organen bevinden zich gespiegeld in het lichaam transsternaal = door het borstbeen heen transthoracaal = door de borstkas heen transuretraal = door de urethra transuretrale prostatectomie = operatieve verwijdering van de voorstanderklier door de urinebuis heen tri/ = drie/ trifurcatie = een splitsing in drie takken trigonaal = driehoekig trombose = geneeskundige bloedvatverstopping ulcereus = etterig; vol zweren ulcus duodeni; ulcera duodeni = zweervorming in de wand van de twaalfvingerige darm ulcus ventriculi; ulcera ventriculi = maagzweer ulcus; ulcera = zweer unicellulair = eencellig unicornis = eenhoornig uniform = eenvormig unilateraal = eenzijdig; aan 1 kant uninucleair; mononucleair = eenkernig urethra = urinebuis uterus bicornis = tweehoornige baarmoeder valvula bicuspidalis = tweeslippige klep tussen linkerboezem en linkerkamer valvula tricuspidalis = drieslippige klep tussen rechterboezem en rechterkamer varicosis = spataderaandoening varix = spatader vena; venae = aders vertebralis; vertebrales = de wervels betreffende viscera; viscerum = ingewanden
Ingezonden op 07-09-2011 - 5052x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
08-04-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!