Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Examenbundel Frans

0 Basiswoordenlijst

Jaar 6 (Atheneum)

le coupable = de schuldige
fut = was
a quelque = ongeveer
juger = beoordelen
se rapprocher = naderbij komen
resurgir = opduiken
sauf = behalve
ravi = verrukt
le proces = de rechtzaak
le camion = de vrachtwagen
saigner = bloeden
le coup de couteau = messteek; de messteek
le soupcon = de verdenking
du moment que = vanaf het ogenblik dat; vanaf het moment dat
au bout = aan het einde
a partir de = vanaf
enseigner = onderwijzen
l'execution = de terechtstelling
innombrable = talloos
verser = schenken
capturer = gevangennemen
incredule = ongelovig
animal domestique = huisdier
obliger = verplichten
envisage = overwogen
le fer = het ijzer
admettre = toegeven
le commercant = de handelaar
la refuge = de schuilplaats
avoir recours a = zijn toevlucht nemen tot
l'avance = het voorschot
soulever = optillen
se presenter = zich vertonen
rayonnant = stralend
s'eloigner = weggaan
basculer = wankelen
durant = gedurende
reconnaitre = erkennen
trop pres = te dichtbij
plusieurs = enkele
bouleverser = omverwerpen
louche = verdacht
remonter = teruggaan
entrainer = meeslepen
le gendarme = de agent
l'exigence = de eis
rever = dromen
le sac = de tas
hors d'usage = buiten gebruik
n'importe ou = waar dan ook
pousser = duwen
la barriere = het hek
chaud = warm
le chomage = de werkeloosheid
la boite de nuit = de nachtclub
entrer en vigueur = in werking treden
craindre = vrezen
etre occupe = het druk hebben
le logiciel = de software
en connaissance de cause = met kennis van zaken
etre charge de = belast met; is belast met
sociable = gezellig
se souvenir = zich herinneren
affirmer = beweren
la situation = de betrekking
la crise de colere = de woedeuitbarsting
reussir = slagen
etre abandonne par = zijn in de steek gelaten door; is in de steek gelaten door
incroyable = ongelofelijk
engager = aansnijden; beginnen
le clavier = het toetsenbord
c'est le peu juste = het is een beetje krap
sous pretexte de = zogenaamd om
patiemment = geduldig
suivre = volgen
retourner = teruggaan
sentir = voelen
la certitude = de zekerheid
car = want
en moyenne = gemiddeld
presenter = voorstellen
farouche = ferocious
le commerce = de handel
le repas = de maaltijd
ouvert = open
les herbes = de kruiden; het gras
tard = te laat; laat
la misere = de ellende
le vol = de vlucht
le cours = de cursus; de les
voler = vliegen
parlementer = onderhandelen
porter = brengen
obtenir = krijgen; verkrijgen
refuser = weigeren
l'attaque = de aanval
digne = waardig
le suspect = de verdachte
l'employe = de werknemer
la population = de bevolking
en danger = in gevaar
le vagabondage = het zwerversbestaan
c'est a prendre ou a laisser = graag of niet
le jardinier = de tuinman
l'authencite = de echtheid
declarer = erklaren; verklaren
si = jawel; zo
le loup = de wolf
l'insemination = de kunstmatige bevruchting
la mauvaise herbe = onkruid; het onkruid
appeler au secours = om hulp roepen
l'excitation = de opwinding
surgir = plotseling verschijnen; opduiken
en moins = minder
s'expatrier = naar het buitenland verhuizen; emigreren
capable de = in staat om; in staat zijn om
proposer = voorstellen
c'est chacun pour soi = het is ieder voor zich
rapide = snel
le fait = het feit
peu = weinig
la combativite = de strijdvaardigheid
l'histoire = het verhaal
le fondateur = de oprichter
la confusion = de verwarring
gagner = winnen
marie = getrouwd
decouvrir = ontdekken
ignorer = negeren
le bijou = het juweel
la proie = de prooi
accompagner = vergezellen
aboutir a = uitlopen op
accuser = beschuldigen
actuel = huidig
a plusieurs repreises = herhaaldelijk
a notre sens = volgens ons
abandonner = opgeven
