Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Snel en vlot Duits leren spreken en begrijpen, deel 1

1 Week Een

Jaar -

in = in
im = in de
Flugzeug = vliegtuig
entschuldigen Sie = pardon; excuseer me
wir = we; wij
haben = hebben
habe = heb
hat = heeft
Platz = plaats; plein
und = en
ja = ja
ein; eine; einem; einen = een
Moment = ogenblikje
bitte = alstublieft
guten Tag = goedendag; hallo
sind = zijn
mein; meine = mijn
Name = naam
ist = is
nein = nee
leider = helaas
nicht = niet
ich = ik
bin = ben
fliegen = vliegen
fliege = vlieg
nach = naar
Sie = u
auch = ook
aber = maar
aus = uit
war = was
waren = waren
Mai = mei
der; die; das; dem; den = de; het
Stadt = stad
sehr = heel
schön = mooi; knap
für = voor
Firma = firma; bedrijf; kantoor
was = wat
machen = maken; doen
mache = maak; doe
arbeiten = werken
arbeite = werk
bei = bij
Frau = mevrouw; vrouw; echtgenote
wo = waar
Reisebüro = reisbureau
jetzt = nu
besser = beter
drei = drie
Jahr = jaar
Jahre = jaren
wie = hoe
Ihr; Ihre; Ihrem; Ihren = uw
gut = goed
langweilig = vervelend
es gibt = er is; er zijn
mehr = meer
Geld = geld
groß; große; großes = groot
Haus = huis
vier = vier
Kinder = kinderen
sie = zij
Eltern = ouders
Freundin = vriendin
telefonieren = telefoneren
telefoniert = telefoneert
immer = altijd
das = dat
das kostet = dat kost
viel = veel; een hoop
Ferien = vakantie
ohne = zonder
Telefon = telefoon
Januar = januari
Februar = februari
März = maart
April = april
Juni = juni
Juli = juli
August = augustus
September = september
Oktober = oktober
November = november
Dezember = december
hallo = hallo
guten Morgen = goedemorgen
guten Abend = goedenavond
gute Nacht = goedenacht
auf Wiedersehen = tot ziens

Ingezonden op 26-09-2011 - 37912x bekeken.
Waardering 6.8 (aantal stemmen: 61)

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Snel en vlot Duits leren spreken en begrijpen, deel 1

1 Week Een