Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Snel en vlot Duits leren spreken en begrijpen
› 3 Week Drie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Snel en vlot Duits leren spreken en begrijpen
, deel 1
3 Week Drie
Jaar -
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
gehen = gaan einkaufen = winkelen; boodschappen doen müssen = moeten ich muss = ik moet heute = vandaag Bus = bus Zentrum = centrum Wetter = weer {het weer} Fernsehen = televisie es tut mir leid = het spijt me zuerst = eerst zu; zum; zur = naar; naar de Geldautomat = geldautomaat Post = postkantoor Briefmarken = postzegels Apotheke = apotheek Reinigung = wasserette Fußball = voetbal alle; alles = alle Kaufhaus = warenhuis neu = nieuw Koffer = koffer kaufen = kopen gekauft = gekocht Friseur = kapper Schuhgeschäft = schoenenwinkel Geschäft = winkel Geschäfte = winkels ach, du meine Güte = Hemeltjelief wann = wanneer geöffnet = open; geopend glauben = geloven; denken ich glaube = ik geloof; ik denk später = later zuviel = te veel Gramm = gram Schinken = ham Stück = stuk Käse = kaas Kartoffeln = aardappelen Wiener = Weense worstjes; hotdogs Brot = brood Butter = boter Ei = ei Eier = eieren Zucker = suiker Flasche = fles Flaschen = flessen Bier = bier Wein = wijn kein Problem = geen probleem gestern = gisteren Karstadt = een grote warenhuisketen in Duitsland Tüte = zak {papier of plastic} mich = mij sehen = zien gesehen = gezien genau = precies Größe = maat blau = blauw weiß = wit Verkaüfer = verkoper nett = aardig so … wie = zoals wer = wie dasselbe = hetzelfde verrückt = waanzin; waanzinnig dies; dieser; diese; dieses = dit; deze billig = goedkoop Wolle = wol Baumwolle = katoen Zeitung = krant schwarz = zwart rot = rood gelb = geel grün = groen orange = oranje rosa = roze grau = grijs braun = bruin
Ingezonden op 29-09-2011 - 6884x bekeken.
Waardering 7.6 (aantal stemmen: 4)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!