Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Banas, BAsisvorming NAtuurkunde Scheikunde, deel 1

1234 Oefenstof voor een repetitie week van hoofdstuk 1/2/3/4

Jaar 3 (vmbo-kgt)

? is 1:F = T
? is 1:T = F
? polen stoten elkaar af = gelijke
? polen trekken elkaar aan = ongelijke
Als de frequentie van de stroboscoop gelijk is aan de frequentie van een ? voorwerp dan zie je een ? beeld = trillend, stilstaand
Als een stof is opgebouwd uit verschillende soorten moleculen is de stof een = mengsel.
Als je een magneet beweegt in de buurt van een spoel dan ontstaan er ? = elektrische stroompjes
Basisch = blauw
Basische schoonmaakmiddelen kun je gebruiken om te = ontvetten.
Wat van een pH hebben basische stoffen = pH is groter dan 7.
Noem 2 eigenschappen van basische stoffen = smaken naar zeep en voelen glibberig aan (soda, ammonia)
Bestaan de meeste stoffen uit moleculen ? = ja
Bij de meeste gassen is de oplosbaarheid …. Bij hogere temperatuur = kleiner
Bij de meeste vaste stoffen is de oplosbaarheid …. Bij hogere temperatuur = groter
Bij een kortere snaar is de toon = hoger
Bij een strakker gespannen snaar is de toon ? = hoger
Bij het kiezen van een schoonmaakmiddel moet je rekening houden met = Het soort vuil, De soort ondergrond, Het milieu
Bij het smelten gaan moleculen = langs elkaar bewegen.
Bij hogere temperatuur verdampt een vloeistof = sneller.
Bij schoonmaken heeft water 2 functies = Oplossen, Spoelen
De ? van de lichtflitsen kun je instellen = frequentie
De concentratie van een stof (in ??) is de massa van die stof (in ?? ) in 1 liter oplossing = g/L, gram
De concentratie van een stof in ……. Is de massa van die stof ……. In één liter oplossing = in g/L, in gram
De frequentie ? is het aantal trillingen per ? = F, seconde
De frequentie word uitgedrukt in ? (Hz) = hertz
De kleinste deeltjes van ijzer heten = atomen
De kleinste deeltjes van keukenzout zijn = ionen
De kracht van een snaar heet ? = spankracht
De oplosbaarheid (in gram per ??) is de grootste massa (in ??) die kan worden opgelost in 1 liter water = liter, gram
De oplosbaarheid ….. is de grootste massa …… die in 1 liter water kan worden opgelost = in gram per liter , in gram
De oplosbaarheid van de meeste vaste stoffen is = groter bij hogere temperatuur.
De oplosbaarheid van gassen is = kleiner bij hogere temperatuur.
De polen van een elektromagneet kun je verwisselen door de ? om te keren = Stroomrichting
De trillingstijd ? is de tijd van ? volledige trilling = T, een
De trillingstijd word uitgedrukt in ? = seconde (s)
de weerstand van een koolstoflaag wordt bepaald door? = de dikte van de koolstoflaag
de weerstand van een metalen draad hangt af van? = de soort metaal,de legte,de dikte
Een ? geeft zeer korte lichtflitsen = stroboscoop
Een ? is een ? waardoor stroom heen loopt = elektromagneet, spoel
Een ? is een microfoontje dat geluid opvangt en doorgeeft aan de ? = geluidssensor, computer
een chip bevat miljoenen onderdelen in 1 schakeling hoe heet zo'n schakiling = een IC
een diode laat de stroom maar ..... = in 1 richting door
Een elektromagneet is ? als de stroomsterkte groter is = sterker
Een emulgator zorgt ervoor dat = een mengsel van water en olie niet ontmengt.
Een geluidstrilling kun je zichtbaar maken met een ? en met een computer = oscilloscoop
een LDR heeft weinig of veel weerstand als er veel licht op valt? = weinig
Een mengsel heeft = een stoltraject en een smelttraject
Een mengsel heeft een = kooktraject
Een mengsel heeft een kook…. = traject
Een mengsel heeft een smelt…. = traject
