Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Noorderpoort Anatomie en fysiologie
› 6 Bloedsomloop
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Noorderpoort Anatomie en fysiologie
, deel 1
6 Bloedsomloop
Jaar 4 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is tractus circulatorius = de bloedsomloop Wat is de functie van de bloedsomloop = het bloed via de bloedvaten door het hele lichaam laten stromen, zodat de taken kunnen worden uitgevoerd Wat zijn de taken van de bloedsomloop = vervoeren van zuurstof en brandstof naar de cellen; afvoeren van afbraakstoffen; op temperatuur houden van het lichaam; het beschermen van het lichaam door het aanwezig zijn van afweerstoffen en cellen in de bloedsomloop; onderhouden van de samenstelling van de vloeistof in de extracellulaire ruimten om de cellen zo goed mogelijk te laten functioneren Hoeveel liter bloed heeft de mens = ongeveer vijf liter Geef de eerste indeling van de bloedsomloop = de grote circulatie, de kleine circulatie, het hart Geef de tweede indeling van de bloedsomloop = het hart, de van het hart afvoerende bloedvaten, de naar het hart toe voerende bloedvaten, de haarvaten Leg uit de grote circulatie = de bloedvaten vervoeren het bloed door het lichaam, met als doel overal zuurstof en brandstof af te leveren en afvalstoffen op te nemen Leg uit de kleine circulatie =vanuit de rechterboezem wordt het bloed in de rechterkamer gestuwd en van daaruit wordt het naar de longen gepompt. Daar wordt het ontdaan van het koolzuurgas en weer opgeladen met zuurstof en komt zuurstofrijk weer aan in de linkerboezem Wat is de functie van het hart = is de pomp dat het bloed door het lichaam stuwt Wat is de functie van de capillairen = de capillairen geven overal in het lichaam stoffen af en nemen stoffen op; ze vormen de overgang van het arteriële naar het veneuze systeem Hoe groot is ons hart = ongeveer een vuist Waar ligt ons hart = links in de borstholte enige centimeters achter de ribben Hoe heet het tussenschot in het hart = het septum cordis Uit welke delen bestaat het hart = linkerboezem, rechterboezem, linkerkamer, rechterkamer Waarvoor zorgen de kleppen in het hart = dat het bloed slechts in één richting kan stromen Wat is de mitralisklep = de tweeslippige klep tussen de linkerboezem en de linkerkamer Wat is de tricuspidalisklep = de drieslippige klep tussen de rechterboezem en de rechterkamer Wat is de aortaklep = de halvemaanvormige klep tussen het linkerventrikel en de grote bloedsomloop Wat is de pulmonalisklep = de halvemaanvormige klep tussen het rechterventrikel en de kleine bloedsomloop Wat zou er gebeuren wanneer de valvae tussen atrium en ventrikel niet goed sluiten = dan stroomt het bloed niet meer in 1 richting (het gaat dan weer terug waar het vandaan komt) doordat de valvae (kleppen) niet meer goed sluiten Uit welke lagen bestaat de wand van een hart = endocart, myocard, epicard, pericard Wat is endocard = de binnenwand van het hart is bekleed met een endotheellaag Wat is myocard = de kracht waarmee het hart kan samentrekken, wordt geleverd door een dikke dwarsgestreepte autonome spierlaag Wat is epicard en pericard = de buitenkant van het hart. Samen vormen ze het hartzakje Wat is arteriae coronariae = de slagaderen die als een krans om de hartspier liggen Geef aan wat er kan gebeuren bij een afsluiting of sterke vernauwing van een coronaire arterie = een deel van de hartspier krijgt geen zuurstof meer en kan niet goed meer samentrekken. Dat gedeelte sterft geleidelijk af als er niet wordt ingegrepen. Wat is de nervus vagus = de tiende hersenzenuw van het autonome zenuwstelsel die het hart samentrekt Waar bevindt zich de sinusknoop = een bepaalde plaats op de septumwand van het atrium Wat is de taak van de sinusknoop = het geleiden van elektrische prikkels naar de arterioventriculaire knoop (AV-knoop) Wat is de bundel van His = een zenuwbundel, die over het myocard loopt en elke afzonderlijke spiervezel voorziet van een prikkel Wat is contraheren = het gelijktijdig samentrekken van de spiervezels van het hart Waardoor wordt het hartritme geregeld = het autonome zenuwstelsel beïnvloedt de sinusknoop; van daaruit gaan elektrische prikkels naar de AV-knoop; dan gaat een zenuwbundel over het myocard en voorziet iedere spiervezel van een prikkel; hierdoor trekken alle spiervezels van het hart zich gelijktijdig samen en pompen het bloed in grote vaten Wat versta je onder een ECG = Electro Cardio Gram Wat is een arterie = een bloedvat dat het bloed van het hart afvoert Waarvoor zorgen de lagen van de wand van een arterie = dat de wand