au pied de = aan de voet van
attirer = aantrekken
conduire = leiden
au moins = op zijn minst
a priori = vooraf
a plusieurs reprises = herhaaldelijk
au dessus de = boven
chasser = jagen
blesser = kwetsen
a deux = met z'n tweeen
acueillir = ontvangen
confier = toevertrouwen
a son compte = op zijn kerfstok
afficher = aankondigen
a la legere = oppervlakkig
bouger = bewegen
comparaitre = voor de rechtbank verschijnen
contenir = inhouden
accueillant = vriendelijk
constituer = uitmaken
a bout de = aan het eind van
agglomeration = bebouwde kom
bas = laag
beacoup plus grave = veel erger
a peine = nauwelijks
contaminer = besmetten
avoir peur = bang zijn
accomplir = verrichten
cesser = ophouden
baisser = dalen
aigu = scherp
avoir la gorge serree = een dichtgeknepen keel hebben
court = kort
branche = hip
avoir l'intention de = van plan zijn te
chez = bij
avoir le moral a zero = in de put zitten
avant = vroeger
avoir l'impression = de indruk hebben
commettre = begaan
chancelant = wankelend
chaleureux = hartelijk
combattre = vechten
choisir = kiezen
comme si de rien n'etait = alsof er niets aan de hand was
comme = net als
compter = rekenen
conditions de vie = levensomstandigheden
comment = hoe
continuer a = doorgaan met
condamner a mort = ter dood veroordelen
couper = snijden
conseiller = aanraden
considerer = beschouwen
collecter = verzamelen
couverte de = bedekt met
convenir = passen
corrompu = omgekocht
contre = tegen
essayer = proberen
eteindre = afzetten
entre en ligne = online zijn
avertir = waarschuwen
entete = koppig
etre l'oeuvre de = het werk zijn van
estime = geschat
etre mis en vente = te koop aangeboden zijn
escroquer = oplichten
enterrer = begraven
etre acclame = toegejuicht zijn
en compagnie de = in gezelschap van
ailleurs = elders
etre pret a = bereid zijn om
etre exclu = uitgesloten zijn
croiser = kruisen
derriere = achter
cultive = ontwikkeld
cueillir = plukken
depuis = sindsdien
etrange = vreemd
deposer = neerzetten
declencheur = veroorzakend
en pleine rue = midden op straat
dangereux = gevaarlijk
en finir avec = een eind maken aan
en face de = tegenover
encore = nook nog
defini = omschreven
denombrer = tellen
des petits = de jongen
arriver a = erin slagen
etre reconnu = erkend worden
dedaigneux = hooghartig
depenser = uitgeven
defier = uitdagen
decrire = beschrijven
d'ailleurs = trouwens
appeler au secours = om hulp vroegen
apparaitre = verschijnen
denoncer = aangeven
apercevoir = zien
assurer = verzekeren
des besoins = de behoeften
assasiner = vermoorden
etre attendu = verwacht worden
etre cloue au lit = aan het bed gekluisterd zijn
appuyer = ondersteunen
etre place = geplaatst zijn
en complement = als aanvulling
etonnant = verbazingwekkend
en fi de = aan het eind van
avancer = opschieten
egorger = vermoorden
appartenir a = toebehoren aan
au cours de = in de loop van
aupres de = bij
entretenir = onderhouden
approximativement = ongeveer
empecher = verhinderen
elitiste = elitair
embarrase = in verlegenheid gebracht
auparavant = tevoren
a distance = de afstand
abandonne = in de steek gelaten
a cause de = door
augmenter = toenemen
embarquer = instappen
employer = gebruiken
a l'approche de = bij de nadering van
aucun = geen een
assister a = bijwonen
en poche = op zak
en plus = bovendien
il y a = er is
en vain = tevergeefs
injurier = uitschelden
inoffensif = onschadelijk
enfermer = opsluiten
endormir = laten slapen
encaisser = inkasseren
autour de = in de buurt van
imposer = opdringen
assis = zittend
emporter = meenemen
au bout de = na afloop van
en provenance de = komende uit
la loi = de wet
encourager = aanmoedigen
au point de = zozeer dat
impensable = onvoorstelbaar
inconnu = onbekend
faire descendre = dwingen tot uitstappen
