Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Planet Ignatius
› 56 Latijn woorden les 5&6(A+B+C)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Planet Ignatius
56 Latijn woorden les 5&6(A+B+C)
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ergo = dus amittĕre = verliezen periculum = gevaar duo = twee bibĕre = drinken iacent = zij liggen audit = hij hoort vult = hij wil fratres = broers venit = hij komt tum = dan; toen enim = want; namelijk; immers vester, vestra, vestrum = van jullie invenit = hij vindt tempus = tijd portat = hij draagt vivunt = zij leven cognoscĕre = vernemen; leren kennen dicit = hij zegt tristis, triste = droevig; bedroefd; triest fortis, forte = dapper; sterk crudelis, crudele = wreed incolumis, incolume = ongedeerd salutant = zij begroeten als eius = van hem; zijn; ervan; van haar; van het consilium = plan; besluit faciunt = zij maken; zij doen gaudent = zij zijn blij capiunt = zij pakken; zij nemen circa +acc = rondom; om...heen altus,alta,altum = hoog; diep habitare = bewonen volunt = zij willen omnis, omne = geheel; ieder; elk omnes = allen amicus = vriend terret = hij maakt bang; hij verschrikt ita = zo esse = zijn nondum = nog niet super +acc = boven op; over sic = zo incipiunt = zij beginnen nomen = naam ubi = waar?; waar immortalis, imortale = onsterfelijk locus = plaats gens, gentem = volk terribilis, terribile = verschrikkelijk autem = maar ; echter itaque = daarom contentus contenta, contentum = tevreden quia = omdat femina = vrouw dant = (zij) geven; geven parat = (hij) bereidt voor ; (hij) maakt gereed; voorbereiden; gereed maken domus = huis conveniunt = (zij) komen samen; samenkomen parentes = ouders finis, finem = einde multus, multa, multum = veel invitat = (hij) nodigt uit; uitnodigen iam = al ; reeds Romanus = Romein : Romeins iuvenis, iuvenem = jongeman rapiunt = (zij) grijpen ; (zij) roven; grijpen; roven homo, hominem = mens ; man per (+acc) = door...heen ; gedurende postea = daarna ; later rogat = (hij) vraagt; vragen perdit = (hij) richt te gronde ; (hij) verliest; te gronderichten; verliezen post (+acc) = na talis, tale = zo'n ; zodanig ; zodanige ; zulk ; zulke atque = en donum = geschenk miles, militem = soldaat dux, ducem = aanvoerder extra (+acc) = buiten donat = (hij) geeft; geven sperat = (hij) hoopt; hopen iaciunt = (zij) gooien; gooien expugnat = (zij) veroveren; veroveren aurum = goud clades, cladem = nederlaag inter (+acc) = tussen pars, partem = deel prope = bijna ; dichtbij lacrima = traan vulnerant = (zij) verwonden; verwonden pax, pacem = vrede finit = (hij) beëindigt; beëindigen; beeindigen accipiunt = (zij) nemen aan ; (zij) ontvangen ; (zij) verkrijgen ; (zij) vernemen; vernemen; nemen aan; ontvangen facere = maken ; doen verbum = woord pugnare = vechten orant = (zij) smeken; smeken
Ingezonden op 14-01-2012 - 1343x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!