Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
KuAl
› 11 &12
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
KuAl
11 &12
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Harmonieleer = de regels van klassieke muziek die voorschrijven welke combinaties en opeenvolgingen van toonhoogtes goed samengaan en welke niet. Twaalftoonsysteem = techniek om muziek te componeren waarin alle twaalf tonen binnen het octaaf gelijkwaardig zijn. Er is geen grondtoon. De componist bepaalt zelf een volgorde voor die twaalf tonen. Expressionisme = stroming die ervan uitgaat dat je je gevoelens moet uiten, of dat nu mooi is of niet. Abstract = het afbeelden van een natuurlijk herkenbare voorstelling speelt geen rol. Vormen, kleuren en lijnen spelen een zelfstandige rol. Ook genoemd non-figuratieve kunst. Ostinato = muzikaal motief dat telkens herhaald wordt. Grahamdans = (ondertussen traditioneel geworden) moderne danstechniek ontwikkeld door Martha Graham. Ze maakte expressionistische en dramatische dans die gebaseerd is op de tegenstelling tussen contraction en release. Jazz = muziekstijl vanaf ongeveer 1900 die ontwikkeld is door de zwarte bevolking van de Verenigde Staten. Elementen uit de West-Afrikaanse muziek zijn hierin terug te vinden in combinatie met westerse elementen. In de jazzmuziek wordt veel geïmproviseerd. Ragtime = muziekstijl van pianomuziek die gecomponeerd en opgeschreven is. De bas is een stevige begeleiding op de beat terwijl de melodie er vaak vliegensvlug tegenin gaat. Er zijn in het ritme vaak verrassende en afwijkende accenten. Vandaar de benaming ‘ragged time’ , verscheurde timing. Cakewalk = parendans waarmee de zwarte bevolking spottend de dans van de blanken nadeed. In de hoeken improviseren de paren een dans; degene die het beste danst, krijgt een cake. Snelle en wilde dans in tweedelige maat. Blues = muziekstijl ontwikkeld door de zwarte bevolking in de Verenigde Staten aan het einde van de negentiende eeuw. Deze muziek van de voormalige slaven is vaak somber en neerslachtig. Het tekstschema is meestal zin 1 – herhaling zin 1 – contrasterende zin 2. Er is een vast akkoordenschema: het bluesschema. Muzikanten zetten vaak net niet zuiver in: dirty intonation. Het tempo is vaak slepend. Dixieland = de ‘zwarte’ jazz uit Storyville, New Orleans die door blanke orkesten geïmiteerd wordt. Kubisme = schilderstijl waarin objecten nog wel herkenbaar zijn maar van verschillende kanten tegelijk geschilderd zijn. Dit is het gevolg van het opdelen van de werkelijkheid in kleine hoekige fragmenten die de kunstenaar vervolgens op eigen wijze ‘terugzet’ op het doek. Picasso, Braque. Music Hall = variététheater met een ongedwongen sfeer. Komische acts, pantomime en cabareteske zangnummers wisselen elkaar snel af. Futurisme = Italiaanse kunstzinnige beweging rond WO1. Een poging om de kunsten te laten aansluiten bij een snel veranderde samenleving met industrie, machines en oorlog. Cantata = zangstuk met instrumentale begeleiding. Dada = kunstzinnige beweging ontstaan tussen WOI en WOII in Zürich en New York. Deze beweging verwerpt iedere theorie; het keert zich tegen de oorlog en het nationalisme. Anti-burgerlijk, anti-intellectueel; benadrukken van toeval, spontaniteit, absurditeit. Surrealisme = kunstenaars beperken zich niet tot dat wat direct zichtbaar is, maar zoeken naar een manier om uiting te geven aan de werkelijke drijfveren van ons denken en handelen. Onder invloed van de psychoanalyse van Freud: belangstelling voor dromen, visioenen en erotische fantasieën. Automatisme = poging tot het produceren van kunst vanuit het onderbewuste, in een soort droomtoestand. Het bewuste en verstandelijke is zoveel mogelijk uitgeschakeld. Het automatisme leidt bijna altijd tot abstracte kunstwerken. Abstracte kunst = Kunst waarin er geen vertaling is van wat we zien, maar slechts een vertaling van de geest of het gevoel. Vormen, kleuren en lijnen spelen een zelfstandige rol. Ook: non-figuratieve kunst. Suprematisme = De