Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

tweede fase

2 grammatica

Jaar 2 (vmbo-t/havo/vwo)

WERKWOORDTIJDEN:
 aan het woord waar aan je kunt zien in welke tijd het afspeeld
{of het in het verleden, nu of toekomst is} bijv: volgende week, morgen, gisteren, nu, vorig
 jaar of straks.

voorbeeld
vandaag trakteer ik jou op een lekker broodje. "vandaag"
gisteren verloor ik tijdens het sporten mijn oorbel. "gisteren"
{voor andere talen is dit ook belangrijk}
VERSCHILLENDE TIJDEN:
je hebt vast geleerd dat je twee tijden kent maar nu word het gesplitst in vier tijden.
ott = onvoltooid tegenwoordige tijd
ovt = onvoltooid verleden tijd
vtt = voltooid tegenwoordige tijd
vvt = voltooid verleden tijd
je krijgt "v" er bij als er in de zin een hulpwerkwoord {hww} staat van hebben of zijn.
BIJWOORDELIJKE BEPALING {BWB}
je hebt met zinsontleding als verschillende ontledingen een naam gegeven maar bij de
meeste zinnen heb je dan nog wat over. het gedeelte wat je over hebt noem je de
bijwoordelijke bepaling {bwb}. het zijn meestal wel meerdere ontledingen maar je geeft ze
allemaal de zelfde naam.

Ingezonden op 13-12-2011 - 2324x bekeken.
Waardering 10 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

als er spellingsfouten in zitten meld dat dan even want ik heb last van dislexie

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Op niveau onderbouw / plus / tweede fase

2 grammatica