etroit = smal
fatal = dodelijk
la pomme = de appel
glisser = glijden
il y a quelque temps = een tijdje geleden
guerir = genezen
hebdomadairement = wekelijks
exerce = uitgeoefend
feusse = vals
faire disparaitre = doen verdwijnen
la prison = gevangenis
gerer = leiden
indiquer = aanwijzen
grave = ernstig
grace a = dankzij
inexplique = onverklaard
grandir = groot worden
humain = menselijk
la preuve = het bewijs
la mechancete = de boosaardigheid
la moitie = de helft
humilier = vernederen
la presence = de aanwezigheid
la fatalite = het noodlot
la fatigue = de vermoeidheid
la succession = de opvolging
la jambe = het been
la naissance = de geboorte
la patience = het geduld
la peur = angst
hesiter = aarzelen
faire appel a = een beroep doen op
la pitie = de medelijden
la profession = het beroep
la mort = de dood
la memoire = het geheugen
la menace = de bedreiging
la priere = het gebed
la baisse = de daling
jusqu'a present = tot nu toe
justement = juist
la chaine = het kanaal
jusqu'a ce que = tot
fourni = gegeven
fleurir = opbloeien
fonctionner = werken
futur = toekomstig
la cave = de kelder
jamais = ooit
la boite = de doos
jusque = tot
intender = aandoen
invraisemblable = onwaarschijnlijk
la choeur = het koor
la chaleur = de warmte
la bouche = de mond
la boutique = het winkeltje
exigeant = veeleisend
la chasse = de jacht
fumer = roken
juif = joods
inciter = aansporen
eviter = vermijden
faussement = valselijk
faire le bond = opspringen
faire peur = bang maken
fuir = vermijden
exister = bestaan
fuguer = weglopen
fragile = kwetsbaar
frapper = kloppen
la cabine publique = de telefooncel
inquieter = ongerust maken
la bravoure = de dapperheid
la campagne = de actie
irresistible = onweerstaanbaar
la doigt = de vinger
la haine = de haat
inoubliable = onvergetelijk
fidele = trouw
la balle = de bal
la guerre civile = de burgeroorlog
la grace = de elegantie
la conversation = het gesprek
la barre = de stang
fou = gek
la boisson = het drankje
la comprehension = het begrip
la legitimite = rechtvaardiging
la condamnation = de veroordeling
la guerre = de oorlog
la limitation = de beperking
jusqu'a = tot
la beaute = de schoonheid
la circonstance = de omstandigheid
la gourmandise = de snoeplust
la force = de kracht
la commune = de gemeente
la frequentation = het regelmatig bezoeken
la coeur = het hart
la collaboration = de samenwerking
la confirmation = de bevestiging
la clope = de peuk
incurable = ongeneeslijk
la cloture = de omheining
la cou = de nek
la densite = de dichtheid
la compagnie = het gezelschap
celebrer = vieren
la fidelisation = de klantenbinding
la foi = het geloof
la disparition = de verdwijning
briser = verbreken
la guerison = het herstel
la fumee = de rook
cela vous rechauffe le coeur = dat beurt je op
la haie = de heg
la magie = de magie
la pulsion = de impuls
la fete = het feest
la tumeur = het gezwel
la femelle = het vrouwtje
la moindre difficulte = de minste moeite
fort = sterk
la messagerie = de voicemail
causee = veroorzaakt
la souris = de muis
la decouverte = de ontdekking
la subvention = de subsidie
la vague = de golf
la vache = de koe
la fausse monnaie = vals geld
la formation = de opleiding
etre recupere = teruggekregen
la lettre capitale = de hoofdletter
la mallette = het koffertje
la mesure = de maatregel
la mention = de vermelding
la victime = het slachtoffer
la matiere = het onderwerp
la ville = de stad
forcement = per se
la confiance = het vertrouwen
la matinee = de ochtend
cacher = verbergen
la vente = de verkoop
la maladie = de ziekte
la coup d'envoi = de aftrap
la superstition = bijgeloof
la reserve = het reservaat
la mise en garde = de waarschuwing
la teinte = de kleur
la valise = de koffer
la cour = de binnenplaats