geest of het gevoel heeft suprematie boven de materie, wat weergegeven wordt met geometrische figuren zoals het vierkant. Doel: opwekken van pure gevoelens die niet aan de werkelijkheid zijn gekoppeld. Constructivisme = Kunststroming van de Russische kunstenaars tijdens de opbouw van de communistische staat, direct na de Russische Revolutie (1917). Abstracte vormen, zoals in het suprematisme en montage van losse elementen zijn kenmerken van het constructivisme. De term verwijst naar het werk van fabrieksarbeiders en naar de constructie van een nieuwe wereldorde. Naturalisme = In het theater: alles op het toneel moet er zo echt mogelijk uitzien. Het publiek moet in deze illusie geloven. Lijsttoneel = De zaal is verduisterd en tussen het toneel en de zaal is een denkbeeldige vierde wand; het publiek wordt nooit rechtstreeks aangesproken door de spelers. Biomechanica = Het menselijk lichaam wordt getraind mechanisch te bewegen als een machine. Toegepast in het constructivistische theater van Meyerhold. Het lichaam wordt meer als materiaal gezien dan als een expressief middel. Constructivistisch theater = Het publiek moet zich blijven realiseren dat het niet echt is. Spelers bewegen zich zoveel mogelijk als machines. Kenmerkend is het hoge tempo en de industrieel ogende decors. Stanislavskymethode = theatermethode ontwikkeld door Stanislavsky voor de Russische Revolutie. Acteurs moeten in de huid kruipen van hun rol; emoties moeten niet gespeeld maar juist echt gevoeld worden. Na WOII in Amerika populair geworden in de Actors’ studio, waar fveel filmacteurs zijn opgeleid. Ook bekend als The Method. Episch theater = theaterstijl ontwikkeld door Brecht. Het publiek mag niet meevoelen met de personages, maar moet juist aan het denken gezet worden. Daarom vervreemdingseffecten, zoals liedjes en commentaarstemmen. De psyche van de personages is minder belangrijk. Nô-theater = theaterstijl uit Japan waarin handelingen van spelers van commentaar worden voorzien door een koor en begeleid worden door een klein orkest. Functionaliteit = Ontwerper neemt de functie van het werk als uitgangspunt: form follows function. De Stijl = Kunstzinnige beweging vanaf 1917 in Nederland. In plaats van zich druk te maken over incidentele ongemakken, moet de mensheid zich meer bewust worden van het tijdloze en universele evenwicht dat schuilgaat achter de uiterlijke zaken van alledag. Fonograaf = apparaat om geluiden op te nemen met behulp van een wasrol. Bauhaus = kunstopleiding gesticht in 1919 te Weimar (Duitsland). Houdt zich vooral bezig met toegepaste kunsten en industriële vormgeving. CIAM: Congrès Internationaux d’Architecture Moderne = internationaal architectuurcongres opgericht in 1927 om gemeenschappelijke richtlijnen te ontwikkelen voor nieuwe architectuur. Het houdt zich bezig met volkshuisvesting, stadsplanning en de relatie tussen industrie en architectuur. Invloeden van het constructivisme, het Bauhaus en De Stijl. Het Nieuwe Bouwen = verzamelnaam voor architecten die zich laten beïnvloeden door de ideeën van het CIAM. Functionele bouwstijl met veel aandacht voor licht en ruimte: gebruik van glas, staal en beton. Aandacht voor industrialisatie van de bouw en stedenbouwkunde. Prefab = Het gebruik van geprefabriceerde onderdelen in de bouw Stomme film = Film zonder geluid Attractiemontage = beeldtaal voor de stomme film ontwikkeld door Eisenstein, waarin een aaneenschakeling van wisselende attracties in hoog tempo op een ritmische manier zijn gemonteerd, vergelijkbaar met een fabrieksmatige productie. Kabuki-theater = Japanse theaterstijl waarin de spelers weinig tekst gebruiken maar waarin zij hun rol onderstrepen met maskers, symbolische kostuums en heftige gebaren, daarbij ondersteund door muziek. Entartete Kunst = titel van de tentoonstelling die in fascistisch Duitsland georganiseerd werd van in beslag genomen werk, voornamelijk van modernistische kunst.
Ingezonden op 30-11-2011 - 992x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!