Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

CALSCOLLEGE DUITS

2 DUITS h2

in Ordnung sein = in orde zijn
funktionieren-funktioniert = functioneren-gefunctioneerd
ziemlich = tamelijk
die Verbindung = de verbinding
langsam = langzaam
schnell = snel
fast = bijna
Woran liegt es? = waar aan ligt dat?
verursachen-verursacht = veroorzaken-veroorzaakt
das Problem = het probleem
die Festplatte = de harde schijf
Tut mir Leid! = Het spijt me!
umtauschen-umgetauscht = ruilen-geruild
die Garantie = de garantie
das Geld zurückbekommen = het geld terugkrijgen
überprüfen-überprüft = controleren-gecontroleerd
der Stecker (Stecker) = de stekker
die Steckdose = het stopcontact
der Strom = de stroom
die Fernbedienung = de afstandsbediening
Ich wechsle die Batterien. = Ik stop er nieuwe batterijen in.
Das Problem ist gelöst = Het probleem is opgelost.
Ich werde es versuchen = Ik zal het proberen
Womit kann ich behilflich sein? = Waarmee kan ik u helpen
Das Auto war kaputt. = de auto was kapot.
die Panne = de pech
Was ist los? = wat is er aan de hand?
das Geräusch = het geluid
komisch = vreemd
das Netzteil = de voeding (van de computer)
Mutig = moedig
das Mädchen (Mädchen) = het meisje
die Automechanikerin = de automonteur
die Unterstützung = de ondersteuning
die Wahl = de keuze
der Anspitzer (Anspitzer) = de puntenslijper
die Ohrstöpsel = de oordopjes
der Gegenstand = het voorwerp
viereckig = vierkant
rund = rond
Was kann man damit machen? = Wat kun je daarmee doen?
was meinst du? = Hoe bedoel je?
Wie heißt das? = Hoe heet dat?
aus Metall = van metaal
Kunststoff = kunststof
das Holz = het hout
Wie sagt man das auf Deutch? = Hoe zeg je het in het Duits?
das Gerät = het apparaat
Ich bin stolz auf meine Erfindung. = Ik ben trots op mijn uitvinding
der Schlüssel (Schlüssel) = de sleutel
die Sachen = de spullen
die Taste (Tasten) = de toets,de knop
Können Sie mir helfen = Kunt u mij helpen?
Ich weiß nicht, was ich tun soll. = Ik weet niet, wat ik moet doen.
Ich bin damit nicht zufrieden. = Daarmee ben ik niet tevreden.
Dieser Tisch ist aus Holz. = Deze tafel is van hout.
Fast jeden Haus hat internet. = Bijna elk huis heeft internet.
der MP3-Spieler(Spieler) = de mp3-speler
Welchen MP3-Spieler meinst du? = Welke mp3-speler bedoel je?
einde Menge = een heleboel
die Differenz = het verschil
der Sturz = de val
das Ziel = het doel de eindstreep
die Muskeln = de spieren
den Start erwischen = starten
hinschauen = ernaar kijken
die Lösung = de oplossing
forschen = onderzoeken
Wählen = kiezen
wechseln = wisseln

Ingezonden op 21-11-2011 - 748x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Voor Mijn goeie studenten!

Vakken

CALSCOLLEGE DUITS

2 DUITS h2