Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiswoordenschat
› 3 Basiswoordenschat Duits deel 3. wonen, milieu etc.
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiswoordenschat
, deel 4B
3 Basiswoordenschat Duits deel 3. wonen, milieu etc.
Jaar 3
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
schoonmaken = sauber machen (er machte sauber, hat sauber gemacht) het dier = das Tier het weer = das Wetter warm = warm koud = kalt droog = trocken nat = nass de zon = die Sonne het regent = es regnet het sneeuwt = es schneit het vriest = es friert ijzel = Glatteis het postkantoor = das Postamt de brievenbus = der Briefkasten de telefooncel = die Telefonzelle de politie = die Polizei het politiebureau = die Polizeiwache het ziekenhuis = das Krankenhaus de brandweer = die Feuerwehr het tankstation = die Tankstelle koken = kochen (er kochte, hat gekocht) de omgeving, de streek = die Gegend het bos = der Wald de bossen = die Wälder het meer = der See de zee = die See, das Meer de rivier = der Fluss het eiland = die Insel het strand = der Strand de berg = der Berg stijl = steil vlak = flach de plant = die Pflanze de planten = die Pflanzen de boom = der Baum de bomen = die Bäume de bank = die Bank de geldautomaat = der Geldautomat de garage = die Werkstatt Ik heb pech (onderweg) = Ich habe eine Panne de rem = die Bremse het wiel = das Rad wassen = waschen (er wusch, hat gewaschen) de vuilnisemmer = der Mülleimer weggooien = wegwerfen (er warf weg, hat weggeworfen) de overnachting = die Übernachtung het hotel = das Hotel de camping = der Campingplatz de tent = das Zelt reserveren = reservieren de receptie = die Rezeption het ontbijt = das Frühstück volpension = Vollpension de stad = die Stadt de steden = die Städte het dorp = das Dorf de dorpen = die Dörfer de wijk = das Viertel op het platteland = auf dem Land de woonplaats = der Ort
Ingezonden op 11-03-2012 - 1237x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
28-03-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!