Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
woordenschat nl 150
› 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
woordenschat nl 150
, deel 1
hoofdstuk 1
Jaar 5 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Geabdiceerd = vrijwillig afstand doen van een ambt Aberratie = geestelijke afdwaling Abituriënten = de studenten die na afgelegd examen de academie verlaten Abominabel = afschuwelijk Absolverende = absolutie geven van iets Absorptie = opname Abstraheren = het abstract maken van een gegeven Accres = vermeerdering Adept = ingewijde in de geheimen van een kunst Adhesie betuigen = instemmen Ad hoc = eenmalig Ad interim = tijdelijk Adolescenten = jong volwassenen Affectieve = het gevoelsleven betreffend Aforismen = kernspreuken Agglomeratie = complex van steden en voorsteden Agogen = welzijnswerkers Agressor = aanvaller Alliantie = verbond Allooi = waarde Allures van een aristocraat = uitstraling van iemand die tot hoogste gemeenschappelijke kringen behoort Alter ego = echtgenoot Ambivalente = gelijktijdige aanwezigheid van tegengestelde gevoelens Amicale = vriendschappelijk Ampel = breedvoerig Anesthesist = narcotiseur Anglist = kenner van de Engelse taal Animisme = natuurgodsdienst Anticipeerde = vooruitlopen op iets Appelleren aan = aanspreken A priori = zonder het onderzocht te hebben Arbitraire = scheidsrechterlijke Archaïsmen = verouderde uitdrukking Archipel = eilandengroep Aspiraties = ambitie Assemblee = vergadering Associaties = onbewuste vergelijkingen Atavisme = terugval Attaché = officier Attitude = houding Auditieve = met betrekking tot het gehoor Aureool = stralenkrans om het hoofd der heiligen Autarkie = behoefte onafhankelijk te zijn van anderen Autodidact = intellectueel door zelfstudie Axioma = onbewezen grondstelling Balsturige = eigenzinnig Bibliofiel = liefhebber van boeken Bigamie/polygamie = huwelijk met meer dan een partner Bigotterie = schijnheiligheid Blasé = er meer dan genoeg van hebben Bohemien = blunder Bourgeoisie = burgerstand Boutades = spottende opmerking Canaille = gespuis Cariës = tandbederf Catechese = Godsdienstonderwijs Categorisch = stellig Causaal = oorzakelijk Chaperonne = beschermend geleidster van een jongedame Charge = aanval Charisma = bovennatuurlijke gave Charlatan = kwakzalver Chicaneren = vitten, zaniken Codicil = bijvoegsel Collage = kunstwerk Commensalen = kostgangers Communis opinio = algemeen heersende Compromitteren = in verdenking brengen Concept = begrip, deel van plan Confessionele = belijdend kerkelijk Conformisme = aanpassen aan de maatschappij Consensus = instemming Consideratie = beschouwing Consciëntieus = gewetensvol, met geweten Consolideren = bevestigen, duurzaam maken Constipatie = verstopping Contemporaine = hedendaagse, eigentijdse Contradictio in terminis = tegenstrijdigheid in de redenering Controversieel = punt van geschil in mening Convenant = beding Correlatie = samenhang betrekking Culinair = genot, gastronomie Culminatiepunt = hoogtepunt Cumulatie = opeenhopend Debarkeren ( embarkeren ) = aan land gaan Decadentie = achteruitgang Deceptie = tegenvaller Decreten = achteruitgang Defaitisme = moedeloosheid Degenereerde = zakte af Delibereren = beraadslagen Derven = missen Desavoueren = afzweren Desillusie = tegenvaller Desolate = verlaten Dies natalis = stichtingsdag Discrepantie = afwijking Dispensatie = respijt Dissident = anders denkende Diva = beroemde actrice Dominant = overheersend Eldorado = paradijs Emeritus = rustig Emolumenten = bijkomende inkomsten Entameren = aansnijden Errata = fout Eruptie = uitbarsting Escalatie = stapsgewijze vergroting Establishment = gevestigde Esthetisch = gevoelig voor het schone Ethisch = verschillende keuzes tot handelen Etnologische = volkenkundig Eunuch = ontmande Excentrisch = niet centraal Exegeet = schriftverklaarder Exemplarisch = tot voorbeeld kunnen dienende Exodus = naam van boek van Mozes uit het oude testament Farce = Klucht Federatie = verband van samenwerkende lichamen of staten Fenomenale = verbazingwekkend Flagrant = onloochenbaar Geflankeerd = van terzijde steunen Foetus = mens/ dier dat zich nog in de baarmoeder bevind Fourageren = voedsel inkopen Frequent = herhaaldelijk Fulmineren = hevig uitvaren Furieus = woedend Fysiek = lichamelijk Gastriloog = buikspreker Gastronomie = verfijnde kookkunst Geaffecteerde = gemaakt, gekunsteld Geborneerd = beperkt van verstand Genealogie = geslachtsrekenkunde declameerde = opzeggen Generaliseren = uit een bepaald geval een algemenere conclusie afleiden Genereus = edelmoedig Geparalyseerd = verlamt Goeroe = geestelijk leraar Geriatrie = geneeskundig specialisme voor de behandeling van bejaarden Geste = teken van goede bedoelingen Grafoloog = beoefenaar van de grafologie Groteske = vreemdsoortig beeldwerk van onwaarschijnlijke Hectische = heel druk en rommelig Heraldieke = de wapenkunde betreffend kleur Herculische = reusachtig groot, als Hercules Hereditaire = erfelijk Hetze = actie tegen iemand gericht Hilariteit = vrolijkheid Hommage = hulde, eerbetoog Hybridisch = uit heterogene delen bestaande; bastaard
Ingezonden op 05-10-2011 - 1011x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!