elastisch is, zodat deze wat kan uitzetten; het vat kan verwijden of vernauwen Leg uit "windketelfunctie" = dat vaten bij het binnenstromen van bloed uitzetten om het instromende bloed een plek te geven Wat is een vene = een ader dat het bloed vervoert vanuit het lichaam terug naar het hart Wat is de spierpomp = het leegduwen van de venen bij contractie van de spieren Waarom zitten er kleppen in de venen in het been = om het terugstromen van het bloed te voorkomen Wat zijn de kenmerken van de arteriën = bloed stroomt van het hart af; de arterie verwijdt iets bij iedere hartslag; door de druk van de hartslag is de druk in de arterie hoog; arteriën liggen nooit oppervlakkig; bij verwonding spuit het bloed er synchroon met de hartslag uit, bloed stroomt snel; dikke wand; geen kleppen; grote bloedsomloop zuurstofrijk bloed; kleine bloedsomloop zuurstof arm bloed Wat zijn de kenmerken van de venen = bloed stroomt naar het hart toe; een vene klopt niet; de druk in de vene is laag; venen liggen vaak oppervlakkig, het bloed vloeit er bij verwonding uit; bloed vloeit trager; dunne wand; in de venen bevinden zich kleppen; grote bloedsomloop, zuurstofarm bloed; kleine bloedsomloop, zuurstofrijk bloed Wat zijn capillairen = de kleinste bloedvaatjes Hoe is de opname en afgifte van vocht en stoffen in de capillairen geregeld = door osmose en diffusie In welke vene zit heel veel voedingsstoffen = de vena portae: de poortader die van de darm naar de lever stroomt Wat is een collateraal vat = een vat dat parallel loopt aan een bloedvat Wat is de functie van een collateraal vat = het vat is slapend. Pas als de functie van het hoofdvat wordt belemmerd gaat dit vat open en neemt het de taak over van het hoofdvat Wat verstaat men onder bloeddruk = de vloeistofdruk in het slagadersysteem Waar let je op bij het voelen van de pols = is de polsslag regematig of onregelmatig; krachtig en gelijkmatig of juist niet; snel of traag Leg uit hoe de systole en diastole in het hart tot stand komen = systolisch druk: de bloeddruk in een slagader op het moment dat de hartspier zich samentrekt; diastoliche druk: bloeddruk in de slagader op het moment dat de hartspier zich ontspant Leg stapsgewijs uit hoe de bloeddruk wordt gemeten = de bloeddruk (tensie) wordt gemeten m.b.v. een bloeddrukmeter en een stethoscoop. Er wordt geluisterd naar het doorkomen van de hartslag; om dit te kunnen doen wordt een opblaasbaar manchet om de bovenarm gelegd; de manchet wordt opgepomt. De stethoscoop wordt op de binnenzijde van de elleboog gezet; wanneer de druk in de manchet hoger wordt dan de druk in de arteriën van de bovenarm zal door de sdtethoscoop niets meer te horen zijn: de arterie is dichtgedrukt en er stroomt geen bloed meer door; laat men nu de manchet langzaam leeglopen, dan wordt het kloppen van het hart weer hoorbaar, doordat het bloed er weer langzaam doorheen kan stromen. Het geeft geluid omdat arterie is vernauwd. De druk bij het begin van het opnieuw horen van de hartslag is de bovendruk; bij het verder leeglopen van de manchet verdwijnt de vernauwing uiteindelijk helemaal en stroomt het bloed weer gewoon. Dit is te horen doordat geen harttonen meer worden gehoord. De druk bij het verdwijnen van de harttonen is de onderdruk. Wat is een lymfe = circulerend weefselvocht die door een apart vatenstelsel stroomt Verklaar RES = reticulo-endotheliale stelsel Noem enige organen die tot het RES behoren = lymfeklieren en de milt Wat gebeurd er in de organen die tot het RES behoren = in deze organen bevinden zich cellen binnen een reticulum (netstructuur). Deze cellen kunnen een lichaamsvreemde materie, zoals bacteriën vernietigen (fagocytose) of er antistoffen tegen produceren. Het RES speelt dus een belangrijke rol bij de afweer. Waar ligt de milt = linksboven in het abdomen tegen het diafragma aan Wat is de functie van de milt = afbraak van beschadigde of verouderde erythrocyten; opslag van bloed; vorming van lymfocyten in het lymfoïde weefsel van de milt Geef de kenmerken van het bloedvatenstelsel = bloed stroomt snel; het heeft een eigen pompinrichting als voortbewegende kracht (het hart); het is een gesloten kringloop; het staat vocht af aan weefsel, Geef de kenmerken van het lymfevatenstelsel = lymfe stroomt langzaam; het heeft geen eigen pompinrichting als voortbewegende kracht; het heeft een begin- en eindpunt; het brengt vocht terug van de weefsels in de bloedbaan
Ingezonden op 28-03-2012 - 5189x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
09-04-2012
.
Waardering 9.4 (aantal stemmen: 3)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!