Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Na Klar!, deel 1

1 Reset (helemaal)

Jaar 3 (havo)

opsluiten = sperren
de kooi = der Käfig 
het konijn = das Kaninchen 
genoemd = genannt 
de trui = der Pulli 
peperduur = sauteuer
het optreden = der Auftritt 
de groentewinkel = der Gemüseladen 
zich veroorloven = sich leisten
de maat = die Größe 
passen = anprobieren
het pashokje = die Umkleidekabine
aantrekken = anziehen
de aanbieding = das Angebot
de broek = die Hose
de winkel = das Geschäft
de laars = der Stiefel 
op tijd = rechtzeitig
de toets = die Prüfung
de vloeistof = die Flüssigkeit
de jongeren = die Jugendlichen
voordat= bevor
de zuurstof= der Sauerstoff
het lichaam= der Körper
het bord = die Tafel
uitleggen = erklären
de les = der Unterricht
voortrekken= vorziehen
de havo= die Realschule
soms= manchmal
lukken= klappen
Heb je een mooie vakantie gehad? = Hast du schöne Ferien gehabt?
Waar ben je geweest? = Wo bist du gewesen?
Reis je naar Frankrijk? = Reist du nach Frankreich?
Hij wordt nog gek! = Er wird noch verrückt!
Het was zo mooi! = Es war so schön!
Wanneer zul je hem weer zien? = Wann wirst du ihn wiedersehen?
Jullie zijn bruin geworden! = Wie braun ihr geworden seid!
Wat vind je van me? = Wie gefalle ich dir?
Serieus? Joh, geweldig! = Im Ernst? Mensch, großartig!
Echt. Dat is leuk! = Wirklich. Das macht Spaß!
Wacht eens even! = Moment mal!
Wat bedoel je? = Was meinst du?
Wat is er met je? = Was ist mit dir?
Vertel eens! = Erzähl mal!
Nou? Hoe zie ik eruit? = Nun? Wie sehe ich aus?
Zie je het niet? = Siehst du es nicht?
Jawel. Dat wel. = Doch. Schon.
Nou en? Zeg dan! = Na und? Sag doch!
Je hebt toch ogen in je hoofd? Of niet soms? = Du hast doch Augen im Kopf, oder?
Draag je geen bril meer? = Trägst du keine Brille mehr?
Precies! Eindelijk heb ik lenzen! = Genau! Endlich habe ich Linsen!
Nu zie ik het pas. = Jetzt sehe ich es erst.
Dat kan ik nog niet zeggen. = Das kann ich noch nicht sagen.
Het is nog even wennen. = Man muss sich noch dran gewöhnen.
Ik voel me zo veel beter. = Ich fühle mich so viel besser.
Ik wil liever naar de Kaufhof of zoiets. = Ich möchte lieber zum Kaufhof oder so.
Die broek is toch vreselijk! = Die Hose ist doch schrecklich!
Als jij dat vindt. = Wenn du meinst.
Kleren zijn belangrijk. = Kleidung ist wichtig.
Vind je? Hoezo? = Glaubst du? Wieso?
Mij interesseert het niet. = Mich interessiert es nicht.
Ik draag graag een jurk. = Ich trage gern ein Kleid.
Een rok staat me toch niet! = Ein Rock steht mir doch nicht!
Je ziet er beslist beter uit. = Du siehst bestimmt besser aus.
Maakt het je niet uit? = Ist es dir egal?
De school is weer begonnen. = Die Schule hat wieder angefangen.
Dat is een eiland in het noorden van Duitsland. = Das ist eine Insel im Norden von Deutschland.
Ik heb in de zomer een talencursus gedaan. = Ich habe im Sommer einen Sprachtkurs besucht.
Ik heb me in de vakantie verveeld. = Ich habe mich in den Ferien gelangweilt.
Ik ben naar het buitenland gegaan. = Ich bin ins Ausland gefahren.
Ik heb gewerkt. = Ich habe gejobbt.
Ik loop vijf minuten naar de halte.= Ich gehe fünf Minuten bis zur Haltestellen.
Ik zit op de havo. = Ich gehe in die Realschule.
Ik heb geen zin om naar school te gaan. = Ich habe keine Lust, in die Schule zu gehen.
Nu zit ik weer op school. = Jetzt sitze ich wieder in der Schule.
Mijn weg naar school duurt 25 minuten. = Mein Schulweg dauert 25 Minuten.

Ingezonden op 09-10-2011 - 1035x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Heel hoofdstuk 1 [behalve gramm.]
wij hebben in 3 havo het boek 2 havo..
Hoop dat jullie er wat aan hebben!!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Na Klar!, deel 1

1 Reset (helemaal)