Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Diversen Duits, deel 17727435

5452345 idioom 4V vd berg

Jaar 4 (vwo)

die Arbeit = het werk
die Wirtschaft = de economie
der Arbeitsplatz	= de werkplek
die Tätigkeit = de bezigheid
die Stelle = de baan
die Stellung = de positie
der Betrieb = het bedrijf
das Büro = het kantoor
das Gehalt = het salaris
der Arbeitslose = de werkloze
entlassen = ontslaan
berufstätig = werkend
das Arbeitsamt = het arbeidsbureau
die Arbeitslosigkeit = de werkeloosheid
die Quote = het percentage
der Arbeitgeber = de werkgever
der Arbeitnehmer = de werknemer
die Bewerbung = de sollicitatie
sich bewerben um = solliciteren naar
die Ausbildung = de opleiding
die Zusammenarbeit = de samenwerking 
streiken = staken
der Vorstand = de directie
der Vorgesetzte = de chef
der Untergebene = de ondergeschikte
die Besatzung = de bemanning
das Ruhegehalt = het pensioen
das Gelände = het terrein
der Arbeitgeberverband = de werkgeversorganisatie
herstellen = vervaardigen
das Handwerk = het ambacht (vak)
die Ausschreitung = de ongeregeldheid, gewelddadigheid
das Bergwerk = de mijn
der Zettel = het briefje
befördern = vervoeren
kündigen = ontslag nemen
die Gewerkschaft = de vakbond
leisten = presteren; permitteren
tüchtig = bekwaam, flink, handig
kurzfristig = kort, plotseling
jobben = werken
die These = de stelling
die Anforderung	de = eis
die Ausdauer = het uithoudingsvermogen
der Durchschnitt = het gemiddelde
das Gremium = de commissie
in Frage stellen = in twijfel trekken
der Tarifvertrag = de CAO
der Sachberater = de adviseur
der Sachverständige = de deskundige
der Abgeordnete = de afgevaardigde
die Nation = het volk, de natie
die Bürgerinitiative = de actiegroep
der Bundespräsident = de bondspresident
der Bundeskanzler = de bondskanselier
die Wahl = de verkiezing
die Konferenz = de conferentie
die Bühne = het toneel
die Beziehung = de betrekking (b.v. tussen Nederland en Duitsland)
das Bundesland = de deelstaat
der Bericht = het verslag
rüsten = bewapenen
die Kommunalwahlen = de gemeenteraadsverkiezingen
denunzieren = verklikken, aanbrengen
veruntreuen = verduisteren, ontvreemden (geld)
diffamieren = belasteren
sauer = zuur
die Zerstörung = de vernietiging
der Naturschutz = de natuur/milieubescherming
landwirtschaftlich = agrarisch
die Krise = de crisis
die Umwelt = het milieu
die Verschmutzung = de vervuiling
die Verseuchung = de besmetting
der Fluss = de rivier
die Luft = de lucht
das Gewässer = het water
der Müll = het afval
der Abfall = het afval
die Sprühdose = de spuitbus
die Beseitigung = het opruimen
beschleunigen = versnellen
die Reihenfolge = de volgorde
der Umweltschützer = de milieubeschermer, -activist
die Luftverunreinigung = de luchtvervuiling
der Ausstoß = de uitstoot
erheblich = aanzienlijk
schädigen = schade toebrengen
erzeugen = produceren
die Flüssigkeit = de vloeistof
sich ernähren = zich voeden
der Schmutz = het vuil
winzig = zeer klein
der Abbau = de afbraak
entlarven = ontmaskeren
mildern = verzachten
die Nahrung = de voeding
die Nahrungskette = de voedselketen
nachhaltig = blijvend
infizieren = ingecteren
das Angebot = het aanbod
das Verhältnis = de verhouding
der Konsum = de consumptie
gierig = begerig
das Sonderangebot = de speciale aanbieding
das Geschäft = de winkel
der Laden = de winkel
der Absatz = 1. de afzet; 2. de alinea
der Gewinn = de winst
der Profit = de winst
der Umsatz = de omzet
das Konto = de bankrekening
auf Lager haben = voorradig hebben
die Marktlücke = het gat in de markt
der Angestellte = de employé
der Bewerber = de sollicitant
die Branche = de bedrijfstak
die Mehrwertsteuer = de BTW
der Bedarf = de behoefte, de vraag
die Rede sein von = sprake zijn van
bestätigen = bevestigen
der Ertrag = de opbrengst
die Lage = de situatie
in der Lage sein = in staat zijn
die Chance = de kans
ständig = voortdurend
sehnsüchtig = verlangend, smachtend, met smart
der Friseur = de kapper
das Defizit = het tekort
die Genehmigung = de vergunning, de toestemming
knapp = schaars
gewährleisten = garanderen, waarborgen
die Kundschaft = de clientèle, de klanten
der Kunde = de klant
die Leistung = de prestatie
der Trainingsanzug = het trainingspak
die Niederlage = de nederlaag
der Sieg = de overwinning
das Tor = 1. het doelpunt; 2. het doel (goal); 3. de poort
das Spiel = 1. het spel; 2. de wedstrijd
der Wettkampf = de wedstrijd
der Gegner = de tegenstander
der Knochen = het bot
das Ziel = de finish
die Mannschaft = het team
der Körper = het lichaam
der Ehrgeiz = de eerzucht
das Trikot = het shirt
die Liga = de divisie, afdeling
hervorragend = uitstekend

Ingezonden op 19-01-2008 - 3608x bekeken.
Waardering 5.2 (aantal stemmen: 11)

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Diversen Duits, deel 17727435

5452345 idioom 4V vd berg