Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

TrabiTour, deel E

14 woordjes werkboek 3.2 en opdracht 3.5

Jaar 3 (vmbo-kgt)

das Kino = de bioskoop
die Kinos = de bioscopen
ins Kino gehen = naar de film gaan
die Kneipe = de kroeg
im Originalton = in de originele taal
mit Untertitel = met ondertiteling
das Theater = het theater
die Eintrittskarte = het entreekaartje
Eintritt bezahlen = entree betalen
der Eingang = de ingang
der Ausgang = de uitgang
ausverkauft = uitverkocht
ausgehen = uitgaan
sich schminken = zich opmaken
etwas anziehen = iets aantrekken
aussuchen = uitzoeken
sich umziehen = zich omkleden
gemütlich = gezellig
voll = vol
leer = leeg
abholen = ophalen
zusammen = samen
sich freuen auf = zich verheugen op
sich treffen = elkaar ontmoeten
die Clique = de vriendenclub
rumhängen = rondhangen
anrufen = opbellen
die Theke = de bar
genießen = genieten
sich entspannen = zich ontspannen
der Imbiss = de snack, de snackbar
Kleidungsstücke = kledingstukken
Getränke = dranken
Möbelstücke = meubelstukken
Sportarten = sporten
Feste = feestdagen
der Appell = de appel
das Brot = het brood
der Kuchen =de koek
die Milch = de melk
die Suppe = de soep
die Jacke = de jas
der Schuh = de schoen
der Pulli = de trui
die Hose = de broek
das Hemd = het hemd
das Sofa = de bank
der Stuhl = de stoel
der Tisch = de tafel
der Schrank = de kast
die Lampe = de lamp
das Turnen = het turnen
die Gymnastik = de gymnastiek
der Fußball = het voetbal
der Tennis = het tennis
das Pingpong = het tafeltennis
der Rucksack = de rugzak
der Bleistift = het potlood
das Etui = het etui
das Schulheft = het schoolschrift
das Buch = het boek
das Ostern = pasen
die Weinacht = kerst
der Sankt Nikolaus = sinterklaas
der Geburtstag = de verjaardag
der Hochzeitstag = de trouwdag
das Theaterstück = het toneelstuk
die Aufführung = de uitvoering
die Bühne = het toneel
die Ausstellung = de tentoonstelling
die Vorspeise = het voorgerecht
das Hauptgericht = het hoofdgerecht
die Nachspeise = het nagerecht
der kellner = de ober
die Kellnerin = de serveerster
das Trinkgeld = de fooi
spannend = spannend
witzig = grappig
schön = mooi
süβ = lief, zoet
blöd = stom
kindisch = kinderachtig
komisch = merkwaardig, raar
(un)realistisch = (on)realistisch
romantisch = romantisch
Ich möchte = Ik wil graag
Ich finde … doof = Ik vind … stom
Das finde ich auch = Dat vind ik ook
Nein, absolut nicht = Nee, absoluut niet
Damit bin ich einverstanden = Daarmee ben ik het eens
Das stimmt nicht = Dat klopt niet
Da bin ich mir nicht sicher = Dat weet ik niet zeker

Ingezonden op 09-11-2011 - 2542x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 18-01-2012.
Waardering 7.4 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

de woordjes van opdracht 3.5 kunnen voor iedereen anders zijn. Je moest bij elk onderdeel 5 voorbeelden noemen: 5 sporten, 5 meubelstukken e.d. Ik heb mijn antwoorden erin gezet, maar het kan zijn dat jij andere voorbeelden hebt op geschreven.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

TrabiTour, deel E

14 woordjes werkboek 3.2 en opdracht 3.5