Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

English steppingstones, deel 3

1 This is my life + words

Jaar 3 (vmbo)

VRAGEN OM PERSOONLIJKE INFORMATIE:

Wat is jou voornaam? = What's your first name?
Wat is jou achternaam? = What's your surname?
Wat is jou adres? = What's your address?
Waar woon je? = Where do you live?
Waar kom je vandaan? = Where do you come from?
How old are you? = Hoe oud ben je?
Heb je broers of zussen? = Do you have any brothers or sisters?
Wat zijn jou hobby's? = What are your hobbies?
Wanneer is jou verjaardag? = When's your birthday?
Kan je me wat dingen vertellen over jezelf? = can you tell me a few things about yourself?
Kan je me wat meer informatie geven? = Can you give me some more information?
 INFORMATIE GEVEN OVER JEZELF:
Mijn voornaam is Judith = my first name is Judith
Mijn achternaam is Holmes = My surname is Holmes
Mijn adres 24 is Park Lane,Dover = My address is 24 Park Lane,Dover
Ik woon in een klein dorp = I live in a small village 
Ik kom uit Malawi = I come from Malawi
Ik ben 15 jaar oud = I'm 15 years old
Ik heb drie broers en drie zussen = I have three brothers and three sisters
Mijn hobby's zijn muziek spelen en naar muziek luisteren = My hobbies are playing music
and listening to music
Mijn verjaardag is op 1 January = My birthday is the first of January
Ik heb veel vrienden = I have lots of friends
Ik zorg voor jonge kinderen in het dorp = I look after the young children in the village
Ik heb geen tijd voor huiswerk = I don't have any time for homework
 ZEGGEN HOE IEMAND IETS DOET:
Hij kust vreselijk = he kisses terribly
Zij zingt prachtig = She sings wonderfully
John luistert altijd zorgvuldig naar iedereen = John always listens to everybody very 
carefully
Zij behandelt mensen slecht = She treats people badly
Zij neemt haar werk serieus = She takes her job seriously
Hij wordt snel boos = He gets angry easily
Hij maakt snel nieuwe vrienden = He makes new friends quickly
John kan zeer goede verhalen vertellen = John can tell stories very well
Linda kan snel rennen = Linda can run fast
 ZEGGEN DAT IEMAND/IETS IEMAND WEL OF NIET LEUK VINDT:
Ik vind mensen helpen leuk = I like helping people
Hij vindt surfen leuk = He likes surfing
Ik houd van snowboarden = I love snowboarding 
Zij houdt van het verzorgen van dieren = She loves looking after animals 
Ik houd niet van vroeg opstaan = I don't like getting up early
Tom houdt niet van lange werkdagen = Tom doesn't like working long hours
Mijn vader heeft een hekel om te werken in een kantoor = My dad hates working in an 
office
Linda haat het wachten voor bussen = Linda hates waiting for buses
Wij haten mensen die denken dat ze beter zijn dan anderen = We hate people who think 
they are better than others
 WOORDEN VAN DIT HOOFDSTUK:
op prijs stellen = to appreciate
bovendien = besides
zich aankleden = to get dressed
klaarmaken = to prepare 
beseffen = to realise 
platenmaatschappij = record company
doorbrengen = to spend
heel klein = tiny 
dorpje = village 
bazig = bossy 
slim = clever 
zelfvertrouwen = confidence
blij = glad
onafhankelijk = independent
weigeren = to refuse
spijt hebben van = to regret
gevoelig = sensitive 
koppig = stubborn 
eigenlijk = actually
alhoewel = although
tip = clue
computerles = computer studies
wedstrijd = competition 
verdelen = to divide
snel = fast
kunnen opschieten met = to get along with
lid = member 
bijnaam = nickname
tiener = teenager
trucje = trick
vrijwilliger = volunteer
ongelooflijk = unbelievable 
in staat zijn = to be able to
annuleren = to cancel
schattig = cute 
dagboek = diary
vooral = especially
blessure = injury
tevreden = pleased 
training = practice
trots = proud
opgelucht = relieved

Ingezonden op 19-02-2012 - 1068x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 25-02-2012.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

onder de zinnen kun je wat woorden zien die ook gaan over het hoofdstuk

Vakken

English steppingstones, deel 3

1 This is my life + words