la tache = de vlek
appeler = oproepen
la declaration = de verklaring
la digue = de dijk
la coup de couteau = de messteek
l'an = het jaar
la destingation = de bestemming
la detente = de ontstpanning
la racine = de wortel
la revanche = de wraak
la revolte = de opstand
la voile = het zeil
la crainte = de angst
envoyer = sturen
la vitesse = de snelheid
la soiree = de avond
deberquer = aankomen
la somme = het bedrag
la raie = de scheiding
le pire = de ergste
le bruit = het geluid
la signification = de betekenis
l'appel = oproep
l'aviateur = de piloot
l'aversion = de afkeer
se contenter de = zich tevreden stellen met
la rumeur = het gerucht
la visite = het bezoek
se consacrer a = zich wijden aan
l'absence = de afwezigheid
lachen = bekennen
l'angoisse = de angst
l'avenir = de toekomst
le combat = de strijd
le courage = de moed
le bandit = de bandiet
le message = de boodschap
le metier = het beroep
le meurtre = de moord
le jugement = het vonnis
la voisine = de buurvrouw
la scene = het toneel
le malfaiteur = de boosdoener
l'arret = de halte
l'assasin = de moordenaar
l'assurance = de verzekering
le manque de = het gebrek aan
la regle = de egel
le bac = het eindexamen
le coup d'envoi = de aftrap
le corps = het lichaam
le comportement = het gedrag
le compte bancaire = de bankrekening
le concitoyen = de medeburger
le divorce = de scheiding
le malade = de zieke
la securite = de veiligheid
le blesse = de gewonde
le bonnet = de muts
le boulot = het baantje
le bras = de arm
le faux = de vervalsing
l'agriculteur = de landbouwer
l'amputation = de amputatie
l'ampleur = de omvang
l'ambiance = de sfeer
le coin cuisine = de kookhoek
le hasard = de toeval
le lapin = het konijn
se cacher = zich verbergen
le croyant = de gelovige
le clochard = de zwerver
le juge = de rechter
le dossier = de zaak
l'affaire = de zaak
se montrer = zich laten zien
se rendre a = gaan naar
laisser = laten
le fils = de zoon
le genre = de soort
le gland = de eikel
se tuer = zich doden
le clic = de klik
le gout = de smaak
se faire prisonnier = zich vrijwillig aangeven
le geste = het gebaar
majoritaire = meerderheids
sans honte = zonder schaamte
le fauteuil = de armstoel
le cimetiere = het kerkhof
le mort = de dode
le endroit = de plaats
sans precedent = ongekend
se balader = wandelen
s'appreter a = zich voorbereiden op
sauter = springen
le jardin = de tuin
sauvage = wild
le pape = de paus
le magistrat = de rechterlijk ambtenaar
le nez = de neus
se decontracter = zich ontspannen
se derouler = zich afspelen
l'amelioration = de verbetering
le doute = de twijfel
s'apercevoir que = merken dat
le phenomene = het verschijnsel
le lien = de band
le mobile = het motief
le piege = de val
sans = zonder
le patron = de baas
le batiment = het gebouw
le mariage = het huwelijk
le depart = vertrek
le passe = het verleden
le nain = de dwerg
l'environnement = het milieu
le don = de gift
le miracle = het wonder
le musulmane = de moslim
le departement de la sante = gezondsheidsdiensten
le courrier = de post
le journal = de krant
le poursuivant = de achtervolger
le decouragement = de ontmoediging
le mot = het woord
le domicile = de woning
le desespoir = de wanhoop
le dessin = tekening
le pretexte = het voorwendsel
le developpement = de ontwikkeling
l'ecolo = de milieufreak
le sourire = de glimlach
le solitaire = de eenling
le site = de plek; de plaats
le prisonnier = gevangene
le regret = de spijt
le portable = het mobieltje
le silence = de stilte
le pompier = de brandweerman
l'emporter sur = de overhand krijgen over
le son = het geluid
le salaud = de schoft
l'internaute = de internetgebruiker
l'infirmiere = de verpleegster
le responsable = de verantwoordelijke
l'injustice = het onrecht
