Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
De Bello Gallico - SGL
› 1 -12, woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
De Bello Gallico - SGL
, deel 1
1 -12, woordjes
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
omnis=geheel qui=die;betrekkelijk voornaamwoord;pronomen relativum alius=ander ipse=zelf lingua=taal noster=ons;onze appellare=noemen hic=deze;dit lex=wet inter se=onderling;onder elkaar differere=verschillen flumen=rivier fortis=dapper;sterk propterea quod=daarom;omdat humanitas=beschaving provincia=de Provence longus=ver;lang absunt=verwijderd zijn van mimime=kleinst {superlativus van parvus} is=hij mercator=koopman ea=zij proximus=dichtst bij;volgende trans+?=over, +acc bellum gerunt=oorlog voeren Qua de causa=daarom virtus=moed contendere=strijden met;strijden tegen finis, ev=grens finies, mv=gebied prohibere+?=afhouden van, + abl consuetudine=leefwijze praesum=de leiding hebben over studere+?=zich toeleggen op, + dat ducere=tellen opes (mv!) =macht ne fama quidem=zelfs niet van horen zeggen studia (mv!)+?= belangstelling voor, + gen consistere +?=bestaan uit, +abl a parvis; a pueris=van jongs af aan diu=lang permanere=blijven magnus=groot suus=zijn vis=kracht confirmare=versterken turpis=schandelijk qui=dit utor (deponens!!) +?=gebruiken, +abl pars=deel caro {gen:carnis}=vlees quisquam=iemand modus=grootte;omvang magistratus=magistraat; ambtenaar princeps=vorst gens=stam visum est=toeschijnen mihi visum est=ik vind het goed alio {bijwoord}=naar elders; ergens anders heen causa=reden capire=grijpen latus=breed;uitgestrekt potens=machtig;sterk humilis=zwak;klein expellere=verdrijven frigus=kou;vorst aestus=hitte vitare=ontwijken aliqui=iemand;iets pecunia=geld nascor=geboren worden;voortkomen continere=bevatten;omvatten quisque=ieder;elk opes=middelen proelium=gevecht quis? = wie?
Ingezonden op 19-09-2011 - 715x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!