Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Planet Ignatius
› 1516 Latijn woorden les 14&15(A+B+c)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Planet Ignatius
1516 Latijn woorden les 14&15(A+B+c)
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
14A posterus, postera, posterum = volgend annus = jaar infero, intuli, inferre = brengen naar, veroorzaken, aandoen fama = gerucht, reputatie magnitudo, magnitudinis = grootte, omvang mox = weldra, snel daarna vacuus, vacua, vacuum = leeg primo = eerst diu = lange tijd iit = (hij) is gegaan, (hij) ging it = (hij) gaat se = hij, zij, zij, zich ostendo, ostendi, ostendere = tonen, laten zien pietas, pietaties = plichtsgevoel, liefde, trouw lingua = tong, taal 14B nudus, nuda, nudum = naakt tollo, sustuli, tollere = optillen, opheffen, wegnemen terra = aarde, grond, land collum = nek detraho, detraxi, detrahere = ervan afrukken, wegnemen 14C quaedam = een zekere publicus, publica, publicum = openbaar, algemeen nisi = als niet, tenzij, behalve refero, rettuli, referre = terugbrengen, berichten, rapporteren venenum = vergif, gif, gifdrank confirmo, confirmare = bevestigen, verzekeren deprehendo, deprehendi, deprehendere = grijpen, betrappen ac = en herba = gras, kruid fere = bijna, ongeveer viginti = twintig deduco, deduxi, deducere = (naar beneden) leiden, wegleiden haec = deze auctor, auctoris = ontwerper, schrijver, zegsman ferme = ongeveer damno, damnare = veroordelen pario, peperi, parere = baren, voortbrengen opprimo, oppressi, opprimere = onderdrukken gero, gessi, gerere = dragen 15A cum = toen; nadat; omdat; hoewel {+ conjuctivus} cum = wanneer; toen {+ indicativus} ut = (op)dat; om te; (zo)dat {+ conjuctivus} ut = (zo)als; zodra (als) {+ indicativus} exercitus = leger induco, induxi, inducere = brengen naar; brengen tot; verleiden tot tunc = toen; dan {bijwoord} ara = altaar adduco, adduxi, adducere = brengen naar/in aetas, aetatis = leeftijd; leven; tijd {vrouwelijk} insula = eiland sub = onder {+ ablativus} imperium = macht; rijk fraus, fraudis = bedrog {vrouwelijk} iuro, iurare = zweren nunquam = nooit amicitia = vriendschap vita = leven 15B maneo, mansi, manere = blijven, wachten (op) fatigatua, fatigata, fatigatum = vermoeid terror, terroris = angst agmen, agminis = stoet, kolonne incedo, incessi, incedere = voortgaan, binnengaan ne = (op)dat niet, om niet te, om te voorkomen dat moenia, moeniorum = (stads)muren inde = daarvandaan, daarna iter, itineris = weg, reis, mars multo = veel tam = zo praeceps, praecipitis = hals over kop, snel, steil auguntus, augunta, auguntum = nauw, eng, beperkt cado, cecidi, cadere = vallen aegre = met moeite arbor, arboris = boom caedo, cecidi, caedere = vellen, doden lingum = hout infundo, infudi, infundere = gieten op/in fundo, fudi, fundere = gieten ferrum = ijzer, zwaard descendo, descendi, descendere = afdalen
Ingezonden op 14-01-2012 - 1178x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!