Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Grandes Lignes

5 Werkwoorden SO Dalton Lyceum Barendrecht V2E

Jaar 2 (vwo)

Werkwoorden SO Frans

Bij regelmatige werkwoorden ga je bij het vervoegen altijd uit van de ….? = stam
Regelmatige werkwoorden –er
Regarder = kijken
Je = regarde
Tu = regardes
Il, elle, on = regarde
Nous = regardons
Vous = regardez
Ils, elles = regardent 
p.c. = j’ai regardé
Regelmatige werkwoorden –re
Vendre = verkopen
Je = vends
Tu = vends
Il, elle, on = vend
Nous = vendons
Vous = vendez
Ils, elles = vendent
p.c. = j’ai vendu
Onregelmatige werkwoorden
Être = Zijn
Je = suis
Tu = es
Il, elle, on = est
Nous = sommes
Vous = êtes
Ils, elles = sont
p.c. = j’ai été
Avoir = hebben
J’ = ai
Tu = as
Il, elle, on = a
Nous = avons
Vous = avez
Ils, elles = ont
p.c. = j’ai eu
Faire = doen/maken
Je = fais
Tu = fais
Il, elle, on = fait
Nous = faisons
Vous = faites
Ils, elles = font
p.c. = j’ai fait
Aller = gaan
Je = vais
Tu = vas
Il, elle, on = va
Nous = allons
Vous = allez
Ils, elles = vont
p.c. = je suis allé
Pouvoir = kunnen/mogen
Je = peux
Tu = peux
Il, elle, on = peut
Nous = pouvons
Vous = pouvez
Ils, elles = peuvent
p.c. = j’ai pu
Vouloir = willen
Je = veux
Tu = veux
Il, elle, on = veut
Nous = voulons
Vous = voulez
Ils, elles = veulent
p.c. = j’ai voulu
Prendre = nemen
Je = prends
Tu = prends
Il, elle, on = prend
Nous = prenons
Vous = prenez
Ils, elles = prennent
Répondre = antwoorden
Je = réponds
Tu = réponds
Il, elle, on = répond
Nous = répondons
Vous = répondez
Ils, elles = répondent
p.c. = j’ai répondu
Connaître = kennen
Je = connais
Tu = connais
Il, elle, on = connaît
Nous = connaissons
Vous = connaissez
Ils, elles = connaissent
p.c. = j’ai connu
Bij de p.c. van aller en rester (blijven) moet je bij het vervoegen opletten op de … ? = extra e, s, es
Voorbeelden
Ik (vrouwelijk) ben gebleven = je suis restée
Ik (mannelijk) ben gebleven = je suis resté
Zij (vrouwelijk) zijn gegaan = elles sont allées
Zij (mannelijk) zijn gegaan = elles sont allés
U(mannelijk) bent gegaan = vous êtes allé
Jullie (mannelijk) zijn gegaan = vous êtes allés 
Ik ben geweest = j’ai été
Jij hebt gehad = tu as eu
Hij heeft gedaan = il a fait
Wij hebben gekund = nous avons pu
U hebt gewild = vous avez voulu
Zij (mannelijk) kijken = ils regardent
Ik verkoop = je vends
Zij is = elle est
Men maakt = on fait
Wij hebben = nous avons
Jullie mogen = vous pouvez
Ik wil = je veux

Ingezonden op 20-03-2012 - 1063x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

p.c. = passé composé
Prendre, répondre en connaître hoeft V2E niet te leren maar ik heb hem er gewoon bij gezet.
Zitten er nog fouten in??

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Grandes Lignes

5 Werkwoorden SO Dalton Lyceum Barendrecht V2E