le vin = de wijn
le sanspapier = de illegaal
le sondage = de enquete
le sens de = het gevoel voor
le reservoir = de tank
l'infortune = het ongeluk
le risque = het risico
le tablier = het schort
le troupeau = de kudde
legerement = luchtig
l'eglise = de kerk
le taux = het gehalte
le poste = de functie
le truc = het ding
le serpent = de slang
le volant = het stuur
le tueur = de moordenaar
le visage = het gezicht
le voile = de sluier
le tapage = het rumoer
le veau = de kalf
le volontaire = de vrijwilliger
le refus = de weigering
le renard = de vos
le proverbe = het spreekwoord
le quai = het perron
l'etranger = de vreemdeling
le sujet = het onderwerp
le regard = de blik
l'eclat = de schittering
l'ecart = de kloof
le vol = de diefstal
le volomoteur = de bromfiets
le wagon = het rijtuig
l'election = de verkiezing
l'exception = de uitzondering
l'exil = het ballingschap
l'existance = het bestaan
l'eveque = de bisschop
l'ensuignement = het onderwijs
le cri = het geluid
l'employeur = de werkgever
l'expert = de deskundige
l'entree = de ingang
l'entreprise = de onderneming
l'ensamble = geheel
l'etoile = de ster
l'enquiete = het onderzoek
le cas = het geval
l'ennui = het probleem
le buisson = de struik
le chale = de sjaal
le cabinet = het kantoor
le poisson = de vis
louer = huren
l'immeuble = het gebouw
le champ = het veld
l'espace = de ruimte
l'etablissement = de instelling
les restes = de overblijfselen
l'or = het goud
les impots = de belastingen
l'univers = de wereld
l'etat civil = de burgerlijke stand
maintenir = handhaven
l'organisme = de instelling
l'image = het beeld
l'ile = het eiland
le chiffre d'affaires = de omzet
l'escargot = de slak
limite = beperkt
l'hopital = het ziekenhuis
l'humanite = de mensheid
l'innocence = de onschuldigheid
l'epouse = de echtgenote
l'individu = het individu
les actualites = het nieuws
luminieux = stralend
l'heritage = de erfenis
se lever = opstaan
l'oiseau = de vogel
pretendre = beweren
parmi = te midden van
preceder = voorafgaan
precieux = kostbaar
realiser = tot stand brengen
l'ordinateur = de computer
presume = vermoedelijke
l'ombre = de schaduw
l'erreur = de fout
les donnees = de gegevens
l'epoque = het tijdperk
l'odeur = de geur
propre = schoon
prudent = voorzichtig
manifestement = klaarblijkelijk
devenir = worden
donner lieu a = aanleiding geven tot
participer a = deelnemen aan
proceder = te werk gaan
rayonner = stralen
quitter = verlaten
prevu = gepland
qualifier = bestempelen
l'oeuf = het ei
l'objectif = het doel
presque = bijna
recenser = tellen
recevoir = krijgen
offert = aangeboden
prier = bidden
puissant = sterk
pur = zuiver
reel = werkelijk
meconnaissable = onherkenbaar
mefiant = wantrouwig
mener = leiden
mettre de l'argent de cote = geld opzijzetten
minable = zeer lelijk
mince = slank
mettre a part = terzijde leggen
ne guere = nauwelijks
maladroitement = onhandig
reduire = beperken
l'interrogatoire = het verhoor
radieux = stralend
ravissant = schitterend
mener un enquete = onderzoek uitvoeren
mettre au point = ontwikkelen
mourir = doodgaan
mis en vente = te koop aangeboden
recruter = aanwerven
prevenir = voorkomen
prevenu = gewaarschuwd
pas grandchose = niet veel
montrer = opzetten
pendant = gedurende
detester = haten
entre = tussen
la curiosite = de nieuwsgierigheid
des soucis = de zorgen
montrer = aantonen
dur = hard
des = reeds vanaf
disparaitre = verdwijnen
offrir = geven
on nait avec = het is aangeboren
melanger = mengen
deserter = weglopen van
egalement = ook
de l'argent = geld
la fermeture = de sluiting
alerter = alarm slaan
des milliers = duizenden
davantage = meer
d'ou = waarvan
doux = zacht
errant = zwervend
manquer = gebrek hebben aan
monter dans = instappen
d'apres = volgens