Een mengsel heeft een stol…. = traject
Een mengsel is opgebouwd uit = 2 of meer soorten moleculen.
Een schoonheidsspecialist houdt zich bezig met het = verfraaien en het verzorgen van het uiterlijk.
Een schoonmaakmiddel verwijdert vuil door = Oplossen, Schuren, Bleken, Omzetten
een transistor kan werken ..... = als een elektronische schakelaar
Een zuivere stof heeft = een stolpunt en een smeltpunt
Een zuivere stof heeft een = kookpunt
Een zuivere stof heeft een kook…. = punt
Een zuivere stof heeft een smelt…. = punt
Een zuivere stof heeft een stol…. = punt
Een zuivere stof is opgebouwd uit = 1 soort moleculen.
heeft een NTC-weerstand veel of weinig weerstand als de temperatuur hoog is? = weinig
Heeft een vaste fase een eigen vorm of is deze samenpersbaar = eigen vorm
Heeft een vloeibare fase een eigen vorm of is deze samenpersbaar = allebij niet
Het ? van de spankracht is de plaats waar de snaar vastzit = aangrijpingspunt
Het kleinste deeltje van suiker heet = een suikermolecuul
Het nadeel van een oscilloscoop is dat je de beelden niet kunt ? = opslaan
Het ontsnappen van moleculen uit een vloeistof heet = verdampen.
Hoe stellen we moleculen voor = als kleine bolletjes
In een luidspreker wordt een elektrisch signaal omgezet in ? = geluid
In een microfoon wordt geluid omgezet in een ? signaal = elektrisch
Is een mengsel opgebouwd uit 1 of meerdere soorten moleculen? = meerdere soorten
Is een zuivere stof opgebouwd uit 1 of meerdere soorten moleculen? = 1 soort
Is er bij een gas veel of weinig ruimte tussen de moleculen? = veel
Is er bij een vaste stof veel of weinig ruimte tussen de moleculen? = weinig
Is er bij een vloeistof veel of weinig ruimte tussen de moleculen? = weinig
Kan je moleculen met het blote oog zien? = nee
kenmerken parallel? = alle onderdelen zitten in een aparte stoom kring,als 1 onderdeel kapot is doet de rest het nog wel
kenmerken serie? = alle onderdelen zitten in dezelfde stroomkring,als 1 onderdeelkapot is doet de rest het ook niet meer
Kenmerken van een gas = geen eigen vorm, het verspreidt zich door de hele ruimte, je kunt het samenpersen
Kenmerken van een vaste stof = een eigen vorm, je kunt het niet samenpersen
Kenmerken van een vloeistof = het heeft een horizontaal oppervlak, geen eigen vorm, je kunt het niet samenpersen
Made by Jeffrey = made by Jeffrey
Made by Jeffrey toets 1 om verder te gaan = 1
Model van een gas = in een gas bewegen moleculen alle kanten op en in een gas is er veel ruimte tussen de moleculen
model van een vaste stof = in een vaste stof trekken de moleculen elkaar aan, in een vaste stof is er weinig ruimte tussen de moleculen en in een vaste stof trillen de moleculen op een vaste plaats
model van een vloeistof = in een vloeistof bewegen moleculen alle kanten op, in een vloeistof trekken de moleculen elkaar aan en in een vloeistof is er weinig ruimte tussen de moleculen
Neutrale stoffen = pH is gelijk aan 7.
noem 3 aansluitingen van een transistor = basis,emitter,collector
Noem 3 kleinste deeltjes op = Moleculen , Atomen, Ionen
Scheiden van een mengsel is het = sorteren van moleculen.
Scheiden van een mengsel is het …… van moleculen = sorteren
Smeltpunt = als bij het smelten de temperatuur niet veranderd
Smelttraject = het temperatuurgebied waarin een mengel smelt
Smeltwarmte = de smeltwarme van een stof is de hoeveelheid warmte die nodig is om 1 kg van die stof te laten smelten.
soorten kleine deeltjes = moleculen, atomen, ionen
Stollingswarmte = de stollingswarmte van een stof is de hoeveelheid warmte die vrijkomt als 1 kg van die stof stolt
