Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Contact, deel 1

1 Unit 1: focus vocabulary

Jaar 4 (aso)

de zomervakantie = the summer holiday(s)
opstaan = (to get up)
gaan fietsen = to go biking
jouw favoriete sport beoefenen = to practise your favourite sport
gaan kamperen = to go camping out
aan jeugdbeweging = a youth movement
een vakantiejob = a holiday job
zonnebaden = sunbathing
zwemmen = to swim
bijwonen = to attend
naar het buitenland reizen = to travel abroad
amuseren = to entertain
vrijwilligerswerk = voluntary work
ontdekken, exploreren = to explore
riskant, gevaarlijk = risky
genieten van = to enjoy
zich ontspannen = to relax
behulpzaam = helpful
dominant = dominant
verdraagzaam = tolerant
meevoelend = compassionate
welgezind = good-humoured
conservatief = conservative
gevoelig = sensitive
zelfbespiegelend, introspectief = introspecitive
emotioneel = emotional
(on)verantwoordelijk = (ir)responsible
zelfzuchtig = selfish
koppig = stubborn
dapper, moedig = daring
(on)conventioneel = (un)conventional
zelfverzekerd = self-assured
avontuurlijk = adventurous
gezellig, vlot = sociable
kunstzinnig, artistiek = artistic
oppervlakkig = superficial
sportief = sportsmanlike
dynamisch = dynamic
praktisch = practical
op jezelf vertrouwend = self-confident
speels = playful
vriendelijk = friendly
ontspannen = relaxed
actief = active
extrovert = extrovert
spontaan = spontaneous
individualistisch = individualistic
moedig = courageous
kalm = calm
rustig = quiet
gezellig = outgoing
spraakzaam = talkative
introvert = introvert
torture = foltering
cultuur = culture
vertrekken = to take off
landen = te touch down
pijnlijk = sore
een (stads)wandeling = a walking tour
slechtgehumeurd zijn = to be in a bad mood
goede luim = good cheer
commentaar = commentary
vinden, iemand op het spoor komen = to track down
klagen = to complain
hevig verlangen = to crave
vreemd = weird
een houding = an attitude
uitbreiden = to expand
verbreden = to broaden
aan boord gaan (van een vliegtuig) = to board (a plane)
dankbaarheid = gratitude
overweldigd zijn = to be overwhelmed
rafting = rafting
een vlot, een platte boot = a raft
een aangename ervaring = a blast
peddelen = to paddle
een peddel = a paddle
waterversnelling = rapids
je met kracht voortbewegen = to power
wild water = white water
kleine waterval = a drop-off
een holte = a hole
heen en weer geslingerd worden = to be tossed around
een waterval = a waterfall
een draaikolk = a whirlpool
trekken = to pull
duwen = to push
loslaten = to release
naar boven drijven = to float up
drijvend houden = to keep afloat
vastklampen = to clamp
dankbaar = grateful
helemaal nat maken = to dranch
een gewrichtsholte = a socket
zich vervelen = to be bored
ongeduldig heen en weer lopen = to pace
een gemeenschap = a community
vrijwillig deelnemen/ zich vrijwillig aanbieden = to volunteer
de moeite waard = worthwhile
tot voordeel dienen = to benefit
trakteren = to treat
een vervuilende stof = a pollutant
voldoening = gratification
winnen, krijgen = to gain
sportief met betrekking tot sport = sportif
van sport houden = sport(s)-loving
eerlijk, fear in sport = sportmanlike

Ingezonden op 16-10-2011 - 1178x bekeken.
Waardering 10 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

In de klas hebben wij een 3-tal vertalingen vernaderd, maar voor de rest komt alles overheen.
Als er fouten in staan, mag je dit altijd melden! Danku!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Contact, deel 1

1 Unit 1: focus vocabulary