passer = doorbrengen
plonger = duiken
ecouter = luisteren naar
penetrer = binnendringen
plus urbanise = meer bebouwd
predire = voorspellen
perdre son temps = zijn tijd verliezen
perdre = verliezen
ecologique = milieu
discuter = praatje maken
diriger = besturen
des reserves = de noodvoorraad
donneur de sang = bloeddonor
la violence = het geweld
pleinement = volledig
designer = aanwijzen
dirige par = geleid door
dont = waarvan
dormir = slapen
decider = beslissen
prendre la fuite = vluchten
pau vraisemblable = niet waarschijnlijk
partout = overal
desormais = voortaan
diminuer = verminderen
poursuivre = voortzetten
moqueur = spottend
vrai = waar
survivre = overleven
malin = ondeugend
reveiller = wakker maken
tour entier = in zijn geheel
sur = zeker
rouler = rijden
peser = wegen
plaire = behagen
personne = niemand
sans crainte = zonder angst
revenir = terugkomen
temoigner = getuigen
revenir a = neerkomen op
silencieusement = in stilte
vecu = meegemaakt
voler = stelen
vendre = verkopen
trop tard = te laat
tuer = doden
resider dans = bestaan in
tous les jours = elke dag
veritable = echt
tant = zoveel
vers = naar
surtout = vooral
tout juste = zojuist
renseigner = inlichtingen geven
retenir = tegenhouden
tenir de compte = rekening houden met
se dire = beweren te zijn
repute = beroemd
ressuree = gerustgesteld
se reappeler = zich herinneren
surprenant = verbazingwekkend
se mettre a = beginnen te
sur commande = op bestelling
se proteger = zich beschermen
sans doute = zonder twijfel
se faire voler = bestolen worden
se diriger vers = gaan in de richting van
seduire = verleiden
retire = teruggetrokken
reprendre = hervatten
rempli = volbracht
s'accrocher a = zich vastklampen aan
richissime = heel rijk
tenir le coup = volhouden
ressentir = voelen
reprocher = verwijten
se reproduire = zich weer voordoen
rerement = zelden
s'addoner a = zich overgeven aan
reprendre gout a = opnieuw de smaak te pakken krijgen
rendre a visite = bezoeken
ni (dit) ni (dat) = noch dit noch dat
oublier = vergeten
tout le monde = iedereen
ne plus que = slechts
ne jamais = nooit
ouvrir = beginnen
par consequent = bijgevolg
nourrir = voeden
rester = overhouden
nier = ontkennen
n'importe quoi = wat dan ook
ne = geboren
ouvertement = openlijk
meriter = verdienen
male = mannelijk
pres de = naast
mensonger = leugenachtig
mortel = dodelijk
passe = voorbij
souffrir = lijden
ne plus faire confiance = niet meer vertrouwen
parcourir = afleggen
pareil = hetzelfde
parental = ouderlijk
obligatoire = verplicht
observer = observeren
s'etablir = zich vestigen
selon = volgens
seule = alleen
sous = onder
stipuler = bepalen
s'eponger = afvegen
s'ennuyer = zich vervelen
sinistre = rampzalig
s'expromer = zich uitdrukken
suivi de = gevolgd zijn door
ne plus = niet meer
s'imposer = zich opdringen
singulierement = bijzonder
si = als
nommer = noemen
soupconner = verdenken
souple = soepel
non loin de = niet ver van
s'inquieter = zich ongerust maken
regulier = vast
stupefait = stomverbaasd
subi = geleden
soutenir = steunen
sensible = gevoelig
soudaine = plotseling
sourire = glimlachen
suffire = voldoende zijn

Ingezonden op 06-11-2011 - 2514x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

De basiswoordenlijst is een lijst van woorden die in de centrale examens van de laatste twintig jaar regelmatig voorgekomen zijn en bekend verondersteld worden. Je kunt deze lijst gebruiken als checklist en de woorden die je nog niet kende alsnog leren. Bij de keuze van de op te nemen woorden en afleidingen is een bepaalde willekeur natuurlijk onvermijdelijk: er vallen dus altijd woorden toe te voegen.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Examenbundel Frans

0 Basiswoordenlijst