Stolpunt = als tijdens het stollen de temperatuur niet veranderd
Stoltraject = het temperatuurgebied waarin een mengsel stolt
Trekken bij een Vaste stof de moleculen elkaar aan = ja
Trekken bij een vloeistof de moleculen elkaar aan = ja
Trillingstijd ? en frequentie ? zijn elkaars omgekeerde = T, F
Uit een ? van een geluidstrilling kun je de frequentie bepalen met de tijdschaal van het beeld = oscilloscoopbeeld
van gas naar vast = rijpen
van gas naar vloeibaar = condenseren
van vast naar gas = sublimeren
Van vast naar vloeibaar = smelten
van vloeibaar naar gas = verdampen
van vloeibaar naar vast = stollen
Verzorgende cosmetica = om jezelf te verzorgen
Voorbeelden van gassen = Chloor,aardgas,zuurstof en koolstofdioxide
Voorbeelden van mengsels zijn = mayonaise, melk, limonade en constantaan.
voorbeelden van vaste stoffen = glas, hout, steen en ijzer.
Voorbeelden van vloeistoffen = Water,benzine, spiritus en azijn
Voorbeelden van zuivere stoffen = alcohol,suiker,water,koolstofdioxide en zuurstof.
Waarvoor gebruik je bontwasmiddel? = (voor de gekleurde was*)(om het ergste vuil te verwijderen)(voor de witte was)(voor het wassen van ‘tere’ weefsels { wol, zijde })
Waarvoor gebruik je fijnwasmiddel = (voor de gekleurde was)(om het ergste vuil te verwijderen)(voor de witte was)(voor het wassen van ‘tere’ weefsels { wol, zijde }*)
Waarvoor gebruik je reinigende cosmetica = om jezelf schoon te maken
Waarvoor gebruik je versierende cosmetica = om jezelf mooi te maken
Waarvoor gebruik je voorwasmiddel? = (om het ergste vuil te verwijderen*)(voor de witte was)(voor de gekleurde was)(voor het wassen van ‘tere’ weefsels { wol, zijde })
Waarvoor gebruik je witwasmiddel? = (om het ergste vuil te verwijderen)(voor de witte was*)(voor de gekleurde was)(voor het wassen van ‘tere’ weefsels { wol, zijde })
wat geeft de weerstand aan? = hoe moeilijk de elektrische stroom door een stukje meteriaal gaat
Wat is de afkorting van Vast = S
Wat is de afkorting van Vloeibaar = L
wat is een led? = een diode dat licht geeft als er stroom door heen gaat
wat kan een condensator = de opgeslagen energie snel leveren
wat kan in een condensator opgeslagen worden? = energie
wat kun je van een regelbare weerstand maken? = groter of kleiner
Welke kant gaan de moleculen op in een gas? = alle kanten
Welke kanten gaan de moleculen op in een vaste stof? = ze blijven op 1 plek
Welke kanten gaan de moleculen op in een vloeistof? = alle kanten
Word bij smelten de aantrekkingskracht tussen de moleculen groter of kleiner? = groter
Word bij smelten de afstand tussen de moleculen groter of kleiner? = kleiner
Word bij stollen de aantrekkingskracht tussen de moleculen groter of kleiner? = groter
Word bij stollen de afstand tussen de moleculen groter of kleiner? = kleiner
Zeep heeft 2 functies = Natmaken, Oplossen
Zeep zorgt ervoor dat vet = in water oplost.
Zijn in drinkwater veel of weinig stoffen opgelost? = veel
Zijn moleculen groot of klein = klein
Zinnen aanvullen toets 1 om verder te gaan = 1
Zure schoonmaakmiddelen kun je gebruiken om = kalkaanslag te verwijderen.
Zure stoffen = pH is kleiner dan 7.
Zure stoffen = zure smaak (azijn, citroensap)
Zuur = rood

Ingezonden op 20-01-2012 - 5047x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Nog enorm veel fouten.Hier word aan gewerkt.
Ik raad je aan om deze lijst in teach2000 te gebruiken met de meerkeuze mode.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Banas, BAsisvorming NAtuurkunde Scheikunde, deel 1

1234 Oefenstof voor een repetitie week van hoofdstuk 1/2/3/4